Personenbelasting
Voor elke les pwp + stuk cursus van volgende les. Geen handboek. Lessen worden opgenomen. Wat
de prof in de les zegt is voldoende om te slagen
Examen: mondeling met schriftelijke voorbereiding. Voor elke student 10 min. Dus, uitgebreide
schriftelijke voorbereiding (+-30 min), dan geef je af, hij leest na en dan krijg je eventueel wat
bijvragen.
- Vraagstelling: iedereen krijgt 3 vragen, 1ste vraag mag je voor jezelf bedenken, discussievraag,
je kiest een onderwerp en dan begin je discussie. Stel dat je als eigen vraag hebt: hoe zit de
belastingheffing van buitenlandse huurinkomsten en elkaar, dan leg je dat uit enz. hij
onderbreekt je dan en zegt hoe zit het met inkomsten op buitenlandse bankrekeningen.
Derde vraag is casus, theorievraag vermomd als casus. Vraag wat is de vrijstelling onder
progressievoorbehoud (is puur theoretische). Maar ook: Jeanine Peeters is 67 jaar en heeft
huis gekocht in Spanje dat ze verhuurt en heeft daar 13 000 euro huurinkomsten uit
verkregen en 3000 belasting in Spanje betaald (is theorievraag in casus gegoten), 2de vraag is
puur theorievraag. Doel: vraag beantwoorden waar je antwoord niet op kent.
Recent wetboek nodig: fisconetplus, je mag ook extra wetten meenemen die we besproken hebben.
Kruisverwijzingen mogen, geïndexeerde bedragen mag je er eventueel naast schrijven.
1. Belang personenbelasting
Personenbelasting speelt zich af op 3 beleidsniveaus: federaal, gewestelijk en lokaal => staatsstructuur
en bevoegdheidsverdeling tussen beleidsniveays maakt het complex naar bevoegdheid toe en naar
inhoud => 3 systemen naast elkaar kennen en begrijpen.
- Belasten van inkomen, en toekennen van vrijstellingen, verminderingen en aftrekposten die
daarmee gepaard gaan is technische materie. Vb: belasten van beleggingsproducten,
veronderstelt dat je inzicht hebt in hoe het financieel stelsel functioneert. Ook, belasten van
inkomen uit pensioenen, veronderstelt dat je inzicht hebt in hoe het pensioenstelsel
functioneert. Belasten van ondernemingsinkomen veronderstelt dat je inzicht hebt in hoe
bedrijven functioneren => invloeden van overal die verband houden met hoe de maatschappij
in het algemeen functioneert, vrij goed maatschappelijk inzicht vereist.
Fiscaliteit zorgt voor inkomsten voor de verschillende OH’en die daarmee beleid kunnen voeren, basis
waarmee alle departementen kunnen functioneren vb: defensie, biza, buza, … => alles functioneert op
basis van wat de FOD financiën, de fiscale administratie kan binnenrijven. Binnen die fiscaliteit is de
personenbelasting de belangrijkste belasting in ons fiscaal systeem.
- Aandeel van de personenbelasting in het totaal aantal belastingen geïnd is enorm groot =>
37% van alle fiscale inkomsten afkomstig van de personenbelasting.
- Feit dat het qua volume zo belangrijk is zorgt ook voor veel commotie, frustratie, aanpassen,
bijsturen om ervoor te zorgen dat die inkomsten ook op peil blijven. Veel discussies rond
belastingdruk (en verschuiven ervan), belastingverlaging, … => zorgt dat het verhaal van die
, personenbelasting constant in beweging is, constant bijgestuurd. Politieke beslissing wordt
genomen, gaat dat meestal gepaard met een fiscale steunmaatregelen. Vb: volop
klimaatdiscussie, CO2 uitstoot moet omlaag, pol. partijen gooien voorstellen op tafel en die
zijn voor grootste deel fiscaal getint. Ecologische doelstellingen zitten al voor deel in
personenbelasting, maar zal nog sterker worden. Vb: CD&V voorstel gelanceerd dat vanaf
2025 enkel nog elektrische bedrijfswagens toegelaten zullen worden, gebeurt het niet dan
komen er fiscale sancties (vb: belastingverhoging, beperking van aftrek, …). Dus bij elke stap
die men zet kijkt men naar die personenbelasting. Vb: asiel en migratiediscussie aanleiding tot
wijziging in personenbelasting voor asielzoekers zolang asielzoeker geen mogelijkheid meer
hebben om te genieten van het belastingkrediet ten laste => bijsturing in functie van
maatschappelijke discussies die bezig zijn en zo is dat constant.
2. Kenmerken personenbelasting
2.1 Is een synthetische belasting
Synthetisch in de zin van synthese. Personenbelasting belast inkomen => inkomen wordt in hoofde
van alle natuurlijke personen in BE belast op basis van het eenjarigheidsbeginsel (kalenderjaar), al de
inkomsten daarin verkregen gaan een fiscale behandeling moeten ondergaan.
- We gaan die daarvoor opdelen in 4 categorieën: 1. onroerend inkomen, 2. roerend inkomen,
3. Beroepsinkomen en 4. Divers inkomen. Die inkomens moeten opgedeeld worden. Dan
hebben we al onze bruto-inkomsten in vakjes gestopt, die moeten we dan omzetten in netto-
inkomen door verminderingen, vrijstellingen en aftrekposten toe te passen, en dan gaan we
die allemaal centraliseren in een totaal netto inkomen. Op dat totaal netto inkomen zijn terug
een aantal aftrekposten mogelijk. Dan hebben we het globaal ebslastbaar inkomen (=
grondslag waarop je tarieven zal loslaten).
ð Synthetisch verhaal betekent dat we starten van een volledige berg aan alle mogelijke types
inkomens die we hebben verkregen in een kalenderjaar, en die gaan we in vakjes duwen,
zodat we netto inkomsten overhouden, en die gaan we weer samenvoegen. Dus, synthese
maken van een bruto- naar netto-inkomen.
ð Voor ’62 bestond dat systeem van die synthese niet. Dan werden alle inkomsten apart belast,
nu werken we met dat systeem van fiscale synthese.
BOI => NOI
BRI => NRI
BBI => NBI
BDT => NDI
TNO => GBI
Fed gew
2.2 Heeft een subjectief karakter
De personenbelasting belast personen, maar enkel natuurlijke personen. Rechtspersonen,
vennootschappen zijn onderworpen aan de vennootschaps- en rechtspersonenbelasting. In het kader
van de personenbelasting spreken we enkel over natuurlijke personen.
,2.3 Heeft een progressief karakter
De historische bedoeling van fiscaliteit is voor een stuk om te herverdelen. Doel personenbelasting =
financiële middelen verzamelen voor de OH die daarmee aan de slag kan gaan, moeten we met zijn
alle op gelijke wijze bijdragen aan de financiering van die verzorgingsstaat of moeten we het principe
toepassen van de sterkste schouders, zwaarste lasten?
- Sterkste schouders, zwaarste lasten dan proberen we te herverdelen => mensen die meer
inkomen hebben moeten dan proportioneel een hogere belastingdruk ondergaan dan mensen
die minder inkomen hebben, en dragen proportioneel meer bij tot de financiering van die
verzorgingsstaat en zorgen ervoor dat andere het beter hebben als de staat zijn middelen
goed besteedt.
ð Dat is verhaal van progressiviteit, men heeft vanaf het begin die kaart getrokken en gestreefd
naar die herverdeling. Maar, is dat in de realiteit ook zo?
Progressief karakter van de personenbelasting zou zich moeten manifesteren in de tariefstructuur die
we toepassen. De tariefstructuur is een schijfsysteem met progressieve tarieven (tarieven klimmen in
opgaande lijn in functie van een inkomstenschijf). Vroeger hadden we 5 schijven, nu maar 4.
We hebben een schijf van 25% wordt toegepast op 1ste schijf van €1-8120, 2de schijf van 8120 25%
€8121-13940 waar 40% belasting op wordt toegepast. Schijf van €13940-24800 waar 45% 13940 40%
belastingheffing zal spelen en stuk boven €24800 daar is een tarief van 50% op van 24800 45%
toepassing (niet geïndexeerde bedragen, die worden elk jaar geïndexeerd). +24800 50%
- Dat is een progressief verhaal en het herverdelend verhaal dat erachter zit. Als je maar €25
000 hebt verdient tijdens kalenderjaar moet je minder betalen dan wie meer dan €100 000
heeft verdient => sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
- Discussie in dat verhaal: moet belasting herverdelend zijn of niet? Moet belastingheffing op
basis van een progressief tarief gebeuren, of op basis van een vlaktax, vast tarief gebeuren vb:
alle inkomsten 40% belast. Vandaag in BE een progressieve, herverdelende belasting, want we
hebben een progressief tarief.
- Maar, veel inkomstentypes worden niet aan die progressieve tarieven onderworpen, wel aan
vaste tarieven.
o Alle roerende inkomsten: interesten op bankrekeningen, dividenden op aandelen,
interesten op obligaties aan vaste tarieven belast, niet aan progressieve tarieven.
o De overgrote meerderheid van diverse inkomsten (inkomsten uit de privésfeer, niet
uit professionele sfeer) niet belast aan progressieve maar aan vaste tarieven.
ð Dus enkel beroepsinkomsten (arbeidsinkomsten) en onroerende inkomsten worden aan
progressieve tarieven belast. Dus het grote verhaal rond die herverdeling van die
belastingheffing slaat eigenlijk in hoofdzaak op arbeidsinkomen. De belasting daarop werkt
echt herverdelend door die progressieve tariefstructuur. Maar inkomsten uit vermogen, zeker
uit roerend vermogen werkt niet herverdelend omdat daar geen progressiviteit achter zit.
o Vb: parket van participatie, aandelen in vennootschap dat €10 miljoen waard is, elk
jaar €700 000 dividend daarop dan zal dat dividend belast worden tegen vast tarief
van 30% ó met beroepsinkomen vanaf €24 800 aan schijf van 30% onderworpen =>
is dat fiscaal rechtvaardig? Iemand die niet werkt belastingdruk van 30% en iemand
die werkt 50% belastingdruk + daarboven ook sociale zekerheidsbijdragen betalen.
,2.4 Is een globale belasting
Alle inkomstentypes worden belast, er is in principe niets dat buiten die personenbelasting blijft,
hoewel daar in de praktijk heel wat onduidelijkheid over bestaat. Vb: dj die na verloop van tijd al zijn
vinylplaten gaat verkopen op een rommelmarkt, als je daar inkomen uithaalt is dat toch niet belast
want niemand geeft dat aan, maar het wordt wel belast. Eigenlijk valt er bijna niets buiten, tenzij een
wettelijk bepaalde vrijstelling => globale belasting, zodra je inkomen verkregen hebt in een
kalenderjaar staat de fiscus er want je zal er in principe belasting moeten betalen.
2.5 Wordt gedomineerd door het eenjarigheidsbeginsel
We gaan de tijdspannen van 1 kalenderjaar bekijken, dat is het tijdsbestek waarin we
personenbelasting gaan toepassen. Daar zijn 2 uitz. op die verband houden met ‘wanneer de gronden
van belastbaarheid wegvallen’. Wanneer is dat?
- Als je sterft ben je geen belastingplichtige meer, dan belasting van 1 januari tot datum dat je
bent overleden.
- Ook als je gaat emigreren, dan afrekening op basis van de periode vanaf 1 januari tot de dag
van de emigratie.
ð Maar in principe een kalenderjaar qua tijdsbestek waarmee we rekening moeten houden.
2.6 Wordt gedomineerd door het vestigingscriterium
Subjectief karakter, gaat om natuurlijke personen EN, ze moeten gevestigd zijn op het BE
grondgebied. Vestiging = in BE wonen of in BE de zetel van vermogen gevestigd hebben. Vb: kan zijn
dat je aan de personenbelasting bent onderworpen ondanks je niet in BE woont, omdat je centrum
van economische belangen in BE ligt, is uitzonderlijk maar het kan.
- Dat verhaal zorgt voor meer problemen omwille van de int. mobiliteit van personen die vaak
tijdens een kalenderjaar op meerdere plaatsen in de wereld een tijdje gaan verblijven. Vb:
70+’er die 6 maanden in Spanje overwintert, dan 6 maand in BE verblijven, waar woont die
persoon dan? Wat met een tennisspeler, wielrenners, … die 8 maanden per jaar overal in de
wereld rondtoert en 4 maand in België blijft, sporters, artiesten, businessmannen, …
o Dus over die simpele regel komen meer en meer discussies.
- Ook bewust: er zijn mensen die omwille van de zware belastingdruk in BE fiscaal vriendelijkere
oorden gaan opzoeken. Vb: Monaco: ik moet 50% personenbelasting betalen, daar komt dan
nog sociale zekerheidsbijdrage bij, en dan staan we in Oezo op plaats 1 van landen die arbeid
het zwaarst belasten (gemiddelde belastingdruk van 54%, voor hoge inkomens loopt dat op
tot 60%). Dus, 60% afstaan aan OH, fiscaliteit en sociale zekerheid, dan hou je nog 40% over.
Ontsnappen aan belastingdruk door woonplaats te vestigen in fiscaal vriendelijker land. Je kan
de limieten opzoeken, vb: IN Monaco betaal je geen personenbelasting. Maar, niet simpel om
er binnen te raken en je moet er echt verblijven. Als fiscus kan aantonen dat je toch nog grote
meerderheid van tijd in BE rondloopt dan gaat fiscus je belasten zoals elke persoon in BE
gevestigd + sanctionering: in beste geval administratief, in slechtste geval strafrechtelijk.
- Er zijn ook mensen die zich in BE willen vestigen om fiscale redenen, ondanks hoge
belastingdruk op arbeid. Voor bepaalde zaken is het in BE een fiscale oase vb: het niet
belasten van meerwaarde op aandelen. Als je aandelenparticipatie hebt in bedrijf en je
, verkoopt je aandelen met meerwaarde, dan is dat in principe belastingvrij (als het gaat om
normaal beheer van het privévermogen ó abnormaal beheer wel belast). Zorgt ervoor dat
vnlk mensen vanuit Fr en NL als ze een fikse aandelendeal gaan sluiten zich in BE zullen
vestigen. Vb: je wil bedrijf doorverkopen, in NL of FR ga je daar fikse meerwaardebelasting op
betalen, als je dat niet wil doen dan kan je je domicilie aan de vooravond van je
aandelentransactie naar BE verplaatsen, dan geen belastingheffing => fiscale ontwijking. Dat
kan als je de regels errond respecteert.
ð Dus het vestigingsverhaal is wat dubbel: sommige mensen willen ontsnappen, andere komen
naar BE om te profiteren van bepaalde gunstregimes.
2.7 Wordt gedomineerd door het universaliteitsbeginsel
Universaliteitsbeginsel houdt verband met het belasten van het wereldinkomen. BE belastingheffing
strekt zich wereldwijd uit, niet enkel inkomen in BE verkregen wordt belast, ook inkomen in het
buitenland verkregen => probleem van de juridische dubbele belasting (aangezien het buitenland ook
gaat belasten zal hetzelfde inkomstentype die 2 belastingregimes moeten ondergaan). Dit probleem
lossen we op met dubbelbelastingverdragen.
- In België bijz. probleem met dubbelbelastingverdragen: als een verdrag als oplossing wordt
toegepast om dubbele belasting tegen te gaan, dan impliceert dat dat 1 van de landen moet
afzien van belastingheffing, en BE verleent dan vrijstelling onder progressievoorbehoud.
Natuurlijk persoon woont en werkt in BE, heeft job die in 2018 €30 000 heeft opgeleverd, daarnaast
huisje in Spanje dat verhuurd wordt in de zomer, €13 000 aan huurinkomen verworven.
Universaliteitsbeginsel impliceert dat wij het wereldinkomen gaan belasten, miv Belgisch inkomen en
ook buitenlands inkomen. Dus wereldinkomen is €43 0000 (€30 000 job + €13 000 huur), op dat
inkomen is reeds in Spanje €3000 belasting betaald.
- BE personenbelasting belast het wereldinkomen, maar we hebben al €3000 belasting op het
huurinkomen betaald in Spanje, als wij vanuit BE nog eens het wereldinkomen gaan belasten
dan hebben we dubbele belasting (huurinkomen in Spanje 2 keer belast) => mag niet want we
hebben een dubbelbelastingverdrag met Spanje, daarin bepaald dat uit onroerende goederen
enkel kunnen belast worden in de staat waar het onroerend goed is gelegen (dus hier kan
enkel Spanje belasting heffen). Dus, BE moet vrijstelling verlenen voor het Spaanse inkomen,
mag geen belasting heffen op de huurinkomsten die men in Spanje heeft verkregen).
- België kent een vrijstelling toe voor buitenlandse onroerende inkomsten, maar past die
vrijstelling toe onder progressievoorbehoud (dus geen vrijstelling die onmiddellijk wordt
toegepast). Bij een normale vrijstelling gaan we het gewone inkomen aan de kant schuiven,
niet meenemen in de belastingberekening. Als we een vrijstelling toepassen onder
progressievoorbehoud gaan we eerst een belasting berekenen op het wereldinkomen en dan
pas de vrijstelling toepassen => zorgt voor een voordeel voor België.
o Dus: €43 000 wereldinkomen, €13 000 in Spanje, €30 000 in BE verkregen. Belasten
op het wereldinkomen maar wel onder aftrek van de buitenlandse belasting (die
schuiven we sowieso aan de kant) en dan houden we hier nog €40 000 over. Die €40
000 gaan we eerst belasten volgens hetzelfde stramien. Als we die schijfstructuur,
tariefstructuur toepassen op een inkomen van €40 000 dan hebben we als resultaat
een te betalen belasting van €15 821,25. Maar dat is de belasting op het