Centrale en westelijke rivierenlandschap: holocene afzettingen
OOSTELIJK rivierenlandschap
Rivierterrassen Noord-Limburg en midden-Limburg:
Gevormd door klimaatverandering (overgang weichselien-Holoceen)
- Koude perioden (stadialen): veel aanvoer sedimentatie (opheffing), vlechtende rivier,
grind/zandbanken. (Geen vegetatie)
- Warme perioden (interstadialen): insnijding en vormt lagere terrasniveaus, meanderende
rivier, onregelmatige ligging meanders. (3x gebeurd)
- Netto: insnijding (erosie)
Terrassen kunnen heel onregelmatig over elkaar liggen, de terrasniveaus wisselen elkaar af door
vlechtende en meanderende rivieren.
Hoe hoger (geel) hoe ouder, en hoe lager hoe jonger.
De terrassenkruising is de zone waar netto erosie overgaat in netto sedimentatie De ligging is
afhankelijk van de zeespiegelstand
Rivierduinen kunnen liggen op hogere terrassen in stroomvlakte vlechtende rivier (=dekzand dat niet
ver waait door toenemen vegetatie eind Weichselien)
Donken zijn toppen van rivierduinen beneden de terrassenkruising
Centrale rivierenlandschap
Holocene (centraal en westelijk) rivierenlandschap: meanderende of soms rechte rivieren met een
overstromingsvlakte bestaande uit oeverwallen en kommen
,Een crevasse is een doorbraakgeul door een oeverwal met daarachter een sedimentwaaier. Wanneer
een nieuwe rivierloop ontstaat uit een crevasse noemen we dat een avulsie
Oeverwallen of stroomruggen worden gevormd door fining upward: zand → zware zavel/lichte klei.
Gebeurd als vanuit zee/rivier overstromingen zijn. Hoe hoger materiaal opgeslibt hoe kleiiger het is
want bovenin het water zweven lichtere en fijnere deeltjes.
Kommen (zware klei)
Centrale rivierenlandschap: brede oeverwallen en smalle kommen
Stroomrug: een voormalige rivierloop bestaande uit twee oeverwallen en een dichtgeslibde restgeul.
Kronkelwaard: een serie zandbanken, met daartussen geulvormige laagten, afgezet in binnenbocht
rivier. (kunnen overdekt zijn door oeverwalafzettingen)
Synsedimentaire ontkalking:
Ontkalking tijdens of direct na de afzetting van sediment in lage plekken, zoals kommen.
- Aanvoer kalkrijk sediment: CaCo3
- Slechte uitwisseling gassen in waterverzadigde bodem
- Ophoping van CO2 in de bodem als gevolg van wortelrespiratie
- Snelle afbraak van CaCO3
Woerden: zijn terpachtige hoogten (oude bewoningsplaatsen) kunstmatig.
,Landschapsidentiteit Centrale rivierenlandschap
Landschapsidentiteit oeverwallen/stroomruggen: zwak golvend; dorpen en oude boerderijen;
bochtige wegen; weinig sloten (bochtig, oude stroomgeulen); gevarieerd landgebruik (veel fruitteelt);
bomen bij bewoning en wegen; (onregelmatige) blokverkaveling.
Landschapsidentiteit uiterwaarden: niet afgegraven en afgegraven percelen t.b.v. de
bakstenenfabricage; geen bewoning (wel steenovens); indien cultuurland dominant: open; grasland
i.v.m. overstromingsgevaar; blokverkaveling; boomloos
Landschapsidentiteit kommen: open; vlak; geen dorpen en oude boerderijen; rechte wegen en sloten
(hoge waterstand); dominant grasland met greppels en plaatselijk populierenbos; brede
strokenverkaveling; bomen langs wegen.
Westelijke rivierenlandschap
Hier neemt de gradiënt af en daarmee de riviervorm en sedimentatie. Rechte rivieren.
Getijden hebben hier effect op de rivier: perimariene rivierengebied
Hier zijn smalle, kleiige en lage oeverwallen en brede (klei-op) veenkommen.
Minder sediment en minder energie om het te transporteren. De oeverwal in het Westen is zelfde als
de kom in het oosten (zware klei). Amper sediment in kom → veengroei (laagveen).
Bedijking
Vanaf 1000-1400 na chr. Bedijking van rivieren: ontstaan van uiterwaarden.
Door kwel onder dijken veel water er toch buiten.
Bij dijkdoorbraken ontstaan wielen (kolken) en overslaggronden (kleiig grof zand). Deze liggen binnen
of buitendijks, hangt af van herbedijking.
College 2
Veenlandschappen
Veel veen is verdwenen door zee-inbraken, brandstofwinning en oxidatie/klink. Oxidatie= afbreken
veen.
, Laaggelegen veenlandschappen
Laagveen = veenvorming gestuurd door grondwaterstijging als gevolg van zeespiegelstijging
(topogeen veen): grondwater veen. Komt voor in kust- en riviervlakten beneden 1 meter + NAP en in
beekdalen.
Trofiegraad veen (afhankelijk van afstand tot rivieren, mate van instroom slibhoudend water):
Rivierbegeleidende venen: invloed van rivieren. Klei in en op veen, (matig) veel voedingsstoffen.
Trofiegraad: eutroof → mesotroof: bos-, riet-, zeggeveen.
Plateauvenen: komen voor in pleistocene zandgebieden, oligotroof door regenwater. Hoogveen.
Verlandingsvenen: plassen die dichtgroeien. Laagveen (eutroof) tot hoogveen (oligotroof).
Ontstaan veen:
1. Mariene afzettingen in kustvlakte
2. Sluiting kustvlakte door strandwalvorming (vorming riet/bosveen op vruchtbare zeeklei-
ondergrond)
3. 3.1 Rivierklei op en in veen afgezet langs rivieren (rivierbegeleidend)
3.2 in afgesloten kustvlakte ontwikkeling veenmos door regenwaterophoping (kustvlakte)
4. Vorming van veenmoskoepels (hoogveen) in kustvlakte. Laagveen wordt hoogveen.
Veenontginning
Eerst op oeverwallen (ontginningsbasis), later vanaf parallel aan oeverwal gegraven weteringen
(watergangen). Cope-verkaveling (strokenverkaveling 1250 m x 115 m).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur spiertzheleen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.