Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting doelgroepen 2 €4,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting doelgroepen 2

 78 vues  2 fois vendu

samenvatting waar zowel de ppt als de cursus wordt besproken. Ook de woordenlijst zit erin verwerkt. Vooral theoretisch.

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 28 mai 2019
  • 34
  • 2018/2019
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (40)
avatar-seller
bosli
Doelgroepen 2
1. Personen met een visuele beperking
1.1 Terminologie
Oftalmologische indeling
= oogheelkundige of medische definiëring

Gebaseerd op:
 Vastellen of meten van het visueel waarnemingsvermogen aan de hand van:
o Gezichtsscherpte/ visus
= maat voor de kleinste details die iemand kan onderscheiden. Men bepaald
gezichtsscherpte door de grootte van het kleinste voorwerp dat op een bepaalde
afstand duidelijk kan gezien worden. De ogen worden afzonderlijk en samen getest.
Dit door middel van letters of figuren. E of halve cirkels.




Blind: gezichtsscherpte van het beste oog op een afstand 1/20 is. De persoon heeft
meestal nog wel visuele vermogen.
Zwaar slecht ziend: hoger dan 1/20 minder dan 3/10
Matig tot licht slecht ziend: hoger dan 3/10 maar minder dan het gewone
gezichtsvermogen. (Met bril)
Als iemand nog wel optimaal kan zien met een bril of lenzen valt dit niet meer onder
slechtziend!

o Gezichtsveld:
= gebied dat je kan zien als je hoofd en ogen stilhoudt. De gezichtsvelden van beide
ogen overlappen elkaar.
Meten van het gezichtsveld gebeurt met een perimeter. Een normaal gezichtsveld
heeft horizontaal een projectie van 160° en verticaal een projectie van 130°.
Blind: gezichtsveld 10° of minder.
Zwaar slechtziend: tussen 10° en 20°
Matig of licht: minder dan optimaal maar meer dan 20°

Het kan gevolgen hebben op de verdere ontwikkelingen beleving van de persoon. Meestal komen de
beperkingen voor in combinatie met een verminderde gezichtsscherpte en/of een verminderd
gezichtsveld.

,Indeling volgens lokalisatie van het letsel
= indeling van de plaats waar de visuele stoornis zich voordoet

Oculaire visuele stoornissen:
 Ogen
 Oogspieren
 Voorbeelden:
o Maculadegeneratie
o Cataract
o Glaucoom
o …
Cerebrale visuele stoornissen (CVS)
 Gezichtszenuwbanen
 Optisch centrum hersenen (cerebrale visusstoornissen)
o Vaker voor bij meervoudige beperking
 Verschillende uitingsvormen:
o Richten van de blik
o Aandachtspanne
o Houding
o Vertrouwd met de omgeving of niet

Functionele inleiding
Baseert zich op het resterende gezichtsvermogen en de nodige begeleiding en hoe de persoon
omgaat met zijn beperking. Hier maken we een onderscheid in:
 Personen die geen enkele visuele reactie vertonen
 Personen met minimale visuele reacties: goede diagnostische procedures zijn zeer belangrijk.
Verbetering visueel functioneren is mogelijk. Het is de grens tussen blind en slechtzien.
 Personen die zich visueel kunnen oriënteren en toch stoornissen vertonen in
gezichtsscherpte, gezichtsveld of zien van kleuren. Aard en omvang zeer verschillend.

1.2 Etiologie
Voor de oorzaak is het belangrijk te kijken naar de lokalisatie van het letsel. Er zijn een aantal
mogelijke oorzaken:
 Erfelijke factoren
 Problemen tijdens de zwangerschap
 Problemen rond de geboorte
 Verwonding en vergiftiging
 Chronische of neurologische ziektes
 Tumoren in het netvlies
 Hersenletsel na trauma
 Ouderdom

Sommige aandoeningen evalueren naar blindheid, andere zijn erfelijk.

,1.3 Prevalentie
 Moeilijk voor een juist beeld
 Merendeel Westerse landen is ouder dan 65 jaar
 Risico op blindheid tien keer grotere vanaf 65 jaar en twintig keer groter vanaf 75 jaar.
 Visuele functiebeperkingen induceren leeftijdsgebonden te zijn
 Vooral in lage inkomenslanden:
o Epidemie
o Beperkte preventie
o Mislukte operaties, HIV, glaucoom, vliegen …

1.4 Ondersteuning op verschillende levensdomeinen
1.5 Orthopedagogische vraag
Mogelijke protectieve factoren voor een gunstige ontwikkeling:
 Doorzettingsvermogen
 Zin voor humor
 Goed contact met de ouders
 Ondersteunende opvoedingsstijl

Motorische kenmerken
 Minder visuele uitdaging en prikkeling tot beweging
 Minder waarnemen voorbeeldgedrag
 Oog en handcoördinatie vanaf 5 maanden – kan leiden tot blindismen
o Stereotype bewegingen in de vorm van hoofdschudden, romp voor en achter
wiegen, ter plaatse huppelen… zowel tijdens rust als bij spanning
o Stabiliserende functie: veilig gevoel; verbonden met zichzelf
o Compenserende functie: proprioceptie, vestibulaire systeem visuele
 Oor en hand coördinatie vanaf 9 maanden
 Grove motoriek: kruipen zelfden spontaan
 Later inzicht in eigen lichaam en positie in de ruimte
 Fijne motoriek beduidend trager.

Sociaal – emotionele kenmerken
 Baby: openheid voor sociaal contact, interesse in gelaat en eenvoudige ritmische
gedragspatronen
 Minder spontane interactie en spel door minder of geen oogcontact
 Meer oren dan ogen toewenden in contact
 Auditieve spelen en alleen spelen
 Boosheid tonen en ervaren bij anderen moeilijk
 Volgzaamheid en wantrouwen
 Blindheidsmasker
 Verbale koord
 Verbalisme

, Cognitieve kenmerken
Iemand die blind is mist visuele waarneming (verte en nabijheid). De info die je verkrijgt van visuele
waarnemingen zijn veel rijker dan die je kan bekomen van andere zintuigen. Ruimtelijke relaties en
oorzaak- gevolg relaties zijn in eerste instantie gemakkelijker visueel waar te nemen.
Mensen die problemen hebben met visueel waarnemen compenseren dit op verschillende manieren.
Voor veraf compenseren ze dit door het gehoor. Voor dichtbij compenseren ze dit door smaak,
gehoor, reuk en tast.

Tast wordt ook haptische waarneming genoemd. Er zijn 2 verschillende vormen.
1. Ding- en vorm haptiek
o Waarneming is stereoplastisch  het vw moet je van alle kanten kunnen betasten.
Het is bewegend en analytisch constructief.
o Te grote moeten per deel worden betast  cognitief een beeld gevormd
o Gevolg: verbalisme = woorden gebruiken waaraan geen duidelijk begrippen zijn
vastgekoppeld.
o Veel dingen zijn onbereikbaar omdat ze:
- Te ver zijn
- Te klein (eencellig)
- Breekbaar (zeepbel)
2. Ruimtehaptiek
o Blinde wil verplaatsen doet hij beroep op zijn haptische waarneming van de ruimte.
o Combinatie van lichaamsbewustzijn, ruimtelijke oriëntatie, tastwaarneming en
kinetische waarneming.
o Hij moet een plattegrond voor zich kunnen stellen van het traject dat moet afgelegd
worden. Hiervoor moet hij zich kunnen concentreren, zelfzeker zijn en niet angstig
zijn.
o Gehoor moet getraind worden om ruimtelijk beeld te krijgen
o Echolokalisatie (klik geluiden)
o Taalgebruik is op zichzelf gericht (eigen kenmerken of activiteiten te benoemen)
o Verschil tussen vroeg blinden en laat blinden
- Vroeg: vaak sterk geheugen door veelvuldige training in het dagelijks leven
- Laat: beter ontwikkeld ruimtelijk gedrag en voorstelling, motoriek en visuele
is diepgaandere kennis, emotioneel moeilijker (rouwproces)
o Presteren vaak beter op bepaalde geheugentest omdat ze voortdurend hun
geheugen trainen in functie van zelfredzaamheid

1.6 Orthopedagogisch aanbod
Algemenen tips
 Communicatie en ondersteuning rustig en doordacht gebeurt
 Doe alles in overleg, vraag als ziende hoe je het beste kan helpen.
 Kijk naar de blinde als je tegen hem praat
 …

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bosli. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67163 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter