Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting sameenvatting van het vak geschiedenis van het privaatrecht 18/20 eerste zit!!!! €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting sameenvatting van het vak geschiedenis van het privaatrecht 18/20 eerste zit!!!!

dit is een samenvatting van het vak geschiedenis van het privaatrecht gegeven door Tammo Walinga. Het bevat de ppt met notities van de lessen en de oplossingen van de vragen bij elk hoofdstuk. Ik heb hier een 18/20 voor gekregen in eerste zit

Aperçu 8 sur 65  pages

  • 28 mai 2024
  • 65
  • 2022/2023
  • Resume
  • tammo walinga
  • gpri
  • grpi
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
laniherremans
GESCHIEDENIS VAN HET
PRIVAATRECHT
H1
Waarom bestuderen we rechtsgeschiedenis?
Recht ontwikkeld zich door de jaren heen (aan de hand van factoren)
Nu rechter doet uitspraak met motivering, vroeger deden ze dat niet( gezagspositie )
 Vanwege het feit dat wij bij alle rechtstoepassing een norm toepassen uit het
verleden op een casuspositie uit het heden met een verantwoordingsplicht in de
toekomst
 Vanwege het academisch karakter van de universitaire rechten-opleiding: inzicht in
samenhang tussen sociale, wetenschappelijke en juridische verschijnselen
 Het verleden als schatkamer van het heden

Waarom bestuderen we het romeins recht
- Vanwege de receptie
(ontvangst, doorgedrongen in ons rechtssysteem) van het romeins recht in het
continentaal-Europese recht (en ook daarbuiten)
=
het doordringen van het Romeinse recht in de rechtspraktijk vanaf 1100 tot 1900
daardoor ook doorgedrongen in het moderne wetboek(oud BW))
Ook in Japan?-> 1100 wereld open, FR’se expert naar J brengen, uiteindelijk komt
Japanse wetboek groten deels uit Duits recht, beetje frans en beetje Spaans (terwijl
de Romeinen nooit in Japan zijn geweest)
- Verwetenschappelijking van het recht vond plaats aan de hand van de
bestudering van de Romeinse bronnen (aantal boeken waar belangrijkste teksten
instaan=> stonden eeuwen lang centraal)


Verschillen tussen het Romeins recht en het hedendaagse (privaat)recht
1. Het Romeins privaatrecht omvat (veel) meer dan het huidige privaatrecht: vb het
delictenrecht N.B. onderscheidt crimina publica: waren er maar een paar (+-5) vb
hoogverraad / delicta privata (privaatrechtelijke afgehandelde dingen (staat
tegenwoordig in de strafwet) -> staat bemoeide zich er toen niet mee
2. In het Romeinse recht staat het procesrecht voorop, niet het materiële recht: ubi
remedium, ibi ius (waar een rechtsmiddel is, daar is ook recht)
3. Het romeinse recht gaat uit van een concrete casuspositie, het huidige (continentaal-
Europese) privaatrecht gaat uit van een geschreven wettekst of van een algemeen
rechtsbeginsel
4. De romeinse staat was nog geen rechtsstaat (gn onderscheiding in 3 rechtsmachten)
(als keizer een wet niet aanstond veranderde hij het gewoon)
5. De rechtsbronnen hebben een andere hiërarchie: de verhouding tss wetgeving,
rechtspraak en rechtswetenschap is in de tijd veranderd

,Studie romeins recht is in twee opzichten nodig en nuttig, ook voor nu
1 vanwege de mogelijkheid tot het vergelijken van rechtsregels en rechtstelsel
(rechtsvergelijking) verschillende rechtsstelsel vergelijken
2 vanwege het streven naar eenvormig (privaat)recht in de Europese unie
 Unidroit
 Commissie-Lando: later bij Gandolfi
 Gandolfi (Pavia-Group) -> Von Bar
 European Group on Tort Law (Tilburg): ook is kijken naar onrechtmatige daad
 The common core of European Private Law
 Draft common frame of Reference

Hoe komt dit nu allemaal?
Keizer Justinianus (527-565) en keizerin Theodora (regeerde in Constantinopel)
J was van hogere adel (senatoren klasse) T was oorspronkelijk actrice (in die tijd: nt iemand
om te trouwen met iemand uit de hogere klasse) -> wet verbied J om te trouwen met
iemand als T maar hij veranderde wet (senatoren klasse niet zo blij: wilde dat hij trouwde
met 1 van hun dochters)
Hi wilde van alles 1 maken (1rijk, 1 geloof)
Met ‘erfenis van oom start hij enkele projecten (wetgevingsteksten, militaire projecten)
Deze teksten worden het Corpus Iurius Civilis van keizer Justinianus
- Institutiones (533): naar het voorbeeld van de instituten van Gaius (Gaius noster):
inleiding in het recht in vier boeken, voor studenten
- Digesten (533): verzameling (‘krant knipsels) van het juristenrecht in 50 boeken,
onderverdeeld in titels
- Codex Justiniaunus (529-534): Verzameling van het gehele keizerlijk recht: 12 boeken
onderverdeeld in titels
De neerslag van bijna tien eeuwen rechtsontwikkeling sinds de wet van de Twaalf Tafelen
(450 v.chr.) =eerste keer dat ze het opschreven
Novellen (na 534) wat hij na het Corpus iuris heeft ingebracht: neiuwe keizerlijke wetgeving:
niet meer door Justianus zelf gebundeld

iT: herroverd: invoering Corpus Iurus in IT
Corpus iuris civilis naar IT: 554-554; sanction Pragmatica pro petitione Vigilii
Wetboeken warden naar het westen gebracht, kopieren van deze boeken liet J aan de vrije
markt over
Vigilius was toen de Paus
Eeuwen werd deze teksten niet gebruikt tot 11de eeuw
1088: Bologna (+- 1120: Irnerius): universiteit opgericht (juristen en wijsbegeerte?)

Europese universiteiten
Glossatoren: eerste juristen in Bologna
School van Orléans
Postglossatoren/ commentatoren: beginnen meer te commentatoren (abstracter) los van
pure tekstniveau, komen ook los van Justinianus
Humanisten: kijken naar maatschappelijke context, historische benadering

,Natuurrecht: je kunt het recht ook zelf uitvinden / Rederecht: reden zit tussen je oren en kan
je zonder romeins recht ontwikkele,/ Vernunftrecht:
De historische School en de Pandectenwissenschaft: griekse digesten: samenstellen van
duitse wetboek


ROMEINSE CHRONOLOGIE

- Koningstijd: 753/650 v.cht. -509 v.chr. toen hadden ze een aantal koningen
Absoluut koningschap: koning heeft imperium (koning is helemaal de baas)
o Wetgevende macht
o Rechtsprekende macht
o Uitvoerende macht
 Geen scheiding van deze machten (koning heeft alles)
- Republiek 509-27 v.chr.
Patriciërs (adel, hogere standen)) en plebejers (lagere stand)
2 consuls i.p.v. koning : collegialiteit: ze houden elkaar in evenwicht en annuïteit: ze
zitten er maar een jaar dus het kan niet uit de hand lopen (op den duur ook bij
andere magistraten)
sinds 367 v.chr.: Praetor, de magistraat die aan de burgers rechtsingang verleent
bij deze situatie kan ik procedure, mag ik een rechter om een proces te voeren (deze
functie is bij de consuls weggehaalt omdat het rijk begon te groeien -> te veel werk
anders)
o Rechtsbronnen
 XII tafelen (451-450 v.chr.): eerste romeinse rechtsoptekening
 Wetten (leges): besluiten van de volksvergadering comitia centuriata
(leger vergadering) op voorstel van de magistraat, meestal de consul;
laatste wet 95n.chr.: onder keizer Nerva, daarna op andere manieren
 Plebiscita: besluiten van het concilium plebis op voorstel van een
volkstribuun, sinds de lex Hortensia (287 v.chr.) verbindend voor alle
Romeinse burgers (ook bij patriciaat) want makkelijk te organiseren
 Senaatsbesluiten (senatus consulta): vooral van belangen in de eerste
eeuw v.chr. met name ook voor het privaatrecht (erfrecht)
verkrijgen ook kracht van wet
 Edicten van de magistraten, vooral de praetor. De edicten zijn
rechtsmiddelen-catalogi, waarin de burgers kunnen zien in welke
gevallen zij via de magistraat toegang kunnen krijgen tot de rechter
praetor doet dit of forum waar hij schrijft wanneer je kan procedere
 Gewoonterecht:
 Juristenrecht: Romeinse juristen schreven over de rechtszaken die zij
in de praktijk behandelen
o Juristen : toenemend belang van de rechtswetenschap als rechtsbron
taak van de juristen
 Cavere: opstellen van allerlei juridische documenten vb contracten,
bewijsakte, procesdocumenten
 Respondere: geven van juridisch advies

,  Agere: verlenen van procesbijstand voor de praetor (via verschillende
actio’s)
bij grensgevallen kun je het best een jurist meebrengen naar de
praetor (die goede argumenten kan voorleggen)
+- 100v.chr. Quintus Mucius Scaevola, toepassing van het onderscheidt
genus/species(specifiekere zaken) - begin van een wetenschappelijke benadering van het
recht (met dit onderscheidt verdeelt hij het recht in onderlinge categorieën)

- Principaat 27v.chr.-284n. chr. Laten denken dat de republiek nog bestond (hij
regelde het zo veel mogelijk)
o Instituties en nieuwe rechtsbron
De magistraturen van de Republiek blijven bestaan
Eerste keizer: Augustus (27v.chr.-14n.chr.)
Er komt nu ook keizerlijke wetgeving: verschillende typen constitutiones
(keizer maakt bron van teksten die juridisch relevant zijn)
 Rescripta (terugschrijven op juridische vraag): epstula/subscriptio,
schriftuur van de keizerlijke kanselarij (keizer doet dit niet alleen) met
advies/ instructie, bestemd voor één concreet geval
keizer stelt zich op als jurist en geeft ook antwoord op rechtsvragen
 Decreta : gerechtelijke uitspraken van de keizer als rechter
soort beroepsrecht (zeker in strafrechtelijke term)
 Mandata : keizerlijke ambtsinstructies (ook juridisch relevant)
 Edicta : algemeen verbindende voorschriften die op wetten lijken (de
keizer was ook een magistraat)
o Rechtsbronnen
 Wetten (tot +-96n.chr.) lex agraria (landbouwet) is de laatste die we
kunnen traceren
 Edicten: vastleggen Edictum Perpetuum +- 135-138n.chr., door Salvius
Julianus in opdracht van keizer Hadrianus; inperking van de
zelfstandige betekenis van edicten (ze konden de edicten niet meer
veranderd -> invloed van praetor in het recht werd beperkt)
vooral dat van de praetor, groot tekst op forum van gevallen waar hij
rechtstoegang verleent en je kan procederen (in principe werd dit elk
jaar opnieuw gedaan want praetor ben je 1 jaar)
RECHTZEKERHEID: het was niet dat de volgende praetor alles anders
dee (was zeker 95-100% hetzelfde)
 Senaatsbesluiten worden belangrijker (steeds meer juridisch relevante
besluiten)
 Juristenrecht: door verlening van het ius publice respondendi (recht
om in het openbaar namens de keizer juridisch advies te geven, op
ngezag van de keizer) -> je kreeg en onderscheidt van juristen met
keizerlijk label en juristen die dit niet hadden
keizerlijk goedgekeurde juristen gingen geen advies tegen de keizers
wil geven, ze stonden dus (verplicht) aan de keizer zijn kant want
keizerlijk jurist was een grote eer
-> de zelfstandigheid van de juristen wordt subtiel beperkt
o Juristen

,  Begin jaartelling: Sabinus/ Cassius/ Proculus/Labeo als belangrijke
juristen; scholen van de Sabinianen en Proculianen
 +- 160 n.chr.: Gaius schrijft de Instituten (institutiones) als
systematisch leerboek voor zijn studenten (justianus groten deels zijn
institutiones gekopieerd van Gaius)
besteed tijd aan het recht in de provincies
Gaius beschrijft het recht na Adrianus
 3e E: hofjurist Papinianus, Ulpianus, Paulus (hun werken vormen een
groot deel van de tekst van de Digesten)
210/220
werden minister van Justitie

- Dominaat 248n.chr.- 467/565(of1453) veel meer alleenheerser (dominus=eigenaar)
keizer is eigenaar van het romeinse rijk
wnr eindigd dominaat (WRR 476) (ORR gaat gewoon door)
zo een groot rijk beheersde je in die tijd niet zomaar
o Instituties
eerste keizer tijdens het dominaat: Diocletianus (284-305)
rijksdeling: oost en west (2 opperkeizer =de augusti) als een augusti wegvalt
dan nemen de ceasaren (leerlingen) het over en krijgen zij weer een nieuwe
leerling
keizerlijk gezag wordt sterker (keizer wilt meer alleen doen)
opkomst van het christendom (
 313 Edict van Milaan (constantijn de Grote) heeft een nuttige
gedachten: “je kunt veel kritiek hebben op de kerk maar hij is er in
geslaagd om door de eeuwen heen de mensen op dezelfde kant te
sturen -> bijhouden van de mensen is een belangerijke factor)
tolerantie edict van milan: christendom kreeg een belangerijke plek in
het rijk (geen staatsgodsdienst)
 325 Concillie van Nicaea
 380 Constitutio Cunctos Populus (theodosius I) Christendom wordt
staatsgodsdienst (alle volkeren die door ons bestuurd worden moeten
het christendom volgen
 381 Concille van Constantinopel
 476 einde West RR: keizer wordt door barbaren uit zijn ambt gezet
 1453 einde oost RR/ Byzantijnse rijk: dominaat gaat rustig verder tot
het einde
Modestinus laatste bekendere jurist die in het Corpus Iuris is
opgenomen (circa 200)
o Rechtsbronnen (les 2)
Beschikbaarheid van juridische teksten is een probleem
Private verzamelingen
codex Grogorianus: consituties tot 291
codex Hermogenianus: constituties uit 291-294
 Keizer Theodosius II: rechtbronnen slecht berijkbaar, hij wou dat
veranderen (2 grote massa’s teksten: keizer teksten en juristen
teksten)

,  426 Citeerwet: ordening juristenrecht; alleen Paulus, Ulpianus,
Gaius, Modestinus en Papinianus mogen worden geciteerd in
de rechtbank
Gaius niet zo groot als de rest (bescheide rechtsleraar voor
beginners)maar zijn werk heeft vaak als inleidend werk
gediend, hier waren veel exemplaren van en was dus overal
wel aanwezig (rechtsvergelijking)
de andere waren ook goed verspreid -> zo heb je overal wel
recht aanwezig
 438 codex Theodosianus: ordening keizerrecht van de 4e en
begin 5e eeuw (vanaf 312: ongeveer vanaf constantijn) 16
boeken

OVERZICHT JUSTINIAANSE WETGEVING
JUSTINIANUS BEGINT ALS KEIZER IN 527 (had toen veel geld)
begon met kerkenbouw (AYA SOFIA) + miliataire operaties, afkopen van perzen,
wetgevingsproject (528)

Wetgevingsproject:
- Codex Justinianus (529/534)Verzameling van het gehele keizerlijk recht; 12 boeken
onderverdeeld in titels

- Digesten (533) → Verzameling (“knipselkrant”) van het juristenrecht in 50 boeken,
onderverdeeld in titels: voor elk nieuw deel staat er van welke jurist en welke titel
van welk boek (soort bronvermelding)
digesten vooral in latijn (weinig Grieks maar Grieks was bestuurstaal van Justinianus
zijn rijk, meeste mensen spraken Grieks, daarna veel vertalingen gekomen)
in rechtbank MOET je aan komen met digesten tekst
tekst I-4 Constitutio tanta*: tekst waarmee justinianus aan het volk/senaat bekend maakt
wat hij gedaan heeft (hoe wetboek gebruikt, hoe gemaakt) bekrachtiging der digesten
Justinianus door god gestuurd


- Instituten van Justinianus (533) Naar het voorbeeld van de Instituten van Gaius
(Gaius noster= onze Gaius): inleiding in het recht in vier boeken, voor studenten
(leerboekje voor beginners want digesten was moeilijker voor beginners) juristen
gaan naar school eind september: boeken nog niet klaar pas in november (1 ste
studentenjaar)


- Novellen (NAAA!!! 534)Nieuwe keizerlijke wetgeving; niet meer door Justinianus zelf
gebundeld
in 554 naar Italië gebracht


Tekst I-6

, A) Wat is er in deze tekst blijkbaar gebeurd? Iemand krijgt een duw en ten gevolge daar
van treed er schade op, hij kan er niet aan doen wat hij wordt geduwd
B) Welke schade is er opgetreden? Stergeval (1 duwde en de ander viel en ten gevolge
daarvan kwam er een sterfgeval)
C) Welke wet is hier mogelijk van toepassing, en wat zegt dat over het slachtoffer in
deze casus? Lex aquilia: schade aan zaken (hoofdstuk 1) doden van ander mans
slaven of vee: degen die gedood heeft moet betalen (onrechtmatig gedood)
slaven waren duur, dus we willen naar de rechter als iemand die dood
wie moeten we nu hebben? De duwer of de geduwde
wil je kunnen procederen moet er rechtstreeks schade ten onrecht zijn
duwer niet gedood, geduwde niet ten onrecht gedood
praetor speciaal voor dit geval een rechtsmiddel maken
D) Wat is een actio in factum? Op de feite toegesneden actie (geen standaard edict
maar maakt nieuw edict)

VRAGEN BIJ HOOFDSTUK 1
1. UIT WELKE DELEN BESTAAT HET CORPUS IURIS CIVILIS? Wanneer is ieder deel precies
gemaakt en wat is de inhoud ervan? Codex (529/534(2de editie), instituten 533
inleidende leerboek , digesten (530-533) juristengeschriften) , (novellen)
2. Wat zijn interpolaties? Justinianus had te maken (bij de digesten) teksten van een
paar eeuwen terug, hij bracht dit in de tijd van zijn recht: interpolaties zijn de
wijzigingen die hij aan die teksten heeft gebracht voor hij ze in de digesten bracht
3. In welk opzicht verschilt het Corpus iuris Civilis van Justinianus van moderne
wetboeken?
1) Het zijn gestolen teksten, verzameling van bestaande teksten, zo doen we dat niet
meer
2)het is ook niet in de landstaal gebracht (latijn ipv grieks)
= je mag er daarnaast geen ander gebruiken
4. Waarom zou enkel bij dwaling ten aanzien van de feiten het onverschuldigd betaalde
terug te vorderen zijn, en niet bij dwaling ten aanzien van het recht. Je moet bij
onverschuldigde betaling gedwaald hebben (geen schenking)
dwaald ten aanzien van het recht wordt niet gehonoreerd: want iedereen wordt
geacht het recht te kennen
rechtssysteem moet van deze fictie kunnen uitgaan zo dat niemand voor de
rechtbank kan zeggen ‘oei dit wist ik niet’ anders is het nutteloos om wetten te
maken
5. Wat is het verschil tss ius civilis en ius honorarium?
recht kun je op verschillende manieren ordenen
ius civili: recht dat komt uit wetten, volksvergaderingen, senaat
Ius honorarium: =eeren ambten: komt van praetor en andere magistraten schept ius
honorarium omdat hij het mag
6. Wat is het verschil tss ius civile, ius gentium en ius naturale?
ius civili: civieken recht/ volkeren recht = typisch romeinse recht (vind je niet bij
andere volkeren)
ius gentium: algemeen privaat recht (rechtsfiguren die je bij alle volkeren vind) vb
koopcontract
ius naturale: natuurrecht: zitten dieren ook bij ingegrepen

, 7. Hoe lang gold oorspronkelijke het Edict van de praetor? Wanneer en hoe is dat
veranderd? Praetor is 1 jaar in functie, edict gold in beginsel voor zolang hij in functie
was (in praktijk bleven de edicten gelijkaardig)
Salvius justinianus: opdracht van keizer adrianus: maak een definitieve tekst van het
edict zoals het is, dzn veranderen we dit niet meer (rechtszekerheid)

8. Hoe heten de teksten waarin het Romeinse keizerlijk recht is vastgelegd?Constituties:
keizerlijke teksten
9. Wat is -in de tij dvan justinianus- het verschil tss ius en leges?
Ius: teksten van juristen
leges: keizerconstituties, codex en novellen
10. Waaruit bestaan de eerste pogingen om orde te scheppen in de nveelheid van
juridische teksten? Welke romeinse keizer heeft dat vervolgens ook geprobeerd, en
hoe precies? Codex gregorianus en h, teodosius 2 probeert het ook, veelheid van
juristenteksten gaat hij aan met citeerwet(5 juristen)
11. Wat is het verschil tss het klassiek romeinse recht en het justiniaanse (romeinse)
recht
klassiek romeinse recht: justiniaanse recht zonder interpolaties




HOOFDSTUK 2: DE PROCESRECHTELIJKE CONTEXT
HET PROCESRECHT
Het formeel (manier waarop je je recht haalt) en materieel (vb vruchtgebuik) (privaat)recht
Ubi remedium ibi ius: waar een rechtsmiddel is, is een recht
Corpus Iuris Civilis bevat geen samenhangende afdeling procesrecht (CIC einde van romeinse
rechtsgeschiedenis)
Gaius schreef over de vroegere procedures en de opkomende procedures (institutiones boek
4 anno 160)

HET LEGISACTIO-PROCES
Justinianus schreef hier geen woord over (Gaius ook niet veel over geschreven want was
voor zijn tijd)
Proces in twee fase
- Bij de magistraat of priesters (priester grote rol in romeinse tijd)
- Bij de rechter
Kenmerkend: vooral formaliteiten en rituele bewoording (gebaren en woorden)
Formalisme= romeinen groeien er over huun (ook door creatie praetor vreemdelingen dus
proces romeinen -niet-romeinen = typerend voor het oudere rechtssysteem)

HET FORMULA-PROCES
Op het Forum Romanum: raadplegen van het Edict van de praetor
Muurlezing: er stond een bericht van de praetor op

Het is een gesloten systeem van acties
Het proces gaat in twee fase

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laniherremans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62799 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter