Community based werken in een
international perspectief
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1.1.1. Vermaatschappelijking
Als je gemeenschap gericht werkt ben je goed bezig.
Welzijnssector specifiek term vermaatschappelijking van de zorg.
What’s in a name?
Verschil tussen Jo Vandeurzen en Katrien Schryvers:
- Jo vandeurzen wil de voorzieningen inbedden in de samenleving
- Katrien Schryvers spreekt over mensen zorg laten krijgen in eigen netwerk
door buren, vrienden, familie.
- Katrien wil weg van voorzieningen terwijl Jo wil dat voorzieningen in de
samenleving verwerkt geraken.
1.1. Vermaatschappelijking is hot
Populaire term met een hoge aaibaarheidsfactor (woord maatschappij)
Iedereen spreekt erover maar bedoelt er iets anders mee.
Tegelijk: containerbegrip dat vele ladingen dekt
Dezelfde terminologie, andere invulling/visie
Onderhevig aan discussie en kritiek
Aan ene kant heel veel enthousiasme maar ook heel veel kritiek
1.2. Socio-historische ontleding
Verschillende lagen:
- Laag 1: De sociale relatie tussen overheid en burgers
- Laag 2: Deïnstitutionalisering en ‘community care’
- Laag 3: Solidariteit
1.2.1. Laag 1: De sociale relatie tussen overheid en burgers
1830: Klassiek-liberale staatsopvatting: De overheid komt zo min mogelijk
tussen in private aangelegenheden.
Overheid moeide zich zo min mogelijk met de burgers
Er waren geen beschermende maatregelen
Rol van overheid was beschermen van de individuele veiligheid en
de sociale orde
1
, Eind 19de eeuw: sociale kwestie Slechte leefomstandigheden en grote
kindersterfte zorgden voor sociale onrust
Was een gevaar voor de sociale orde dus er werd iets tegen gedaan
Private aangelegenheden werden steeds meer publiek gemaakt. De
burgers kregen iets te zeggen
Eind 19de – begin 20ste eeuw: Van afstandelijke naar sociale relatie
tussen overheid en burgers/gezinnen
Bv. 1914: Invoering leerplicht (vermaatschappelijking)
Bv. Gesubsidieerde liefdadigheid (gesubsidieerde vrijheid)
Bv. Sociaal beleid & sociale voorzieningen
1.2.2. Laag 2: Deïnstitutionalisering en ‘community care’
1960/1970: Kritiek op de residentiële zorg (toenemende afkeer van de
sociale zorg, afbouw van grootschalige voorzieningen)
Sluiting grote psychiatrische instellingen.
Ging samen met het verzet van mensen tegen de manier
waarop zorg en hulpverlening werd ingevuld.
Begrip ‘Community care’ = gemeenschapzorg: Extramuralisering
van de zorg: zorg in en door de samenleving.
Buiten de muren van de zorg, zoveel mogelijk zorg en
ondersteuning aanbieden in de samenleving.
Onderscheid in de (gezondheids)zorg tussen eerste, tweede, derde
& nulde lijn
1ste = rechtstreekse HV, toegankelijk
2de = niet rechtstreekse HV, niet vrij toegankelijk
3de = in residentiele settings
0de lijn = vrienden, familie, mantelzorg, laagdrempelige
hulpverlening
1.2.3. Laag 3: Solidariteit
Vermaatschappelijking heeft altijd te maken met solidariteit.
Solidariteit = Gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar.
Koude solidariteit = rationele solidariteit:
- Na WOII: uitgangspunt: Uitbouw van de verzorgingsstaat
- Niet enkel individueel maar de maatschappij heeft hier ook een rol in
gekregen.
2
, - Via de sociale zekerheid:
levenslange sociale bescherming voor iedereen (o.a. door
belastingen) (bv. gezinsbijslag, pensioenen, werkloosheidsuitkering,
ongevallen-/ziekteverzekering,….)
Mensen moeten altijd op zorg kunnen rekenen. Als
maatschappij samen zorg voor kunnen dragen.
solidariteit tussen mensen die elkaar niet persoonlijk kennen
(‘koud’ = rationeel, vanop afstand)
Ook voor mensen die soms niet altijd ‘oké’ zijn maar ook
mensen die dat misschien niet altijd verdienen.
Koud verwijst naar de afstand, gaat vooral om mensen die
ver van u kunnen staan.
Solidariteit bij mensen die elkaar niet kennen, moet niet de
mensen zijn die je graag hebt.
Daarom betalen we belastingen
Warme solidariteit:
- Leidend principe: subsidiariteit
- Zeker niet beter dan koude solidariteit, warme en koude solidariteit zijn
even belangrijk.
- Zorg wordt in de eerste plaats verwacht in de informele en private sfeer.
(‘warm’ = dichtbij, rechtstreeks)
Zorg voor mensen die je graag ziet, echt voor individuele individuen
en naasten.
- Burgers worden aangesproken op een ‘morele plicht’ om de zorg en
ondersteuning voor medeburgers feitelijk op te nemen.
Het is soort van je plicht om te zorgen voor je naasten, de mensen
die je graag ziet.
- Kan nadeel zijn:
Burgers beslissen zelf over de spelregels: wie dit ‘verdient’ en wie
niet. Maar dat betekent ook dat personen die geen netwerk hebben
die juist die ondersteuning nodig hebben die missen.
3
, 1.3. Nieuw begrip? Of historische constante?
- Vormgeving aan de relatie tussen overheid en burgers
We moeten de zorg meer gaan vermaatschappelijken
Als we willen vermaatschappelijken moet er een nauwere
samenwerking zijn tussen burgers en overheid.
De relatie tussen overheid en burgers wordt opnieuw gedefinieerd,
waarbij de overheid meer ondersteunend en faciliterend werkt.
- Rol van formele hulpverleners (professionals) en informele hulpverleners
(mantelzorg, buren, vrijwilligers,…)
Willen we dat de professionals de zorg op zich nemen of eerder de
mantelzorg, de buren,…?
De rolverdeling tussen formele en informele hulpverleners
verschuift, met een grotere verantwoordelijkheid voor informele
hulpverleners.
- Verbonden met solidariteitsopvattingen
Welke solidariteitsopvatting klinkt hier nu door? Gaat het over
warme of koude solidariteit?
Warme solidariteit is sterk verbonden met
vermaatschappelijking
2.1.1.1. De huidige context
2.1. ‘Vermaatschappelijking’ in het recente beleidsdiscours
We zien dat vermaatschappelijking nog steeds een belangrijk en actueel
thema is:
“Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met
beperkingen (van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch
zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen,
mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden
een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij
waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de
samenleving te laten verlopen.” (Vandeurzen, 2012)
“De lokale besturen nemen ten volle hun regierol op inzake de
vermaatschappelijking van de zorg. Dit betekent dat ze voluit ondersteuning
geven aan de mantelzorgers, vrijwilligerszorg en buurtzorg.” (Vlaamse
Regering, 2019)
“We blijven verder inzetten op de vermaatschappelijking van de zorg.”
(Vlaamse Regering, 2019)
4