SOCIAL DEMOGRAPHY
2018-2019
Universiteit Antwerpen
prof. K. Neels
Deze samenvatting is geschreven door Joppe Nicolaï en omvat de cursus Social Demography
van professor K. Neels. De samenvatting werd geschreven in mei 2019 (academiejaar 2018-
2019). Er werd gekozen om de samenvatting volledig in het Nederlands te maken.
, Inhoud
H1: De studie van populatie: een introductie ..........................................................................1
1.1 Demografische uitdagingen voor Europa: theoretische en empirische benadering ........1
H2: Demografische beginselen ...............................................................................................4
2.1 Demografische events (gebeurtenissen) .......................................................................4
2.2 Lexis charts (diagram)...................................................................................................4
2.3 Demografische ratio’s ...................................................................................................4
2.4 Belangrijke demografische variabelen ...........................................................................7
2.5 Demografische verandering: transitie tussen statussen ................................................8
2.6 Structuur populatie en haar kenmerken ........................................................................9
2.7 Onderzoeksgebieden populatie .....................................................................................9
H3: Een beknopte geschiedenis van populatie-onderzoek ...................................................12
3.1 Vroege bevolkingsonderzoeken ..................................................................................12
3.2 Verschijnen van wetenschappelijke populatie-studies .................................................13
3.3 De eerste demografische transitie ...............................................................................14
H4: Demografische data .......................................................................................................21
4.1 Bedenkingen over de datakwaliteit ..............................................................................21
4.2 Demografie als observatie-wetenschap ......................................................................21
4.3 Demografische data uit het verleden ...........................................................................22
4.4 Hedendaagse demografische data..............................................................................22
4.5 Demografische surveys...............................................................................................24
H5: Samenstelling van de bevolking .....................................................................................25
5.1 Bevolkingssamenstelling meten ..................................................................................25
5.2 Studies over vergrijzing (ouder worden van bevolking) ...............................................32
H6. Analyse van mortaliteit ...................................................................................................36
6.1 Meten van mortaliteit ...................................................................................................36
6.2 Populatiestudies van mortaliteit...................................................................................41
H7: Analyse van formatievorming: trouwen en scheiden ......................................................46
7.1 Meten van trouwen, samenwonen, scheiden ..............................................................46
7.2 Populatiestudies in trouwen, scheiden en samenwonen .............................................50
H8: Analyse van vruchtbaarheid (fertility) .............................................................................51
8.1 Analyse van vruchtbaarheid (algemene achtergrond) .................................................51
8.2 Vruchtbaarheid meten .................................................................................................55
8.3 Populatiestudies in vruchtbaarheid..............................................................................60
H9: Analyse van migratie ......................................................................................................63
9.1 Migratie meten ............................................................................................................63
9.2 Studies over migratie ..................................................................................................66
,H10: Van life table naar hazard model................................................................................. 70
10.1 Toegepaste longitudinale data-analyse .....................................................................70
10.2 Descriptieve analyse: single-decrement life table ......................................................71
10.3 Hazard modellen: regressie voor time-to-event data .................................................74
, H1: De studie van populatie: een introductie
1.1 Demografische uitdagingen voor Europa: theoretische en empirische
benadering
Tweede demografische transitie
- Omkering van trends tussen 1880 & 1960 (West-Europa)
o Leeftijd waarop eerste huwelijk stijgt (B: 29 jaar)
o Aantal mensen dat trouwt neemt af
o Toename samenwonen zonder trouwen
o Toename scheidingen
o Aantal personen dat hertrouwt neemt ook af
- Vruchtbaarheid
o Seksuele en contraceptieve revolutie: seks wordt losgekoppeld van het
huwelijk
o Toename leeftijd waarop je een eerste kind krijgt (B: 28)
o Structurele ondervervangings vruchtbaarheid (sinds 1970) = subreplacement
fertility (denataliteit)
Reproductiecoëfficiënt: 2,1
B: 1,75
o Kinderen uit relaties die geen huwelijk aangingen neemt toe (B: 45 %)
- 3 revoluties
o Seksuele revolutie
Seks komt los te staan van het huwelijk
Rebellie tegen hypocriete gewoonten
o Contraceptie revolutie
Wens van vrouwen om parity failures te voorkomen
Efficiënte contraceptie (verschijnt in het begin van de jaren 1960),
maar vooral de rijkste klassen maakten er (eerst) gebruik van
Vraag voor legalisatie van abortie
Toename van shotgun-huwelijken (9 maanden na huwelijk kindje)
o Politieke revolutie
Kloof tussen generaties (verschillende visies)
Tegen alle autoriteit (leerkrachten, kerk, leger, politiek systeem…)
Verschil met eerste demografische transitie
1 DT 2 DT
Maatschappelijke achtergrond
Laat 19e eeuw, begin 20e Laat 20e eeuw (tweede helft)
Basis materiële behoeften: inkomen, Higher-order needs: individuele autonomie,
werkomstandigheden, gezondheid, opleiding, zelfactualisatie, erkenning (tolerantie), materiele
sociale zekerheid (solidariteit), loopt samen met noden krijgt iedereen door welvaartstaat
industrialisatie
Stijgend lidmaatschap van politieke, burgerlijke Terugtrekking uit de netwerken. Sociaal kapitaal
en gms netwerken. Versterking van sociale verschuift naar expressiefe en affectieve types.
cohesie. Verzwakking sociale cohesie
Sterke normatieve regulering door staat & kerk, Terugtrekking van de staat, tweede
eerste secularisatie-golf, politieke verzuiling secularisatie-golf, sexuele revolutie, weigeren
van autoriteit, politieke ontzuiling
1
, Gescheiden genderrollen, familiegericht beleid, Meer symmetrie in genderrollen, vrouwelijke
embourgoisement economische autonomie
Geordende levensloop transities, behoedzaam Flexibele levensloop, multipele levensstijlen,
huwelijk en dominantie van het single family open toekomst
model
Democratizering van het onderwijs, zorgt voor
een enorme toename in scholing (ook bij armen)
Nuptialiteit
Toename proportie dat trouwt: Malthusiaanse Daling proportie dat trouwt: later het huis
huwelijkspatroon verzwakt. verlaten, meer single leven, postmaterialistische
waarden, vrouwelijke autonomie
Leeftijd eerste huwelijk verlaagt Leeftijd huwelijk verhoogd
Lage/verminderde samenwoonst (zonder Meer samenwoonst
trouwen): kerk tot 1950: familie als hoeksteen
van de maatschappij
Weinig scheidingen: strenge wetgeving Veel en vroege scheidingen: wetgeving
versoepelt
Hoog aantal dat hertrouwt: vooral weduwen Laag aantal dat hertrouwt: samenwoonst na
huwelijk, LAT-relaties, open toekomst behouden
Vruchtbaarheid
Daling in VBH (getrouwden) door reductie op Verdere daling VBH (getrouwden) door uitstel,
oudere leeftijd, lagere gemiddelde leeftijd bij hogere gemiddelde leeftijd, structurele
eerste ouderschap subreplacement
Parity failures (ongewenst kind), falende Efficiënte contraceptie (uitzonderingen in
contraceptie bepaalde groepen)
Daling illegitieme VBH Stijging buitenhuwelijkse VBH, ouderschap
zonder samenwoonst
Lage definieve kinderloostheid bij getrouwde Hoge definieve kinderloosheid bij getrouwde
koppels koppels
Epidemiologische transitie
- Verandering doodsoorzaken (laat 20e eeuw)
o Medische zorg gaat erop vooruit
o Risicofactoren dalen
o Rectangularisatie van de survival functie (minder sterftes bij jonge leeftijd)
Life table en levensverwachting
Voorwaardelijke kans om te sterven (gegeven leeftijdsspecifieke sterftecijfers (mx)), tussen
jaar x en x+1
2 mx
qx =
(2 + mx)
- (1 – qx) is de kans om te overleven tussen het jaar x en x+1
Proportie lx nog levend na x jaar, met l0 de grootte van de cohorte:
lx = l0 (1 – q0) (1 – q1) … (1 – qx-1)
- Levensverwachting B: 84 ♀ en 79 ♂
,Demografische verandering: toekomst
- Structurele denataliteit (subreplacement fertility) sinds 1970 (TFR < 2,1)
- Lowest low fertility (TFR < 1,3)
- Levensverwachting stijgt
- Familie-samenstelling veranderd en familiale hulp wijzigt
snelle veroudering van de bevolking en bevolkingsafname
onhoudbaar op LT: economie, arbeidsmarkt aanbod, welvaartsstaat
vervangingsmigratie als oplossing? Niet zo vanzelfsprekend
Theoretische benaderingen
- New Home Economics (Becker)
o Focus op huishoudens/families: huishoud productie model
o Toename scholing van de vrouw (ze wordt autonomer) en treden op de
arbeidsmarkt toe
o Uitkomst: vrouwen zijn minder afhankelijk van het huwelijk (zelf inkomsten),
scheiden kost minder geld (of wordt mogelijk), lagere vruchtbaarheid
- Relatieve inkomen theorie (Easterlin)
o Nagestreefde vs. Bereikte materiele condities
o Tekort: uitgesteld kinderen krijgen + minder kinderen krijgen
- Tweede demografische transitie theorie
o Vele demografische veranderingen, verstrengeld met elkaar
o Verandering waarden in Westerse SL
o Meer belang aan hogere behoeften (Maslow), autonomie, beste uit jezelf
halen (zelfactualisatie)
o Postmoderne behoeften
o Gelijkheid rolpatronen
- Innovatietheorie (diffusie van innovatie)
o Sociale effecten (sociale netwerken, referentiegroepen)
o Sociaal leren: door interacties
o Sociaal beïnvloeden: voorkeuren veranderen
o Institutionele beperkingen: wetgeving
o Bovenstaande zorgt voor veranderingen in gedrag
Empirische benaderingen/bevindingen
Onderzoek naar hoe mensen demografische keuzes maken (essentieel voor beleid)
- Macro vs. Micro
o Macro: tempo-adjusted demografische maatstaf: verschillen tussen groepen
en over tijd in rekening brengen, betere voorspelling, controleert voor
aanpassing in tempo
o Macro: migratie: lange termijn prospecties
Kan veroudering bevolking niet stoppen
Slechts een beperkte impact
Combinatie gemiddelde VBH & immigratie is positief voor
populatiegrootte en arbeidsmarkt
o Micro: GGP (Generations & Gender Programme – UN): GGS Panel, CDB
database: surveys
3
, H2: Demografische beginselen
2.1 Demografische events (gebeurtenissen)
Event = duidelijk verschil tussen wat volgt en wat voorafging, van de ene staat naar een
andere. Sommige zijn herhaalbaar (bv. trouwen), andere niet (bv. geboren worden, sterven).
Key events/variabelen in demografie: VBH (geboortes), mortaliteit (sterftes), migratie
(immigratie en emigratie)
2.2 Lexis charts (diagram)
= tweedimensionaal diagram dat gebruikt wordt om gebeurtenissen die plaatsvinden voor
individuen weer te geven voor verschillende cohortes.
- X-as: (kalender)tijd
- Y-as: leeftijd
- Diagonaal: individueel leven
o eerste punt: geboorte
o laatste punt: sterfte
- Kan gebruikt worden voor verschillende events
- Censoring: wanneer event nog niet plaatsvond, maar de observaties zijn gestopt
2.3 Demografische ratio’s
Doel/voordelen
- Begrijpen van veranderingen in populatie
- Geeft veel meer weer dan bv. aantallen
- Relatief tot populatie dat event kan hebben
- Maakt vergelijkingen in de tijd en ruimte mogelijk
- Om heterogene populatie te vatten kan gewerkt worden met subgroepen (om bv.
leeftijds-effecten uit te sluiten)
Aantal events in periode
𝑅𝑎𝑡𝑒 = aantal personen at risk
,Initial en central rates
Central rates: verhouding met alle nog levenden
aantal event (type)
Rate(t) =
halfjaar (midyear) populatie
- Events per ‘person-year lived’
- Kan gebruikt worden bij herhaalbare en niet-herhaalbare events
Vb.
Stel je hebt op 1 januari 2018 100 levenden, tegen 31 december 2018 zijn er daarvan 10
dood.
- Aantal events: 10
- Midyear populatie: (100 + 90) / 2 = 95 (interpretatie: in 2018 leefden er 95 personen)
10
- Crude death rate = = 0,1053
95
- Rapportering: 105,3 doden op 1000 person-years
Initial rates: verhouding met initiële populatie (in begin van het jaar)
aantal event (type)
Rate(t) =
aantal peronen at risk begin tijdsperiode
- Events per ‘person initially at risk’
- Afhankelijk van tijdsobservatie
- Kan gebruikt worden bij niet-herhaalbare events
Vb.
Stel je hebt op 1 januari 2018 100 levenden, tegen 31 december 2018 zijn er daarvan 10
dood.
- Aantal events: 10
- Initiale populate: 100
10
- Kans op sterven in 2018 = 100 = 0,10
Initial rate en central rate geven de zelfde informatie, maar op een verschillende manier
- Verschillen tussen beide zijn klein (als het tijdsinterval klein is)
- Ze zijn toepasbaar op verschillende concepten (bv. initial enkel bij niet-herhaalbare
events)
- Beide resultaten kunnen bekomen worden door een conversie-formule
Van central rate initial rate
2 mx
qx =
(2 + mx)
Van initial rate central rate
𝑞x
mx =
(1−0,5qx)
,Person-years meten voor n-jaar
𝑛
Person-year = n x (aantal surviving) + (aantal events)
2
Vb.
Stel 1000 oude personen (levend op 1 januari 2018) worden 5 jaar gevolgd in een
gezondheidsonderzoek. Veronderstel dat er 356 personen gestorven zijn in deze observatie-
periode.
Methode 1:
Je start uw berekeningen met central rates.
- Aantal events: 356
- Aantal overlevenden: 1000 – 365 = 644
- Aantal person-years levend in observatie periode: (644 x 5) + (356 x 2,5) = 4110
person-years
- Death-ratio per jaar: 365/4110 = 0,0866 deaths/peson-year
- Death-ratio voor de 5 jaar: 0,0866 x 5 jaar = 0,4331 doden/5 person-years
We berekenen nu (aan de hand van de central rate) de initial rate (kans) op sterven, door
gebruik te maken van de conversie-formule:
2 x (0,4331)
𝑥= = 0,3560
2+0.4331
Methode 2:
Je start uw berekeningen met initial rates.
- Aantal events: 356
- Aantal personen initieel at risk: 1000
- Kans op sterven in die 5 jaar: = 0,3560
We berekenen nu (aan de hand van de initial rate) de central rate op sterven, door gebruik te
maken van de conversie-formule:
- Death rate voor 5 jaar
0,3560
𝑥 = 1−0,5 𝑥 0,3560 = 0,43309 doden/5 person-years
- Death rate voor 1 jaar
0,43309
𝑥= = 0,0866 deaths/person-year
5
, 2.4 Belangrijke demografische variabelen
Crude death rate (central)
aantal doden in jaar x
d(t) = halfjaar (midyear) populatie in jaar x x 1000
- Populaties met verschillende leeftijd-structuren kunnen leiden tot misleidende
resultaten
Leeftijdsverwachting bij geboorte
= gemiddeld aantal jaren dat nieuwgeborenen verwacht wordt te leven, onder heersende
sterfte-ratio’s, voor verschillende leeftijden (in periode x)
- Wordt gebruik gemaakt van life table (initial rates per geboorte)
- Inverse relatie tussen sterftecijfer en levensverwachting
Crude birth rate (central)
aantal geboorten in jaar x
CBR = x 1000
halfjaar (midyear) populatie in jaar x
Nadelen:
- Gerelateerd tov. De ganse populatie
- Vele subgoepen zijn niet in staat om kind te produceren (bv. zwaar gehandicapten)
- Vruchtbaarheid (VBH) is afhankelijk van de leeftijd
Basisvergelijking in de demografie (= evenwichtsvergelijking)
Pt+1 = Pt + Bt – Dt + It - Et
- Bt – Dt: natuurlijke toename bevolking
- It - Et: netto migratie
Verandering in populatie
P(t + 1) − 𝑃(𝑡) Bt Dt It Et
= − + −
𝑀𝑌𝑃 𝑀𝑌𝑃 𝑀𝑌𝑃 𝑀𝑌𝑃 𝑀𝑌𝑃
7