Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Geowijzer €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Geowijzer

 4 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Deze samenvatting van Aardrijkskunde beslaat weer en klimaat, landschappen, water, de actieve aarde, bevolking en ruimtelijke inrichting, bestuur, economische systemen en arm en rijk. Het is een beknopt overzicht met definities, uitleg en voorbeelden, ideaal om snel de belangrijkste concepten te be...

[Montrer plus]

Aperçu 3 sur 20  pages

  • 30 mai 2024
  • 20
  • 2013/2014
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2; Weer en Klimaat 2.1 Planeet aarde Voor zover we weten

is de Aarde de enige planeet waarop leven mogelijk is, dit komt door de
samenstelling van de atmosfeer die de organisten van voldoende zuurstof voorziet en door de
ozonlaag die tegen schadelijke UV-straling beschermd.
Het weer en het klimaat spelen zich af in de onderste lagen van de ozonlaag.
Zonnestelsel
De aarde is een van 8 planeten die om de zon draaien. Daarnaast draaien nog tientallen manen,
kometen en asteroïden om de zon. Deze elementen vormen samen het zonnestelsel.
De
eenzon (zo’n 5500 graden) straalt energie uit waarvan wij, zelf op 149 600 000 km afstand slechts
deel zien als licht en voelen als warmte.
Dichtst bij de zon draaien vier rotsachtige planeten: Mercurius, Venus, Mars en Aarde. De vier
buitenste planeten zijn gasplaneten en bestaan voornamelijk uit waterstof: Jupiter, Saturnus, Uranus
en Neptunus.
Opbouw van de atmosfeer(dampkring)
Dit is de lucht om de aarde die door de zwaartekracht bij de aarde blijft. Dit is meer dan 1000 km dik
en is opgebouwd uit een aantal lagen, waarvan zich de in de onderste lagen de meeste gassen
bevinden. Hoe verder weg van de aarde, hoe ijler de lucht wordt.
Mensen hebben zuurstof nodig om te leven, planten kooldioxide. Eigenlijk heeft de mens ook
koolstofdioxide nodig, dit houdt de aarde leefbaar. Het is namelijk een broeikasgas, het houdt de
warmte van de zon in de atmosfeer vast. Zonder dit broeikaseffect zou het 33 graden kouder zijn en
zou de aarde onbewoonbaar zijn.
De atmosfeer beschermd de aarde ook tegen meteorieten. Weer
De definitie van weer is: de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats op een bepaald
moment. Het gaat hierbij altijd om de weerselementen temperatuur, neerslag en wind. Klimaat
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over langere tijd(minimaal 30 jaar) en een groot
gebied. Dag en Nacht
De aarde draait in 24 uur om zijn eigen as, de aardas. Dit is de denkbeeldige lijn tussen de Noordpool
en de Zuidpool. De aarde draait in een ellipsvormige baan om de zon heen. De aarde is het dichtst bij
de zon in januari en het verst van de zon in juli.
De zon kan maar de helft van de aarde verlichten. Plaatsen op de evenaar hebben exact 12 uur dag
en 12 uur nacht. Op de noordpool kan het 24 uur lang licht zijn en op de zuidpool 24 uur lang donker.
Seizoenen
Seizoenen ontstaan door de baan die de aarde om de zon maakt en de schuine stand van de aardas.

,2.2 Temperatuurfactoren

De temperatuur wordt bepaald door een aantal factoren. Deze factoren zijn: de breedteligging, de
hoogteligging, de gesteldheid van het aardoppervlak en de land-zeeverdeling, de zeestromen en de
ligging van gebergten.

Breedteligging
De breedteligging is de afstand tot de evenaar. Op lage breedte, dichtbij de evenaar, is de
temperatuur hoog. Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt.

Hoogteligging
Elke 1000 meter hoger op een berg wordt het 6 graden kouder. Dat wordt veroorzaakt door de
zonnestralen die op het aardoppervlak komen, waardoor het aardoppervlak wordt verwarmd. Hoe
dichter bij het aardoppervlak, hoe warmer het is. De atmosfeer wordt dus van onderaf verwarmd.
Gesteldheid van het aardoppervlak en de land-zeeverdeling
Land wordt veel sneller warm dan water, maar koelt ook sneller weer af. Water wordt langzaam
warm, maar koelt ook langzamer af.
Het verschil in verwarming van land en water in combinatie met de windrichting veroorzaakt
plaatselijke temperatuurverschillen en verschillen tussen het landklimaat en het zeeklimaat.
In Europa zijn vaak westenwinden. Dit is aanlandige wind, wat betekent dat de wind vanaf zee komt.
Bij aflandige wind komt de wind vanaf land en stroomt het naar zee.

Zeestromen
In de oceanen zijn verschillende stromingen. Deze zeestromen transporteren zowel warmte als kou.
Deze stromingen worden vooral aangedreven door wind en zon. De stromingen hebben altijd een
afwijking naar rechts op het noordelijk halfrond en een afwijking naar links op het zuidelijk halfrond.
Elke zeestroom heeft een naam, die verwijzen vrijwel altijd naar het gebied waar de zeestroom
langskomt.
Ligging van de gebergten
Vooral gebergten die evenwijdig aan de kust liggen, oefenen veel invloed uit op de temperatuur op
het land. Wind van zee wordt door een berg gedwongen op te stijgen. Daardoor daalt de
temperatuur en ontstaat er neerslag. Als de lucht verder over de berg afstroomt, gaat deze weer
dalen en warmt op. Zo ontstaat er temperatuurverschil en neerslagverschil tussen beide kanten van
de berg. Dit verschijnsel heet: klimaatscheiding.
2.5 Plantengroei en klimaten

Op de aarde is een aantal natuurlijke zones, gebieden met dezelfde natuurlijke
vegetatie(plantengroei zonder ingrijpen van de mens).
Tropisch regenwoud klimaat
Dit klimaat kenmerkt zich door hoge temperaturen (tussen 25 en 25 graden) en grote hoeveelheid
neerslag. Hierdoor kunnen planten prima groeien. De planten bestaan vooral uit vele soorten bomen
en struiken. De grond lijkt erg vruchtbaar, maar schijn bedriegt. Er zijn geen seizoenen waardoor
bladeren wel vallen, maar niet allemaal tegelijk. Deze bladeren worden door de hitte snel omgezet in

, voedingsstoffen voor de vegetatie. Door het kappen van deze regenwouden wordt de grond erg snel
onvruchtbaar en dus onbruikbaar. Waar op grote schaal houtkap plaatsvindt ontstaan woestijnen.
Savanneklimaat
Ten noorden en ten zuiden van de evenaar neemt de jaarlijkse neerslag af. Er is dan een aantal
maanden geen neerslag, waardoor het in de winter droog is. Op de savanne is het wel warm, maar
omdat de neerslag minder is groeit er van licht tropisch woud naar alleen maar gras en bepaalde
boomgroepen. De savanne is een ideaal landschap voor dieren.

Steppeklimaat
Op de steppe valt maar drie tot vier maanden neerslag. Het is erg droog, de bomen verdwijnen en er
groeien alleen nog maar gras en doornachtige struiken. De bodem van de steppe is zeer vruchtbaar,
waardoor deze gebruikt kan worden als graanveld.
Woestijnklimaat
In de woestijn is het zo droog, dat er zelfs geen gras kan groeien. Hooguit wat cactussen of wat
pollen gras. Men onderscheidt hete woestijnen en koude woestijnen. In alle woestijnen is er een
groot verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur tijdens een etmaal. Er bestaan
zandwoestijnen, rotswoestijnen, grindwoestijnen en steenwoestijnen.
Water is in de woestijn alleen in een oase te vinden. Dit kan afkomstig zijn van een rivier die water
aanvoert(rivieroase) of van een ondergrondse waterbron(bronoase).

Gematigde zone: Middellandse Zeeklimaat
In de gematigde zone heerst een zeeklimaat. Dat wil zeggen dat het gemiddeld nooit kouder is van -3
graden. Het Middellandse Zeeklimaat heeft warme, droge zomers en zachte winters waarin ook de
neerslag valt. De planten hebben zich aan de warme, droge zomers aangepast en hebben vaak dikke
leerachtige bladeren.4

Gematigde zone: zeeklimaat
Kenmerkend is de neerslag die het hele jaar kan vallen en de gematigde temperaturen. Het wordt in
de zomer niet extreem warm, maar in de winter niet extreem koud. Er groeien oorspronkelijk veel
loofbossen (eiken, beuken, etc.). Het zeeklimaat is zeer geschikt voor landbouw.
Landklimaat
In een landklimaat is het zomers heel erg warm en in de winter heel erg koud. Het loofbosgebied
gaat hier geleidelijk over in naaldbosgebied(den, spar). Dit wordt taiga genoemd.

Polair klimaat
Dit is wanneer ook zomers de temperatuur onder de 10 graden ligt. Hier kunnen alleen wat lage
struikjes groeien. De boomloze vlakte wordt toendra genoemd.
In de zomer ontdooit de bovenste laag wel, maar de onderste laag niet. Deze laag is permanent
bevroren: permafrost. Het smeltwater kan in de zomer door deze laag permafrost niet weg,
waardoor de toendra dan een groot moeras is.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Sophiejansen6. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter