Strafprocesrecht
Mondeling examen
Over deel (tem. De tussenkomende partij) komt geen vraag op het examen, wel parate kennis, dus
grondig lezen.
Hoofdstuk 1: Organen en personen bij het strafproces betrokken
1.1 De gerechtelijke politie
1.1.1 Algemeen
Gerechtelijke politie => verwijst niet naar het orgaan, gaat over taken => bepaalde organen kunnen
zowel taken van gerechtelijke als bestuurlijke politie uitoefenen => je kan niet werken bij ‘de
gerechtelijke politie’.
- Er zijn veel organen om het materieel strafrecht te formaliseren in de procedure. Onderscheid
bestuurlijke/admin politie en gerechtelijke politie.
Bestuurlijke politie ziet toe op de handhaving van de openbare orde, voorkoming van misdrijven en
bescherming van personen en goederen (art. 14 1ste lid Wet 5 aug. 1992 op de politieambt (WPA)).
- Gaat om een preventieve politie, gaat niet over gepleegde misdrijven
- Voor vervullen opdrachten van bestuurlijke politie staan politiediensten onder gezag van de
bestuurlijke overheden (art. 5 1ste lid WPA), die onder gezag min. BiZa Jan Jambon staan.
Gerechtelijke politie heeft om. tot taak misdrijven op te sporen, bewijzen ervan te verzamelen en
daders over te leveren aan rechtbanken belast met hun bestraffing (art. 8 Sv. en 15 1° WPA).
- Gaat om een repressieve politie (hoewel ger. pol. mits machtiging van de PDK ook aan zgn.
proactieve recherche kan doen, op grond van een redelijk vermoeden van reeds gepleegde
maar nog niet aan het licht gekomen feiten, of zelfs van nog te plegen feiten (art. 28bis §2 Sv.)
- Voor vervullen opdrachten van ger. pol. staan politiediensten onder gezag van de
gerechtelijke autoriteiten, meer bepaalde procureurs-generaal bij hoven van beroep of de
federale procureur, die op hun beurt onder gezag van de min. van Justitie Geens staan (art.
367 1ste lid Sv., art. 148 Ger. W., art. 5 lid 2 WPA).
Sinds wet 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten (nadien
aangevuld met regeling van toezicht op het coördinatieorgaan voor dreigingsanalyse), bestaat er een
externe controle op de politie => vast comité van toezicht op de politiediensten, het comité P.
- Vb: je vindt dat politieman te ver ging => klacht indienen bij comité P => evt. tuchtsanctie
Inlichtingendiensten zijn geen politiediensten vb: int. organisatie voor criminele politie (interpol) of
Europol. Er zijn ook nationale inlichtingendiensten vb: de veiligheid van de staat. Sinds wet 18 juli 1991
bestaat er ook een externe controle op deze diensten. Hiervoor werd een Vast comité van toezicht op
de inlichtingendiensten opgericht (het comité I).
1
, - Winnen inlichten door informanten, infiltranten => staatsveiligheid => maken fiche op vb: je
hebt geen misdrijf gepleegd maar in betoging meegelopen => PV van => geen misdrijf maar
vertrouwelijk document, is het een misdrijf dan rekwalificeren en aan politie overgeven.
1.1.2 Structuur
Vroegere korpsen van de gemeentepolitie, de rijkswacht en gerechtelijke politie bij de parketten zijn
sinds wet 7 dec. 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op 2 niveaus:
de lokale en federale politie.
- La guerre des flics => deelden hun kennis niet met elkaar, gemeentepolitie deed bestuurlijke
taken, rijkswacht deed gerechtelijke en bestuurlijke en de gerechtelijke politie was toen wel
een orgaan => 3 bestaande korpsen afgeschaft en eengemaakte structuur => hadden
verschillende lonen, pensioen, …
- Binnen geïntegreerde politie toch meteen nieuw onderscheid tussen federale en lokale politie
1.1.2.1 De lokale politie
De lokale politie (art. 3 2de lid WGP):
- Verzekert op lokale niveau (politiezone) de basispolitiezorg => meer bepaald, alle taken van
bestuurlijke en gerechtelijke politie die nodig zijn voor het beheren van lokale gebeurtenissen
en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone
- Vervult daarnaast sommige politieopdrachten van federale aard (uitgewerkt art. 61-64 WGP)
=> onder instructies van de federale politie.
Elke politiezone heeft een lokaal politiekorps, politiezone kan samengesteld zijn uit 1/meerdere
gemeenten (art. 10 WGP). In ééngemeentezones is de bevoegde autoriteit voor organisatie en beheer
van het lokaal politiekorps de gemeenteraad en de burgemeester vb: Antwerpen, Brussel ó
meergemeentezones oefenen politieraad en politiecollege deze bevoegdheden uit vb: AMOW, KLM
- Politieraad evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de verschillende
gemeenten die samen de meergemeentezone vormen, op basis van hun bevolkingscijfers.
Elke gemeente heeft min. 1 vertegenwoordiger in de politieraad (art. 12 2de lid WGP), grotere
gemeenten hebben er meerdere.
- Politiecollege gevormd door de burgemeesters van de verschillende gemeenten die de
meergemeentezone vormen (art. 23 1ste lid WGP).
1.1.2.2 De federale politie
De federale politie (art. 3 3de lid WGP):
- Verzekert over het hele grondgebied de gespecialiseerde en supra-lokale opdrachten van
bestuurlijke en gerechtelijke politie, dit met inachtneming van principes van specialiteit en
subsidiariteit. (de factor meer gerechtelijke, dan bestuurlijke, maar doen beide taken) => pas
wanneer lokale politie zaak niet kan oplossen.
- Vervult ondersteunende opdrachten voor lokale politiediensten en voor de politieoverheden.
2
,Fed. Politie staat onder leiding van een commissaris-generaal (art. 93 §4 WGP) die aan het hoofd van
het commissariaat-generaal staat. Dit commissariaat bestaat uit 3 directies: een algemene directie
bestuurlijke politie, een algemene directie gerechtelijke politie en algemene directie middelenbeheer
en informatie (logistiek, personeelsbeheer).
- Alg. Directie van gerechtelijke politie om. belast met (art. 102 WGP):
o Leiding en operationele coördinatie van opdrachten van de ger. politie van de centrale
diensten van de fed. Politie => vb: dienst profiling => opstellen daderprofiel
o Operationele coördinatie, controle en ondersteuning van de gedeconcentreerde
gerechtelijke directies => dienst van de fed. Politie maar gedeconcentreerd naar een
gerechtelijk arrondissement.
Gedeconcentreerde gerechtelijke directies hebben in de regel als ambtsgebied een gerechtelijk
arrondissement. Ze staan onder leiding van de directeur van de gedeconcentreerde gerechtelijke
directie = de gerechtelijke directeur (art. 105 §1 WGP), vb: van Antwerpen, Mechelen, …
- Om coördinatie van de opdrachten van ger. politie te verzekeren tussen lokale politie(van zijn
arrondissement) en de gedeconcentreerde gerechtelijke directie, onderhoudt de gerechtelijk
directeur regelmatig dienst-relaties met de verantwoordelijken van de lokale politie en neemt
hij deel aan het rechercheoverleg en het provinciaal overleg (art. 105 §6 1ste zin WGP).
- Om coördinatie van opdrachten van ger. politie te verzekeren overlegt de gerechtelijk
directeur regelmatig met de PDK van zijn ambtsgebied (art. 105 §6 laatste zin WGP). Vb:
prioriteit voor ophef, rellen in Bxl => onderzoekers even van andere taken halen.
In de schoot van de federale politie zijn 2 bijz. opsporingsdiensten met apart statuut ondergebracht:
- De centrale dienst ter bestrijding van corruptie (CDBC => vroegere hoog comité van toezicht)
=> bij omkopingsdossiers vooral actief
- De centrale dienst ter bestrijding van de georganiseerde economische en financiële
delinquentie (CDGEFID) => keurkorps, volgende gespecialiseerde opleidingen om geld te
kunnen volgen, kennen banken, … => heel gespecialiseerde technieken.
1.1.3 Aanwijzings- en vorderingsrecht
Met oog op concrete uitvoering van het gerechtelijk werk beschikken de gerechtelijke overheden over
een aanwijzings- en vorderingsrecht. De PDK of de onderzoeksrechter wijzen de politiedienst aan die
in een bepaald onderzoek met de opdrachten van gerechtelijke politie is belast.
- PDK kan vorderen voor opsporingsonderzoek. OR voor gerechtelijk onderzoek => zal
politiedienst aanwijzen als hij vindt dat ik ondervraagd moet worden.
Hierbij geldt evenwel als principiële regel:
- Dat de ger. overheden zich niet mogen mengen in de concrete organisatie van de betrokken
politiedienst (art. 8/1WPA) vb: ik wil dat inspecteur Aerts dat doet => chef moet dat beslissen.
Dus ze kunnen de leiding van het onderzoek niet toewijzen aan een bepaalde
politieambtenaar => de vorderingen van de PDK/OR moeten dus gericht zijn aan de oversten
van de politiediensten en niet aan individuele politieambtenaren.
o Daarop slechts enkele uitz. vb: bij beschikking van de OR tot afluisteren van
telefoongesprekken, die naam en hoedanigheid moeten vermelden van de officier van
3
, de gerechtelijke politie die voor de uitvoering van de maatregel wordt aangewezen
(art. 90quater §1 2de lid 5° Sv.). Omdat het grote inbreuk op privacy is => niet heel
korps mag afluisteren, enkel Aerts die het moet doen, mag er nog 3 aanduiden om
hem te helpen.
- Dat de gerechtelijke overheden zich niet mogen inlaten met de bestuurlijke en operationele
leiding van politiediensten => niet bezig houden met manier waarop. De operaties die nodig
zijn voor de uitvoering van vorderingen van de ger. politie worden uitgevoerd onder leiding
van politieambtenaren met hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie (art. 8/6 WPA).
Een richtlijn van de Min. van Justitie somt een aantal criteria op mbt toewijzing van gerechtelijke
onderzoeken => voor OR/PDK of ze moeten toewijzen aan fed/lokaal (richtlijn 20 feb 2002tot regeling
van taakverdeling, samenwerking, coördinatie en integratie tussen lokale en fed. politie inzake
opdrachten van gerechtelijke politie). Volgens deze richtlijn moeten complexe onderzoeken worden
toegewezen aan de fed. politie, onderzoek is complex:
- Ofwel gelet op aard van te onderzoeken feiten (bepaalde inbreuken): gaat om onderzoeken
betreffende zware of georganiseerde criminaliteit, corruptie, georganiseerde economische,
financiële, sociale en fiscale delinquentie, informaticacriminaliteit, grootschalige zwendel,
diefstal en afpersing van nucleair materiaal, mensenhandel, terrorisme, sekten => federaal
- Ofwel gelet op aard van de te verrichten onderzoeksdaden (methoden): gaat om onderzoeken
waarin nood is aan bijz. opsporingstechnieken vb: observatie en infiltratie, alsook om
gespecialiseerde vormen van vermogensanalyse en operationele analyse vb: profiling.
- Ofwel gelet op de geografische spreiding van de onderzoeksdaden: gaat om onderzoeken
waarvan de belangrijkste onderzoeksdaden buiten één arrondissement of buiten het rijk
moeten worden verricht => over gebied meerdere politiezones vb: 17 huiszoekingen in het
hele land tegelijkertijd is moeilijk te coördineren met de verschillende politiezones.
1.1.4 Onderscheid tussen officieren en agenten van gerechtelijke politie
Politiediensten bestaan uit 2 kaders: operationeel kader en een admin en logistiek kader (116 WGP).
Operationeel kader bestaat op zijn beurt uit politieambtenaren die zijn onderverdeeld in 3 kaders: het
basiskader, het middenkader en het officierskader (art. 117 1ste lid WGP). Het operationeel kader kan
daarenboven ook een kader van agenten van politie omvatten (art. 117 1ste lid in fine WGP.)
- Politieambtenaren hebben een algemene bevoegdheid voor de uitoefening van opdrachten
van gerechtelijke en bestuurlijke politie (art. 117 2de lid WGP).
- Politieambtenaren zowel agenten als de officieren van gerechtelijke politie zijn dus bevoegd
voor het opsporen van alle misdrijven, zowel die uit boek II Sw. Als uit bijz. strafwetten =>
algemene opsporingsbevoegdheid.
- Agenten van politie zijn geen politieambtenaren (geen alg. opsporingsbevoegdheid), maar
hebben beperkte politiebevoegdheid (art. 117 3de lid WGP). Ze verlenen in hoofdzaak bijstand
aan de politieambtenaren, wanneer ze daarom worden verzocht (art. 44/12 WPA). Ze zijn ook
bevoegd om een verkeersongeval en de gevolgen ervan vast te stellen en er PV van op te
stellen (58 2de lid WGP) => assisteren pol. ambt + bij verkeersongeval pol. ambt ontlasten
4