Inhoud
Hoofdstuk 2: Locomotorisch stelsel ........................................................................................................ 2
2.1 Het skelet ....................................................................................................................................... 2
2.1.1 Inleiding .................................................................................................................................. 2
2.2.2 Het axiale skelet...................................................................................................................... 7
2.2.3 Het appendiculaire skelet ..................................................................................................... 47
2.2 Gewrichten ................................................................................................................................. 69
2.2.1 Inleiding ................................................................................................................................ 69
2.2.2 Junctura fibrosa (lengte v/d vezels) ...................................................................................... 69
2.2.3 Junctura cartilaginea ............................................................................................................ 74
2.2.4 Junctura synovialis ................................................................................................................ 75
2.3 Skeletspieren .............................................................................................................................. 86
2.3.1 Inleiding ............................................................................................................................... 86
2.3.2 Skeletspieren ........................................................................................................................ 86
2.3.3Indeling van de spieren ......................................................................................................... 91
2.3.4 Interacties van de spieren .................................................................................................... 94
2.3.5 Spiercompartimenten van de ledematen ............................................................................. 97
2.3.6 Benaming van de skeletspieren ............................................................................................ 97
1
,Hoofdstuk 2: Locomotorisch stelsel
2.1 Het skelet
2.1.1 Inleiding
Het skelet geeft structuur aan het lichaam, beschermt vitale organen, maakt beweging
mogelijk, heeft een endocriene functie, maakt bloed & vormt opslagplaats voor vet en
mineralen
Het menselijk skelet bestaat uit 206 botten. Bijna alle botten zijn dmv gewrichten met elkaar
verbonden. Een goed en stevig skelet is onmisbaar voor het menselijk lichaam
• Skelet wordt onderverdeeld in:
o Axiale skelet (bestaat uit 86 botten)
▪ Schedel
▪ Wervelzuil (wervelkolom)
▪ Benige thorax (borstkas)
o Appendiculaire skelet (bestaat uit 120 botten)
▪ Schoudergordel met bovenste ledematen
▪ Bekkengordel met onderste ledematen
2
,• Skelet bestaat uit:
▪ Beenderen
→ kunnen via gewricht (junctura of articulatio) tov elkaar bewegen
→ ligamenten zijn verbindingen tussen beenderen
▪ Kraakbenige structuren
• Verschillende structuren van skelet vormen zogenaamde beenderige referentiepunten in ons
lichaam:
▪ Direct zichtbaar
▪ Of via palpatie heel precies worden gelokaliseerd
▪ Worden in praktijk gebruikt om positie en /of verloop van structuren te beschrijven
of eraan te refereren
• Bot
▪ = levend weefsel → mogelijkheid om structuur te veranderen
▪ Bestaat uit cellen, vezels en matrix: de tussenstof die zich ts de cellen bevindt,
bestaat uit 2 componenten:
1) Organische matrix (35%)
➢ Bestaat uit collagene vezels ingebed in glycosaminoglycanen
2) Anorganische zouten (65%)
➢ Calciumfosfaten en magnesium, natrium, carbonaten en citraten
(bij oudere mensen neemt tussenstof af en daardoor ook
hoeveelheid mineralen → osteoporose)
▪ Is hard als gevolg van verkalkingsproces van matrix
▪ Bezit toch zekere elasticiteit door aanwezigheid van organische vezels
▪ Doet zich voor in 2 vormen:
➢ Compact been (substantia compacta)
= zeer dense, solide massa
➢ Spongieus been (substantia spongiosa)
= complex netwerk van fijne beenplaatjes
▪ Ontwikkelt zich op 2 manieren: ossificatie
(Beenderen bezitten het vermogen om zich gedurende het gehele
leven in dikte aan te passen)
A) Vanuit kraakbenig voorstadium (NA GEBOORTE)
= en(do)chondrale beenvorming (letterlijk: ‘in kraakbeen’)
→ deze beenderen noemt men primordiale beenderen
→ Met uitzondering van de claviculi en enkele craniale
beenderen is de vorming van het benig skelet het gevolg
hiervan
B) Rechtstreeks vanuit bindweefsel (IN EMBRYONAAL STADIUM)
= membraneuze of desmale beenvorming
→ deze beenderen noemt men dekbeenderen
→Intramembraneuze ossificatie leidt tot de vorming
v/d craniale beenderen van de schedel & de claviculi
3
, • Beenderen worden op basis van de vorm onderverdeeld in:
1) Lange pijpbeenderen (bv. femur, humerus)
➢ Bestaan uit min of meer cilindervormige schacht (diafyse), waarop aan beide
zijden de epifyse (met eigen verbeningscentrum) aansluit
➢ Schacht van lang pijpbeen v/h bovenbeen is opgebouwd uit compacte
botmanchet (substantia compacta)
➢ De botmanchet gaat naar het midden over in spongieus been dat een met
reticulair bindweefsel gevulde mergholte (cavitas medullaris) omsluit
→ deze bevat het beenmerg
→ Aanvankelijk rode beenmerg, geleidelijk vervangen door vetweefsel (geel
beenmerg)
→ Bij volwassenen bevindt actieve beenmerg zich nog vnl in het sternum
(borstbeen) en het heupbeen, meer bepaald thv de heupkam of de crista
iliaca)
➢ Beide uiteinden v/h botstuk bestaan uit spongieus been (substantia
spongiosa), omgeven door een dunne laag compact been (substantia
corticalis)
➢ Tussen diafyse en epifyse: epifysaire plaat (epifysair kraakbeen, groeischijf),
van waaruit lengtegroei van been gebeurt
➢ Deze kraakbeencellen delen zich snel tijdens lengtegroei v/h been en de
epifysen komen steeds verder uit elkaar te liggen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kaatvanderbauwhede. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.