Vertebraten - gewervelden
Slides wijken beetje af omdat prof Moens net niet het deel van wervels heeft kunnen
afwerken. Dit deel komt hier dus bij
Wervels
Prikken en slijmprikken waren de eerste gewervelden.
Er is zoiets al de chorda (want de gewervelden behoren tot de chordata)
Bij de gewervelden gaat de structuur van de chorda niet meer instaan voor steun, andere
elementen gaan deze functie overnemen.
1 : cyclostomata (prikken en slijmprikken): kraakbeenelementen zorgen dat de chordabuis
nog steviger is. Kraakbeenstructuren niet echt belangrijk, wel aanwezig.
2: kraakbeenvissen: duidelijk zien dat de kraakbeenstructuren belangrijker worden. Chorda
zorgt voor stevigheid lichaam en neurale buis die aanleiding geeft tot de hersenen. Die
wervels gaan zorgen dat de nuerale buis goed ingekapseld wordt dit wordt neurale boog.
Het wervellichaam zijn de restjes van de chorda bij de kraakbeenvissen.
3: Beenvissen: chordarest gaat meer en meer afnemen. Wordt een spongieuze kern. Wervel
neemt de stevigheidsstructuur over. Je ziet ook dwarsuitsteeksels -> wordt gebruikt om
spieren op aan te hechten
4: Mens: wervels en neuraalboog als versteviging van neuraalbuis en het lichaam over het
algemeen. Er ontstaan ook tussenwervelschijven: bestaat uit buitenring die stevig is,
binnenkant is geleiachtig. Zorgt voor stevige structuur EN beweeglijkheid. Zodat de wervels
goed afzonderlijk kunnen bewegen.
Hernia: tussenwervelschijf gaat deels uitpuilen uit de buitenring
Wervels ontstaan en dit zorgt dat dieren meer en meer complex kunnen worden.
Meest eenvoudige vertebraten: enkel kop , borststreek (thorax) en de staart.
Hoe meer we verderkijken in de evolutie; hoe meer verschillende regiolen we zien.
Bijvoorbeeld poten ontstaan. Ook kunnen bepaalde wervels kunnen heel erg uitgroeiien;
vooral aan ribben. Deze hechten zich vast aan borstbeen waardoor je wervelkolom krijgt.
Voorbeeld BIZON:
Heeft hele hoge rug en dit komt door de grote neuraalstekels. Hij heeft dit omdat hij een hele
zware kop heeft, grote spieren nodig om deze te bewegen en de spieren hechten zich dus op
de grote neuraalstekels.
De kraakbeenvissen, haaien en roggen behoren niet tot dezelfde monofyletische groep dus
spreken we over kraakbeenvissen en beenvissen.
KRAAKBEENVISSEN
Hierin zitten 2 groepen:
Elasmobranchi (haaien en roggen) en de Holocephali (zeedraken)
1
,Grote verschil tussen deze 2 groepen:
haaien en roggen hebben 5-7 kieuwspleten en de zeedraken 1.
Eigenschappen die ontstaan en belangrijk zijn:
Heterocercale caudale vin:
Haai heeft altijd staartvin die ongelijkmatig is, hele grote bovenvin; kleine ondervin. Dit om
de beweeglijkheid te stimmuleren.
Placoïdschubben:
Zijn heel gelijkaardig opgebouwd als hoe wij tanden kennen. Dentinelaag, glazuurlaag,..
Valt er een schub af kan nieuwe aangroeien (altijd)
2 soorten ‘been’:
Dermaal been: wordt gevormd uit een deel van de dermis (bestonden al van voor de
kraakbeenvissen)
Kraakbeen beenderen: beenderen gevormd uit kraakbeen (kraakbeen been)
Enkel kraakbeen aanwezig bij de kraakbeenvissen:
Elasmobranchii
HAAIEN OF SELACHIMORPHA
Er zijn 400 soorten haaien en slecht 4 daarvan zijn echt gevaarlijk te noemen. Dat een haai
gevaarlijk is, is dus een overstatement. Je ziet de tanden, bestaat uit hetzelfde materiaal als
de schubben van de haai.
Morfologie van de haai:
5 – 7 kieuwspleten en een spiraculum (spuitgat) dit zit net achter het oog. Afhankelijk hoe de
haai leeft kan hij het spuitgat gebruiken voor ademhaling. Wanneer hij bijvoorbeeld op de
bodem ligt, kan hij zijn mond niet gebruiken voor de ademhaling, dan gaat het water via de
kieuwspleten naar binnen en via spiraculum naar buiten. Niet het geval bij haaien die
gewoon rondzwemmen in de zee.
Zie filmpje: andere soort haai die wel bodembewonend is. Spuitgat gaat net zoals de
kieuwen open en toe gaan.
Speciale zintuig van haaien = Ampullen van Lorenzini:
Allemaal kleine elektroreceptoren; hij kan zo elektrische velden detecteren. Niet via reuk of
zicht, maar wel via elektrische velden. Zicht onder water kan je niet echt gebruiken en reuk
onder water is ook niet mogelijk. Wanneer een rog of ander organisme ingegraven zit zullen
ze dit merken door het verschil in elektrisch veld.
ROGGEN OF BATOIDEA
Staan erom bekend om altijd op de bodem te leven. Het is duidelijk dat ze heel grote
borstvinnen hebben die uitgegegroeid zijn alsof ze zweven. Carnivoren: mond op hun buik
en eten kleine bodemdieren op.
2
, Morfologie:
Ook spiriculum; waterstroom is omgekeerd dan bij de haaien. Water komt binnen via
spiriculum en gaat buiten via kieuwen.
ZEEKATTEN OF CHIMAEREN
= draakvissen
Morfologie:
Hele grote pectoraalvinnen (borstvinnen) , volledig ongeschubd, heel stevige tandplaten
waarmee ze zich kunnen voeden met slakken (kraken).
Komen niet voor in aquaria dus is vrij weinig over geweten. Ze zitten diep in het water
Craniata
Vertebraten hebben niet alleen wervels, maar ook craniata (schedels). IN het begin dacht
men dat de prikken en slijmprikken geen duidelijke schedelstructuur hadden en dus niet tot
de Vertebraten behoren. Maar ze hebben dit wel dus vertebraten of craniata is hetzelfde.
(Gnatustomata:
Hebben WEL kaken. )
Hoe wordt een schedel opgebouwd?
3 structuren kunnen leiden tot een schedel : neurocranium, viscerocranium en het
dermatocranium. Het viscerocranium is de oudste structuur; die kraakbeenstructuren gaan
de spleten (kieuwspleten) ondersteunen en extra stevigheid geven. Je hebt ook het
neurocranium; dit is de bescherming van de zintuigen en de meest primitieve hersenen.
Bestaat ook meestal uit kraakbeen. Dermatocranium is de buitenste inkapseling van de
hersenen. Gaat de volledige schedel omgeven. Hier is het geen kraakbeen maar dermaal
been (been dat ontstaat volledig uit de dermis)
Viscerocranium
De eerste 2 delen van het viscerocranium worden steviger, 1 e deel dus de kaakboog (zorgt
dat kaken ontstaan) bestaat dorsaal uit palatoquadraat en ventraal uit Meckels kraakbeen.
Deze 2 kunnen met elkaar articuleren.
Het 2e deel is de hyoïdboog. Voor de mens gaan de tong en tongspieren hierop aansluiten.
Bestaat weer uit 2 delen namelijk ventraal hyale en dorsaal hyomandibula.
Deze zorgen dat er een kaak kan ontstaan, maar doordat ze steviger worden gaat de eerste
kieuwspleet verdwijnen. Bij ons wordt dit het oor; bij de andere dieren wordt dit
bijvoorbeeld het spuitgat.
Volgende dia met 6 schedels niet kennen.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fraukedelvaeye. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.