Bondige samenvatting van het vak ruimtelijke onderzoeksmethodes, gebaseerd op eigen notities uit de les en het aangeboden lesmateriaal (slides + syllabus). Met deze samenvatting haalde ik 14/20.
1. KENNIS, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN RUIMTELIJKE PLANNING
1.1 INLEIDING
Planning gaat over het verband tussen enerzijds wetenschappelijke en technische kennis
en anderzijds actie om zo maatschappelijke beslissingen rationeler te maken
Verlichting: beslissingen dienen genomen te worden in het algemeen belang en om
maatschappelijke vooruitgang na te streven
Planners zijn specialisten en experten:
o Bouwen bruggen tussen kennis en actie
o Maken een sterk onderscheid tussen waarden en feiten
o Rol = van technische aard
o Effectiviteit en efficiëntie als voornaamste criteria
Technocratie
= beleid grotendeels toevertrouwen aan experten
Theorieën
= beschrijft en verklaart factoren en het onderlinge verband tussen die factoren
Paradigma’s
= verschillende sociaalwetenschappelijke filosofieën en theorieën met diverse
theoretische perspectieven en methodologische benaderingen, op een hoger niveau dan
een theorie
= ideaaltypes die helpen om structuur en inzicht te geven in de chaos
= verschillende benaderingen van de ‘werkelijkheid’
Verschillen tussen de paradigma’s op vlak van drie essentiële kenmerken:
1) Ontologie
= verwijst naar een onderliggende visie op de realiteit is
= of en hoe bestaat er een realiteit los van onze waarnemingen?
2) Epistemologie (kennisleer)
= gaat over de vraag wat kennis is
= wat is de relatie tussen de realiteit en de kennis daarover?
= hoe kunnen we onze waarnemingen als betrouwbaar correct beoordelen?
3) Methodologie
= gaat over de algemene aanpak om aan onderzoek te doen
= de algemene aanpak die geïnspireerd wordt door de onderliggende
epistemologische, ideologische en ethische visie
Methode = concrete dingen die je doet om op een systematische manier
gegevens te genereren, analyseren om zo tot nieuwe kennis te komen
, Deductie
= op basis van logica theorieën ontwikkelen
<-> Empirie (via inductie)
= op basis van de geobserveerde realiteit theorieën ontwikkelen
Incommensurabiliteit
= wanneer paradigma’s zodanig verschillend zijn dat uitwisseling van de opgedane kennis
niet mogelijk is
Onderzoekers benaderen niet enkel de werkelijkheid verschillend, ze kunnen dus ook een
verschillende visie hebben op wetenschap en onderzoek:
Methodestrijd
= discussie of de geesteswetenschappen (begrijpen) op dezelfde wijze kunnen
benaderd worden als de natuurwetenschappen (verklaren)
Ideaaltype
= schets van de basisstructuur van een fenomeen, ook al bestaat het in realiteit niet in
die zuivere vorm
= conceptueel hulpmiddel om de complexe realiteit te vatten
Kennis
= elke voorstelling, elk denkbeeld of elke overtuiging waarvan we aannemen dat die met
een zekere werkelijkheid, realiteit overeenkomt
Wetenschap
= menselijke activiteit om tot gesystematiseerde en betrouwbare kennis te komen
= een geheel van uitspraken, wetten en theorieën die aan eisen moet beantwoorden:
o Communiceerbaar
o Systematisch geordend
o Controleerbaar (betrouwbaarheid)
Dogmatisme
= reeks opvattingen die niet aan kritiek of controle te onderwerpen zijn
= absolute, onwrikbare waarheid
Irrationeel
= ideeën die overtuigend weerlegd zijn door wetenschap
Vb. astrologie, sterrenbeelden
<-> A-rationeel
= ideeën die niet voor wetenschappelijke argumentatie vatbaar zijn
Vb. mijn favoriete voetbalploeg
, Pseudowetenschap
= een verzameling van opvattingen die worden gepresenteerd alsof ze wetenschappelijk
zijn, maar het in werkelijkheid niet zijn (geen empirische, feitelijke controle mogelijk)
Vb. astrologie, sterrenbeelden
Hypothese
= een veronderstelling over een mogelijke ‘toestand van de wereld’
Verificatie
= hypothese of theorie wordt aanvaard indien empirische gegevens de hypothese of
theorie bevestigen
<-> Falsificatie
= hypothese of theorie wordt verworpen indien er observaties zijn die de theorie
tegenspreken
Wetenschapssociologie
= hoe wetenschappers zich verenigen in scholen, elkaar bekritiseren en al dan niet
eenzelfde paradigma hanteren
Paradigma’s hebben dus ook een sociologische dimensie die helpt begrijpen hoe
paradigma’s opkomen, aan succes inboeten, interageren en naast elkaar bestaan
Triangulatie
= gebruik van verschillende databronnen om betrouwbaarheid te verhogen
Betrouwbaarheid bevorderd als verschillende databronnen eenzelfde
interpretatie en conclusie ondersteunen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maximevangoethem11. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.