Samenvatting van powerpoints + wat in de les werd verteld in het vak Chronische Ziekten; Endocrinologie.
Bevat alle te kennen informatie maar zo beknopt en gestructureerd mogelijk om optimaal te kunnen blokken op korte tijd.
In tussentittels: intro, normale fysiologie, exploratie, functionele sc...
Schildklierziekten
1 Intro
Prevalentie ooit, in BE:
- functiestoornis: 1/20
- volume; knobbel en/of goiter: 1/2
- aard; maligniteit bij knobbel: 5-10% (gelukkig zz, maar niet te missen)
reden:
· bij ons milde jodiumdeficiëntie: voorbeschikkende factor
· toenemende detectie ‘subklinische’ ziektestadia: (over)detectie → (over)behandeling
Evolutie:
· Toenemend gebruik van levothyroxine (T4)
· Toenemende incidentie schildklierkanker, met name papillaire vorm, vnl bij vrouwen (RR x 2 à3 )
· Toenemende schildklierbijwerking door nieuwere klassen GM: bv immunecheckpoint inhibitoren
2 Fysiologie
2.1 Schildklier
- grootte: niet groot (10-20g), mag je niet zien/voelen zitten
o groter dan 20g = goiter, krop
- locatie: voor thrachea, onder strottenhoofd, 2 lobben en een isthmus
- dwarsdoorsnede:
o bolvormige structuren (follikels), afgelijnd door 1-lagig epitheel: thyrocyten/follikelcellen
(basolaterale en apicale pool die grenst aan lumen (colloid)): maken T4 (thyroxine) en T3
(trijodothyronine)
o daartussen rijke vascularisatie
o daartussen parafolliculaire cel/ C-cel: maken calcitonine
2.2.2 Synthese
(* Thyroglobuline: giga eiwit, énkel door schildklier aangemaakt, 120-tal tyrosines)
- Aanmaak in follikelcel: thyroglobuline (TG)* → colloïd
- Jodide via Na/I symporter uit bloed → schildklier, dan → colloïd
ð TPO thyroperoxidase:
1. Oxidatie jodide I- tot Io
2. Enkele tyrosines van thyroglobuline covalent binden met elk 2 I’s = joderen
3. Conjugeren van 2 gejodeerd tyrosines = tetraiodothyronineresidue’s op TG
↓
Endocytose → lysosomale cathepsine hydrolyseert T4 (en T3) hieruit → exocytose naar bloedbaan
2.2.3 Regulatie
• EXTRATHYROIDAAL: hypothalamo-hypofysaire schildklieras = thyrotrope as = HPT as
· Externe stimuli via zenuwbanen ⇢ hypothalamus: TRH ⇢ hypofyse: TSH ⇢ bloedbaan ⇢
schildklier: schildklierhormoon (T4)
1
, · zenuw- én hormonaalstelsel
· Feedback: T4 remt secretie TRH en THS
• INTRATHYROIDAAL: o.b.v. jodiumaanbod
· bij veel J (bijv. CM): thyrocyt aanpassen door minder opname
via pomp, minder reageren op TSH → geen T4 stijging = geen
plotse hyperthyroidie (Wolff-Chaikoff effect)
· bij jodium tekort: thyrocyt aanpassen door meer opname via
pomp, sterker reageren op TSH → geen T4 daling
• LOKAAL: thv doelwit cel zelf
o transporters die schildklierhormoon in cel brengen
o dejodinasen: in perifere weefsels (kan in alle, maar vnl. in lever en nier)
§ Activatie door DIO1/2 (de-jodase meer externe I) tot T3
§ Inactivatie door DIO3 (de-jodase meer interne I) tot reverse T3 (rT3)
merk op:
§ dagelijkse T3 productie = 25% T4
§ T1/2 T3 = 1 d vs. T1/2 T4 = 1 w
→ T3 60-70x lagere serumconcentratie dan T4
(moeilijk exact te meten, dus T3 enkel meten als het echt nodig is*)
• Sulfatatie en glucuronidatie schildklierhormoon (vnl. lever en nier)
• Regulatie bindingseiwitten: lever (o.i.v. oestrogenen)
2.2.4 Circulatie
hydrofoob dus ↱ thyroidhormone binding globuline
- 99% eiwitgebonden (TBG, prealbumine, albumine < lever) = ‘totaal’ T4/T3
o minder affiniteit voor R
- 1% vrij = fysiologisch actief = ‘vrij’ T4/T3 (moeilijk exacte meting*)
o hoogste affiniteit voor R
2.2.5 Inwerking op doelwitcel
1. doorheen transporters naar intracellulair
2. evt. cytoplasmatische modificatie: zie boven door dejodinasen
3. T3 → bindt nucleaire schildklierreceptor → veranderde transcriptie
- predominant alfa R: hersenen, bot, hart
- predominant beta R: lever, hypothalamus, hypofyse
- vnl. ß-R regelt HTP-as → toep: zz pt geboren met inactiverende mutatie vd ß
receptor geetft schildklierhormoonresistentie
2.2.6 Effecten van veranderde transcriptie
Stimuleert transcriptie mRNA coderend voor: Vermindert transcriptie mRNA
- 𝛽1-adrenerge receptor → non-shivering coderend voor:
- UCP1 thermogenese - TRH en TSH = neg. feedback
- GH en oxytocine → anabole effecten (groei)
- Neuronale genen → ontwikkeling CNS
▫ Rol in
- basaal metabolisme: calorigenese, thermogenese
- intermediair metabolisme: KH, eiwitten, vetten
- groei en ontwikkeling: skelet, tanden, synaptogenese
- andere functies: gonadale functie, β adrenerge receptoren
2
, 2.3 Zwangerschap
Vanaf conceptie stress test voor schilklier
- ß-hCG (door verhoogd oestradiol) door placenta ook affiniteit voor TSH-receptor (stimulatie
thyrocyten) → meer schildklierhormoon aangemaakt
- lever maakt meer TBG (door verhoogd oestradiol) → meer schildklierhormoon in circulatie
→ is nodig want foetus heeft in 1e TR geen eigen schildklier (100% moeder-dependent) maar wel
nodig voor groei (neurotrofe factor)
- vanaf 2e helft kan foetus zelf aanmaken
- na geboorte: piek in TSH bij foetus → stijging vrij T3 en T4 = nodig
Conclusie: meer materneel Jodium in dieet (of supplement) vereist want
- meer schildklierhormoon prodcutie
- foetus zal ook productie opstarten
- verhoogde renale klaring van jodium (30-50%)
3 Exploratie
3.1 KO
• Inspectie: pt laten slikken, schildklier gaat mee bewegen
• palpatie: langs achteren (gewoon + vragen om te slikken)
– grootte (duikend: niet voelbaar bij slikken)
– diffuus/nodulair
– consistentie (week/hard)
– wel/niet pijnlijk: denk virale subacute thyroiditis
– druk op/vergroeiing met omliggende structuren
– adenopathieën = klieren (pijnlijk/pijnloos, week/hard)
3.2 Technische onderzoeken
3.2.1 Functionele onderzoeken
– bloedonderzoek: work-up
1. TSH = 1e lijn screening
o (bij sterk bij sterk vermoeden centrale schildklierfunctie ook al = T4)
o Rationale: omgekeerd log-linear verband TSH en T4: minste verandering T4 geeft
exponentiele verandering TSH
o Voorwaarde: normale HPT-as (meestal zo), niet zwanger (HCG), geen ernstige ziekte (zie
verder)
o Cut-offs: afhankelijk van doel (want individueel eigen setpoint*, waarrond minimale
fluctuaties; meestal 0,4-2,5 maar outliers tot 4,5 (niet-Gausiaanse curve)
§ onderste limiet: consensus: 0.4 mU/L (zowel statistische als klinische waarde)
· betekenis: als <0.4 kans op hyperthyroidie zeer groot
§ bovenste limiet: geen consensus: 2.5 mU/L of 4.5 mU/L
· voor screening schildklierfunctie: bovengrens = 4.5 mU/L
· voor behandeling van hypothyroïdie: bovengrens = 2.5 mU/L
o < studie: dan 20y later meer kans op effectieve hyperthyroidie
· TSH 4.5-10 mIU/L: grijze zone
· TSH >10 mIU/L: consensus = vrijwel zeker abnormaal verhoogd
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mdmd12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.