Het staken of nalaten van een curatieve of levensverlengende behandeling is het stoppen of niet instellen van een
behandeling, omdat “deze behandeling in de gegeven situatie niet langer zinvolg of doeltreffend wordt beschoudw of
wanneer de patiënt deze behandeling weigert”.
Volgens de Nationale Raad van de Orde der Geneesheren is het stoppen of het niet-opstarten van een behandeling
deontologisch aangewezen “als het wetenschappelijk vaststaat dat er geen hoop meer is op een redelijke verbetering
en levensverlengende behandelingen het comfort voor de patiënt niet vergroten, maar hem alleen maar last en
ongemak bezorgen”.
2. Overlevingskansen
Elke opgenomen patiënt is een potentiële reanimatie klant, de reden hiervoor is het ontbreken van welbepaalde criteria
om de uitkomst van CPR duidelijk te voorspellen.
CPR is een standaardprocedure in het ziekenhuis voor ongeveer 40 jaar. Desondanks pogingen tot optimalisatie van de
procedure (ERC) en slaagkans te verhogen zijn de overlevingskansen over de jaren heen niet spectaculair gestegen.
In belgië is de incidentie van circulatiestilstand buiten het ziekenhuis 1/10 000 inwoner/jaar. In 70% van de gevallen
doet een patiënt een circulatiestilstand thuis. De overlevingskans op lange termijn bedraagt slechts 5 – 10%. De
overlevingskans vermindert elke minuut met 7 – 10%.
Mensen ouder dan 75 jaar:
- Eerste overlenvingskans 30%
- Maar éénjaars overleving is minder dan 10%
Mensen jonger dan 65%:
- Eerste overlevingskans 57%
- Eenjaarsoverlevingskan 31%
In deze studie speelt leeftijd een belangrijke rl.
2.2. Buiten het ziekenhuis
De overlevingskans is aanzienlijk groter:
- Wanneer een omstaander getuige is van de hartstilstand en begint met CPR.
- Wanneer de patiënt een hartstilstand krijgt wanneer medisch personeel al gearriveerd is.
Volgens Sabbe wordt slechts in 4% van de gevallen met reanimatie gestart door een leek. Dit is bijzonder weinig:
- 1/3 van de bevolking traint in reanimatietechnieken en EHBO.
- Ongeveer elk cardiaal arrest BLS krijgt
, 3. Perceptie bevolking
Onderzoek geeft aan dat de meerderheid van oudere patiënten reanimatie willen ondergaan. Het is dus niet
onwaarschijnlijk dat de meeste mensen een verkeerd beeld hebben van zowel de procedure als de slaagkansen van
reanimatie.
Een mogelijke verklaring voor de overschatting van reanimatiekansen is volgens Schonwetter dat de meeste
respondenten aangeven dat zij vooral van televisie leren over CPR.
Televisie plaatst reanimatie:
- Eerder in een fictief dramatisch verhaal in plaats van in een waarheidsgetrouwe documentaire
- Reanimatie daarom dikwijls als een succesvolle interventie weer
4. Toepassingen praktijk
DNR-beslissingen in de Vlaamse ziekenhuizen is niet te onderschatten!
- Zo maakt 86% van de diensten Acute Geriatrie in ziekenhuizen gebruik van een DNR beleid.
- Waarvan 20% van de patiënten met een DNR-status, deze patiënten bevonden zich in een ernstig verminderde
of kritische gezondheidstoestand.
% op de hoogte alvorens DNR code toe te kennen:
- 72% hoofdverpleegkundige
- 61% naaste van de patiënt
- 22 % de huisarts
- 15% de patiënt zelf
Doorslaggevende factor ® de prognose en de fysieke situatie en in mindere mate de leeftijd van de patiënt.
Ook op intensieve zorgen komen DNR-beslissingen vaak voor. Zo heeft onderzoek aangetoond dat bijna de helft van
de strgevallen gebeuren naar aanleiding van een DNR-beslissing.
5. Wetgeving
Indien de patiënt bij bewustzijn is, dan moet dit met hem afgesproken worden. De wet op de patiëntenrechten van 22
augustus 2002 geeft de patiënt ook zelfbeschikkingsrecht, waarbij hij een medische handeling kan weigeren.
Indien een behandeling uitzichtloos is, dan moet kunnen besproken worden of die moet voortgezet worden of niet en/of
de patiënt kan eisen dat je zinloze handelingen stelt.
Indien in geval van urgentie de familie of de vertrouwenspersoon nog niet aanwezig zijn, dan moet intensief behandeld
worden in afwachting van hun komst, tenzij DNR-beleid vaststaat.
Echte wetgeving rond DNR is er nog niet maar wel absoluut noodzakelijk. Indien er geen DNR beleid is, dan zou er met
reanimatie moeten gestart worden, zelfs bij een palliatieve patiënt. Bij het opstellen van een DNR document moeten
patiënt, familie, huisarts en verpleegkundigen betrokken worden.
In principe kan een (wilsbekwame) patiënt dus te allen tijde een medische ingreep weigeren of intrekken, zelfs wanneer
die behandeling nog zinvol is en noodzakelijk om zijn leven te redden. De geneeseer dient zich dan ook neer te leggen
bij de wil van de patiënt en aldus bij het feit dat hij de patiënt niet meer kan genezen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lenavd001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.