Samenvatting week 7 Verdieping in de orthopedagogiek: aantekeningen college en literatuur van Grietens, H., Vanderfaeillie, J., & Maes, B. (Red.). (2019). Handboek Jeugdhulpverlening – Deel 1. Acco.
H3, 3.1 t/m 3.7: Kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking
H7, 7.1 t/m 7.5.1.4 & ...
Week 7: College
Voorbeeldvragen – vragen
1. Wat is geen onderdeel van de definitie van de verstandelijke beperking volgens de dsm-
5?
A. Beperking in het intellectuele functioneren
B. Tijdens de ontwikkelingsperiode
C. Communicatieperiode
D. Beperking in het adaptieve functioneren
2. Wat is het verschil tussen onderkennende en handelingsgerichte diagnostiek?
A. Onderkennende diagnostiek is onderdeel van de diagnostische cylcus en
handelingsergichte diagnostiek is onderdeel van de de behandelcylcus
B. Bij onderkennende diagnostiek wordt een verklaring voor gedrag gezocht bij
handelingsgericht wordt advies geformuleerd
C. Bij onderkennende diagnostiek wordt begrip voor de problemen gegeven in contact met
de client, handelingsgerichte diagnostiek is enkel met professionals over de cliënt
gesproken
D. Bij onderkennende diagnostiek wordt een classificatie bij de problemen gezocht, bij
handelingsgerichte diagnostiek wordt op basis van de hulpvraag een strategie gekozen
om passende zorg te verlenen
3. Wanneer ontstaat niet-aangeboren hersenletsel?
A. Perinataal
B. Voor de verwekking
C. Postnataal
D. Prenataal
4. Wat is waar over de rol van de orthopedagoog bij de hulp aan kinderen met een fysieke
beperking?
A. Je werkt samen, er zijn vaak verschillende deskundige betrokken
B. Het is belangrijk kom een complete IQ-test (zoals de WISC) af te nemen dit geeft valide
informatie over de intelligentie
C. Het is belangrijk om te richten op alleen het kind, de omgeving speelt een kleine rol
D. Het is een eenduidige groep, waarbij veel bekend is over prevalentie
2
, 3
Voorbeeldvragen – antwoorden
1. Wat is geen onderdeel van de definitie van de verstandelijke beperking volgens de dsm-
5?
A. Beperking in het intellectuele functioneren
B. Tijdens de ontwikkelingsperiode
C. Communicatieperiode
D. Beperking in het adaptieve functioneren
2. Wat is het verschil tussen onderkennende en handelingsgerichte diagnostiek?
A. Onderkennende diagnostiek is onderdeel van de diagnostische cylcus en
handelingsergichte diagnostiek is onderdeel van de de behandelcylcus
B. Bij onderkennende diagnostiek wordt een verklaring voor gedrag gezocht bij
handelingsgericht wordt advies geformuleerd
C. Bij onderkennende diagnostiek wordt begrip voor de problemen gegeven in contact met
de client, handelingsgerichte diagnostiek is enkel met professionals over de cliënt
gesproken
D. Bij onderkennende diagnostiek wordt een classificatie bij de problemen gezocht, bij
handelingsgerichte diagnostiek wordt op basis van de hulpvraag een strategie
gekozen om passende zorg te verlenen
3. Wanneer ontstaat niet-aangeboren hersenletsel?
A. Perinataal
B. Voor de verwekking
C. Postnataal
D. Prenataal
4. Wat is waar over de rol van de orthopedagoog bij de hulp aan kinderen met een fysieke
beperking?
A. Je werkt samen, er zijn vaak verschillende deskundige betrokken
B. Het is belangrijk kom een complete IQ-test (zoals de WISC) af te nemen dit geeft valide
informatie over de intelligentie
C. Het is belangrijk om te richten op alleen het kind, de omgeving speelt een kleine rol
D. Het is een eenduidige groep, waarbij veel bekend is over prevalentie
3
, 4
Belangrijke begrippen
Hoofdstuk verstandelijke beperking (H3)
Een verstandelijke beperking
= een stoornis die ontstaat tijdens de ontwikkelingsperiode en de zowel beperkingen in het
intellectuele functioneren omvat als beperkingen in het adaptieve functioneren op conceptueel,
sociaal en praktisch vlak
➢ Wordt gekenmerkt door significante beperkingen zowel in het intellectuele functioneren als
in het adaptief gedrag zoals dat tot uitdrukking komt in conceptuele, sociale en praktische
adaptieve vaardigheden
➢ Deze beperkingen ontstaan vóór de leeftijd van 18 jaar
In definities van verstandelijke beperking kunnen 3 kernelementen onderscheiden worden
1. De significante beperkingen in het intellectuele functioneren
❖ Intelligentie = de globale capaciteit van een individu om doelgericht te handelen,
rationeel te denken en op een effectieve wijze om te gaan met zijn omgeving
❖ Intelligentie verwijst naar hogere orde vaardigheden, zoals redeneren, plannen,
problemen oplossen, abstract denken, complexe ideeën begrijpen, leren op basis van
instructie en ervaring, oordelen en praktisch inzicht
2. Significante beperkingen in de adaptieve vaardigheden
❖ Adaptief gedrag = de effectiviteit en de mate waarin iemand beantwoordt aan de eisen
van persoonlijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid, die verwacht
worden op een bepaalde leeftijd en in een bepaalde cultuur
❖ Het is een verzamelbegrip voor 3 groepen vaardigheden die een persoon nodig heeft
om in het dagelijkse leven te kunnen functioneren en om zich te kunnen aanpassen
aan veranderende omstandigheden:
1. Conceptuele vaardigheden, zoals taal, lezen en schrijven, begrip van geld, tijd en
getallen
2. Sociale vaardigheden, zoals interpersoonlijke vaardigheden, sociale
verantwoordelijkheid, zelfwaardering, zich houden aan regels, sociaal
probleemoplossend gedrag
3. Praktische vaardigheden, zoals activiteiten van het dagelijkse leven (persoonlijke
zorg), vaardigheden met betrekking tot het huishouden en het werk, veiligheid,
gezondheidszorg en mobiliteit
3. Zowel de intellectuele beperkingen als de beperkingen in adaptief gedrag moeten duidelijk
worden tijdens de ontwikkelingsperiode (de periode van geboorte tot 18 jaar)
❖ Verstandelijke beperking wordt beschouwd als een ontwikkelingsstoornis
→ wordt daarmee onderscheiden van op volwassen leeftijd voorkomende cognitieve
stoornissen of op latere leeftijd verworven hersenletsel
Rond welke leeftijd kan je pas de term verstandelijke beperking gebruiken?
Pas vanaf de leeftijd van 5 jaar, wanneer een IQ-testing meer valide en betrouwbaar is
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joycevries. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.