Dit is een schema dat de personenbelasting en de vennootschapsbelasting vergelijkt. Ik heb ook een bloklijstje toegevoegd aan dit document (lijstjes van bv: kenmerken die je van buiten moet leren). Ideaal om de kern nog eens te herhalen
PERSONENBELASTING VENNOOTSCHAPSBELASTING
Inwonerschap Art 2 §1 1° WIB: Artikel 2 §1 5° WIB
Rijksinwoners: natuurlijke personen die in België hun Voorwaarden:
woonplaats of zetel van fortuin hebben. 1. Exploitatie onderneming/verrichting winstgevende aard
Woonplaats: kijken naar omstandigheden 2. Rechtspersoonlijkheid
(bestendigheid en continuïteit) 3. Beheer in België
o Bestendig verblijf buitenland: 24m
Zetel van fortuin: plaats waar fortuin wordt Criteria zetel werkelijke leiding:
beheerd Zetel in de statuten
Plaats waar algemene vergadering en raad van bestuur
Art 5 WIB: wereldwijd inkomen wordt in België belast vergaderen
Plaats waar strategische beslissingen worden genomen,
≠ voorbereiding
Dubbel inwonerschap? Inwonerschap gekwalificeerde bestuurders (geen
Art 5 OEZO model verdrag: indien je inwoner in 2 staten: marionetten); aansprakelijkheid niet beperkt
tie-breaker rules: Kantoorruimte (indien relevant), gekwalificeerd
a) permanente woning (= winners state) personeel
b) sterkste persoonlijke en economische relaties Briefwisseling, bankrekeningen, boekhouding (voeren
c) gewoonlijke verblijfplaats en bewaren)
d) nationaliteit
e) overleg tussen administraties van landen
Professionaliseringsregel Art 37 WIB: wanneer een belastingplichtige inkomens van Alles wordt hier als beroepsmatig en dus winst gekwalificeerd.
roerende en onroerende goederen ontvangt, zijn dit
beroepsinkomsten wanneer de goederen gebruikt worden
voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheden (art
37 WIB)
Voorwaarden:
1. Risico’s en investeringen
2. Professionele middelen en technieken
3. Repetitief karakter
4. Band met beroepsuitoefening
Niet verhuurd: art 7 WIB Niet verhuurd: wordt niet belast
Eigen woning: vrijstelling (art 12 §3 WIB)
Niet bebouwde onroerende goederen: KI
Bebouwde onroerende goederen: KI + 40%
Verhuurd Verhuurd: werkelijke huurgelden en huurvoordelen belasten
Voor privégebruik
Niet bebouwde onroerende goederen: KI
Bebouwde onroerende goederen: KI + 40%
Voor beroepsgebruik
Werkelijk ontvangen huurprijs
MIN forfaitaire kosten van (art. 13 WIB) 40%
(gebouwde onroerende goederen), met max. 2/3
van het gerevaloriseerd (5,37: 2023) KI
o 10% (ongebouwde onroerende goederen)
Let op: indien professionaliseringsregel van toepassing en
je dus beroepsmatig verhuurt, dan huurgelden belastbaar
(geen KI)
Vaststelling netto-inkomen?
forfaitaire kosten aftrekken (art 13 WIB)
aftrek van interesten van leningen (art 14 WIB)
Belastingtarief? 30%
Dubbele belastingen?
Art 6 + 23 OEZO model verdrag: de andere staat mag
belasten, de woonstaat moet vrijstellen
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberruys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.