Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Nederlands - 6de middelbaar, 2de semester - GUSCO Kaai €20,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Nederlands - 6de middelbaar, 2de semester - GUSCO Kaai

 5 vues  0 fois vendu

Dit document bevat alle te kennen leerstof voor het laatste examen in juni. Heel volledig! Behaalde hier op een mondeling examen rond 80% voor. Nederlands (ASO) in het 2de semester, 6de middelbaar. (Richting Economie-Moderne Talen)

Aperçu 4 sur 34  pages

  • Non
  • De te kennen onderdelen staan ook in dit boek.
  • 4 juin 2024
  • 34
  • 2022/2023
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
  • Lycée
  • 3rd degree
  • Nederlands
  • 5
Tous les documents sur ce sujet (13)
avatar-seller
aissaverstekene
nederlands



TAALBESCHOUWING

GESCHIEDENIS EN EVOLUTIE VAN HET NEDERLANDS, DEEL 2

6. EVOLUTIE VAN HET NEDERLANDS

6.1 OUDNEDERFRANKISCH/OUDNEDERLANDS (700-1150)

6.1.1 SITUERING EN DEFINITIE

West-Germaans -> uiteenvalling in  talen rond 500

-> het begin v/h Nederlands ten vroegste hier gesitueerd.

Taalwetenschap -> laat Oudnederlands iets later starten: 8 e eeuw.

Hoe wordt bepaald wanneer een taal begint?

 Algemeen: kijken nr oudste geschreven materiaal dat is overgeleverd.
o Ligt voor het Nederlands niet zo voor de hand.

ON = moeilijk te (onder)scheiden van verwante WG talen.

Onderzoekers baseren zich op plaats v. ontstaan en op taalkundige kenmerken.

Vaak kan men er niet onderuit geraken of een tekst … is

 Oudnederlands
 Oudhoogduits -> voorloper Duits
 Oudsaksisch -> voorloper Nederduits, in Noord-Duitsland gesproken
 Oudengels


Oudste Nederlands is geen eenheidstaal -> soort cocktail: Oudnederfrankische dialecten met Oudsaksische
(Ingveoons -> Noordzee-Germaans)

-> dus eerder verzameling van aan elkaar verwante dialecten.



In vroege ME, ONs taalgebied dat nu groot deel vh huidige Nederland, België en het N v Frankrijk omvat (Niet
Groningen en Friesland).

6.1.2. BRONNEN

Bronnen= schaars

Redenen?

 Invallen en plundertochten Vikingen
 Orale literatuur (verhalen over Arthur en Walewein, mondeling, perkament was ontzettend duur)
 Analfabetisme gewone volk (alleen monniken konden lezen en schrijven -> Latijn)

Welke bronnen?

, nederlands


De ONF teksten die zijn overgeleverd -> eigenlijk geen teksten zoals we die vandaag de dag kennen

 eerder
o toponiemen (plaatsnamen)
o losse woorden
o glossen (verklarende aantekeningen in de kantlijn)
o korte zinnetjes of fragmenten uit directe vertalingen van bijbelteksten

Lex Salica in de Malbergse Glossen

 Oudste Nederlandse zinnetje -> te vinden in de Malbergse Glossen
 De glossen komen uit de Lex Salica, Latijnse tekst uit 6e eeuw die we kennen uit afschriften van de 8e
en 9e eeuw
 De Lex Salica= de wettekst vd Salische Franken die omstreeks 512 in opdracht van de Merovingische
koning Clovis werd opgetekend
 De tekst is ontstaan in een gebied waar nu Nederlands wordt gesproken
 'Malbergs' verwijst naar de malloberg, plaats waar de Franken hun rechtszittingen hielden
 Formules moesten letterlijk worden uitgesproken om rechtsgeldig te zijn

 Maltho thi afrio lito
(lett.): '[Ik-] meld [aan-] jou [ik-] bevrijd (jou), laat'.
"Ik zeg je: ik maak je vrij, halfvrije."

6.1.3. KENMERKEN OUDNEDERLANDS

Fonologie

-> ON vertoont eigen klankontwikkelingen die in andere Germaanse talen niet plaatsvonden.

 De consonantencluster -ft- werd in Oudnederlands tot cht
Nhd: Stiften Onl: stihtan Nnl: stichten

 In het geval van ch vond een assimilatie plaats tot ss
Nhd: Füchse Eng: fox Onl: vusso Nnl: vossen

 De Oudnederlandse cluster ol + d/t diftongeerde tot ou + d/t
Nhd: alt Eng: old Nnl: oud Nhd: Gold Eng: gold Nnl: goud

 De verlenging van korte vocalen in open syllaben met klemtoon liet een vocaalverschil tussen enkel-
en meervoud ontstaan, die we in het hedendaags Nederlands terugvinden: spel - spelen, vat – vaten

 De Germaanse tweeklanken ai en au zijn in het Oudnederlands tot monoftongen geworden
Nhd: Bein Nnl: been Nhd: Baum Nnl: boom




Syntaxis

Terwijl het Gotisch slechts 2 tijden kende, nl presens en preteritum, blijkt het Oudnederlands al een
futurumomschrijving met behulp van zullen en het voltooid deelwoord te kennen:

, nederlands


 Gan zal ic
 hebban olla vogala nestas hagunnan

6.2. HET MIDDELNEDERLANDS (1150-1550)

6.2.1. MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIE

 In 2e helft vd 12e en zeker id 13e eeuw groeiden en bloeiden de steden in de Zuidelijke Nederlanden.
 De machtsverschuiving van adel en geestelijkheid naar de burgerij in de steden begunstigde het
gebruik vd volkstaal boven het elitaire Latijn
 Econ. groei en schaalvergroting leidden tot toeneming van contacten en communicatie
 Interdependentie tss de gewesten schiep de behoefte aan een bovengewestelijke voertaal=
uniformisering
 Parallel hiermee liep het streven naar grotere politieke eenheden vanaf 1300
 Het was een reactie op de territoriale versnippering met autonome graafschappen, hertogdommen en
bisdommen, een gevolg van het feodale stelsel
 Filips de Goede slaagde erin om bijna alle gewesten onder zijn gezag te brengen, wat de ontwikkeling
van een Nederlandse eenheidstaal alleen maar bevorderde

6.2.2. DEFINITIE

Het MN = verzameling aan elkaar verwante dialecten die werden gesproken en geschreven in het huidige
Nederlandse taalgebied.

6.2.3. BRONNEN

2 soorten bronnen kunnen worden onderscheiden

 Ambtelijke teksten
 Literaire teksten

Voordeel van ambtelijke teksten:

 plaats en datum zijn bekend
 document is opgesteld in de volkstaal

6.2.5. KENMERKEN MIDDELNEDERLANDS

Fonologie

 Vocaalreductie: heldere klinkers in zwak beklemtoonde syllaben worden een doffe ‘e’
 Spontane palatalisatie van de lange û > uu, bijvoorbeeld hûs > huus (rond 1100);

 diftongering van klanken uu en î tot uy/ui en y/ij, vb: huys en myn/mijn in het Brabants en
Hollands (rond 1400).

 typisch kenmerk voor het Vlaams is bijvoorbeeld onverwachte aan- of afwezigheid van de letter h voor
woorden die met een klinker beginnen: hute, hesele (uit, ezel) en ondert, ant (honderd, hand)
 overgang sk > sch, bijvoorbeeld scrîven > schrîven




Morfologie

, nederlands


 Door vocaalreductie boet het naamvallensysteem aan belang in. Een vastere woordvolgorde en
voorzetselconstructies komen geleidelijk in de plaats.

Syntaxis

In vroege ME benoemden de mensen taal vaak naar de  stammen

 Angelen (Engels)
 Saksen (Saksisch)
 Friezen (Fries)
 Franken (Frankisch)
 enz.

 In 1482 duikt in een Goudse incunabeli voor het eerst de term nederlantsche tale op, en dat in
tegenstelling tot overlantsche tale (Hoogduits)
 De 2 benamingen zijn ellipsen voor Nederlandsch Duytsch en Overlantsch Duytsch of Hoogduytsch
 Evolutie naar Nederlands en Duits = duidelijk

 In 1550, het woord Nederlands al gemeengoed in het Zuiden -> getuige? = het boekje vd Gentenaar Jonas
Lambrecht "Nederlandsche Spellijnghe"
 In dezelfde periode waren ook al de provinciale varianten als Vlaams of Hollands gangbaar, soms ook als
benaming vh geheel
 Door de expansie vd Republiek geraakte de taal op veel plaatsen in de wereld gekend als Hollands
 Het Nederlands wordt vooral voor 1600 gewoon Duytsch genoemd, vandaar ook het Engelse Dutch. Tot in
de 19e eeuw bleef ook de benaming Neder-Duitsch gangbaar
 Het Nederlands is dus een taal met vele namen




6.3. HET NIEUWNEDERLANDS (VANAF 1550)

6.3.1. KENMERKEN

Morfologie

 verdwijnen van uitgangen ) bedde -> bed
 naamvallensysteem slijt verder af: enkele restanten (‘der’ en ‘des’)

1574: 1e woordenboek der Nederlandse taal, nl. Dictionarium Teutonico-Latinum van Cornelis Kiliaan

1584: de 1e grammatica vh Nederlands, nl. Twe-spraack vande Nederduitse Letterkunst geschreven door o.m.
Hendrik Laurenszoon Spieghel, Amsterdamse rederijker




6.3.2 STANDAARDISERINGSPROCES

 1e tendens tot standaardisering vh Nederlands -> late 15de en de 16de eeuw
 Historische omstandigheden daarvoor waren aanwezig
 Door sterke  van handelscontacten en interregionaal verkeer -> dringend nood aan eenheidstaal
 Vooral de burgerij -de nieuwe heersende sociale klasse- had daar behoefte aan
 Burgerij bestond vnl uit kooplieden die zo groot mogelijke afzetmarkt wilden creëren vr hun producten
of diensten

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aissaverstekene. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €20,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

82191 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€20,49
  • (0)
  Ajouter