Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoorcollege aantekeningen €4,46   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoorcollege aantekeningen

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Hoorcollege aantekeningen compleet

Aperçu 4 sur 74  pages

  • 4 juin 2024
  • 74
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • &tab; a. tavakolnia
  • Toutes les classes
avatar-seller
Insolventierecht en zekerheid
Week 1
Kennis van het insolventierecht?
 “Lakmoesproef van het recht” of “Gymnastieklokaal van het recht” (1911)
o “Het gymnastieklokaal der rechtswetenschap, waar alle verhoudingen, op het sterkst
gespannen, tot de meest intense ontplooiing van hun kracht komen.”
 “Bankruptcies are to lawyers, what blood is to sharks”
o Commercieel interessant
 Maatschappelijk ook zeer relevant

Faillissementen als maatschappelijk fenomeen
 Bekende faillissementen:
o Fokker 1996
o Van der Hoop Bankiers 2005, Ice-Save Bank IJsland 2008
o Lehman Brothers VS 15 september 2008: begin van de grote financiële crisis
o DSB 2009
o Kip Caravans 2007 en 2e keer 2010, weer ‘doorstart’
o V&D 2015: 62 warenhuizen en 250 La Place, 10.000 werknemers
o McGregor 2016: 150 eigen winkels, 1200 werknemers, McGregor (2017!)
o MC Slotervaart 2018
o ‘Zwarte lente voor retail’ 2019: Intertoys
o Conservatrix, december 2020, 80.000 polishouders gekort
o Scotch and Soda 2023
o Van Moof 2023
 Onbekende faillissementen, grote aantallen (bron CBS):
o 2013: 8.376 (exclusief eenmanszaken)
o 2020: 2.684
o 2021: 1.537
o 2022: 1.854
 Faillissement van landen? Griekenland?
o Nee, HR Suriname: dat zou volgens HR een volkenrechtelijk ontoelaatbare inbreuk maken op
de soevereiniteit van de betreffende vreemde Staat

Faillissement: Lunchroom The Place
Onderscheid maken tussen de activa
(spullen) en de rechtspersoon. De pijlen
zijn vorderingen op iemand.

Als iemand failliet gaat verkoopt de curator
alles en die deelt uit aan schuldeisers. De
rechtspersoon gaat dan weg. De
aandeelhouder is niet aansprakelijk.




Doelen van het insolventierecht?
 (Eerlijk) verdelen wat er is?
 Opruimen? Als een project faalt, dan moet iemand het opruimen
 Reorganiseren? Zie week 6. Als een bedrijf de schulden niet meer kan betalen, kan je de stekker eruit
trekken en alles verkopen, of je kan reorganiseren.
 Bescherming tegen agressieve schuldeisers? Vooral bij natuurlijke personen
 Opsporen fraude en achterhalen vermogen?
 Effectueren bestuurdersaansprakelijkheid?
 Laag houden kosten van krediet?

1

,Theoretische benadering: waarom een faillissementsprocedure?
 Creditors’ Bargain Theory: als crediteuren van tevoren zouden overleggen wat ze zouden doen wanneer
hun schuldenaar niet meer allen kan betalen, zouden ze tot een collectieve (insolventie)procedure
besluiten
 Waarom zouden ze dat doen? Omdat ze dan uiteindelijk meer zouden krijgen
 Insolventie is een common pool probleem: iedereen wil tegelijk in één keer worden voldaan
 Leidt tot inefficiëntie en waardevernietiging
 Common pool problemen algemeen?

Common pool/tradegy of the commons (creditors’ bargain theory): al weet je dat iedereen beter af is, als jij het
als eerste krijgt ben je zelf sws het beste af
 Redenen voor collectieve procedure:
1) Hogere opbrengsten: “This is derived from the commonplace notion: that a collection of assets
is sometimes more valuable than the same assets would be if spread to the winds. It is often
referred to as the surplus of a going-concern value over a liquidation value.”
 Het faillissement van de pizzeria leverde meer op indien het als geheel wordt
verkocht, dan wanneer de stoelen en de oven allemaal apart worden verkocht.
2) Minder kosten procedure: geen strijd van allen tegen allen
3) Minder ‘financieringskosten’(ex ante): anders schuldeisers bang (monitoring costs) dat andere
schuldeiser zijn vordering geheel verhaalt
 Van theorie naar praktijk: hoe belangrijk vindt de HR het common pool probleem? (Zie later)

De harde realiteit voor schuldeisers
 Vaak geen uitkering aan concurrente schuldeisers: 75% van de faillissementen
 Indien reeds uitkering, veelal erg laag en pas na jaren: gemiddelde uitkering rond 3%
 (Heel) soms echter tot 100% betaling aan concurrente crediteuren
 Faillissementsrecht moet regels geven voor grote en kleine faillissementen en voor ‘lege’ en ‘volle’
boedels
o Faillissementsrecht dient veelheid van uiteenlopende en soms botsende doelen
o In praktijk is ‘opruimen’ ook belangrijke functie

Vier insolventieprocedures: insolventie is het probleem als je jouw schulden niet meer kan voldoen
 Faillissement (artikel 1 – 213 Fw): gericht op liquidatie
 Surseance van betaling (artikel 214 – 283 Fw): tijdelijke maatregel, bedoeld om te reorganiseren
 WSNP, Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (artikel 284 – 362 Fw): als mensen zelf te veel
schulden aangaan is dit een manier om te zorgen dat ze hier uitkomen
 WHOA, Wet Homologatie Onderhands Akkoord (artikel 369 - 387 Fw): reorganisatie gedachte dat te
veel schulden niet het einde hoeft te betekenen

Faillissement en surseance van betaling
 Faillissement (artikel 1-213 Fw):
o Algemeen beslag op goederen van schuldenaar ten behoeve van schuldeisers. Met faillissement
komen individuele beslagen te vervallen (artikel 33 Fw)
o Zie voor individuele beslagen Rv
o Kern: beslag gevolgd door te gelde maken van activa. Verdeling van opbrengsten onder de
schuldeisers
o Procedure gericht op liquidatie (te gelde maken) van vermogen
o Artikel 68 Fw: “De curator is belast met beheer en vereffening van de failliete boedel.”
 Surseance van betaling (artikel 214-282 Fw)
o Tijdelijke maatregel
o Uitstel van betaling waardoor schuldenaar de kans krijgt orde op zaken te stellen. Eventueel
door aanbieden van ‘akkoord’
o Akkoord: schuldeisers stemmen over alternatief plan en de gedachte is dat schuldeisers meer
krijgen dan bij liquidatie
o Herhaalde pogingen om wettelijke mogelijkheid reorganisatie rechtspersoon te verbeteren




2

,Probleem van surseance van betaling
 Surseance voorportaal van faillissement (98% van surseancegevallen wordt omgezet in faillissement)
o Oorzaak i: te laat aangevraagd
o Oorzaak ii: surseance werkt niet tegen preferente schuldeisers
o Oorzaak iii: reorganisatie veel makkelijker door faillissement dan door surseance. Doorstart
 Doorstart door faillissement?
o Makkelijker om ‘van personeel af te komen’
o Overname activa uit faillissement door nieuwe rechtspersoon. Vaak zelfde personen achter
nieuwe rechtspersoon als oude rechtspersoon (engelse term: Phoenixing)
o Phoenixing mogelijk verwarrend. Maak altijd onderscheid tussen onderneming (activa) en
(nieuwe) rechtspersoon waarin onderneming wordt gedreven!
o Belangrijk doel van dit vak is dit onderscheid goed te leren maken

Doorstart door faillissement met zittende aandeelhouder?
Lunch Capital NV is als onderneming aandeelhouder van The Place BV I (deze
rechtspersoon gaat failliet) en Lunch Capital NV richt een nieuwe rechtspersoon
op, genaamd The Place BV II.

Schuldeisers van The Place BV I kunnen niet aankloppen bij The Place BV II.

Wat indien je niet de rechtspersoon wil redden, maar de onderneming?  Pre-
pack (buiten wettelijke regeling)


Pre-packs
 Voorbereide verkoop met als doel waardebehoud en mogelijk werkgelegenheid. Al voor faillissement
wordt een verkoop voorbereid
 Rechtspersoon gaat werkelijk failliet. Onderneming draait door. Verkoop wordt uitgevoerd door curator
 Pre-pack: beoogd curator voor aanstelling ‘meekijken’
 Belangrijke vragen:
o Wie koopt er?
o Hoe wordt de koopprijs bepaald en betaald?
o Wat gebeurt er met werknemers en leerstuk overgang van onderneming ex artikel 7:662 BW
en artikel 7:666 BW? Geldt bescherming van ‘overgang van onderneming’ wel of niet bij
voorbereide doorstart door faillissement?
 HvJEU 2017 FNV/Smallsteps: bescherming geldt wel bij doorstart als in dat geval
vormgegeven
 Hierdoor pre-pack veeeeeeel minder gebruikt
 HvJEU 2022 FNV/Heiploeg: bescherming geldt niet bij wettelijk geregeld pre-pack
die ertoe strekt in de faillissementsprocedure een liquidatie van de draaiende
onderneming te vergemakkelijken waarbij een zo hoog mogelijke uitbetaling aan de
gezamenlijke schuldeisers wordt bereikt en de werkgelegenheid zo veel mogelijk
wordt behouden, mits een dergelijke pre-packprocedure wordt geregeld in wettelijke
of bestuursrechtelijke bepalingen.

WSNP (Wet Schuldsanering natuurlijke personen)
 Wat indien geen WSNP?
 Wat gebeurt er met de persoon als vermogen vereffend (alles verkocht) is, na faillissement?
o Rechtspersoon eindigt, maar natuurlijk persoon blijft bestaan. Schuldeisers kunnen verhaal
blijven nemen. Overgeleverd aan schuldeisers zonder einde
o WSNP (artikel 284-361 Fw)
 Als je deze procedure doorloopt eindig je met een schone lei: artikel 358 Fw. Geldt
niet voor studieschulden en strafrechtelijke veroordeling
o Het verzoek op WSNP wordt slechts toegewezen indien voldoende aannemelijk (artikel 288
Fw): b. dat schuldenaar ten aanzien van ontstaan of onbetaald laten van schulden in 3 jaar (was
5 jaar) voor verzoekschrift, te goeder trouw is geweest
o Gedurende bepaalde termijn, zo veel mogelijk terug te betalen. Schuldenaar houdt inkomen ten
belope van beslagvrije voet. Termijn van 18 maanden! (Was 3 jaar!)

3

, WHOA (week 6)
 Wet Homologatie Onderhands akkoord
 Per 1 januari 2021
 Door middel van akkoord met gezamenlijke schuldeisers wordt schuldenlast weer dragelijk gemaakt
 Schuldeisers kunnen ook bij tegenstemmen gedwongen worden aan akkoord, met checks and balances
 Rechtspersoon blijft bestaan!

Basisbeginselen insolventierecht
 Artikel 3:276 BW: Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn
vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen.
o Alles wat je hebt, geldt als verhaalsobject
 Artikel 3:277 lid 1 BW: Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, na voldoening van de
kosten van executie, uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan
naar evenredigheid van ieders vordering, behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang.
o In beginsel zijn schuldeisers gelijk, tenzij er voorrang is
 In hoeverre kan je ‘banken’ (alles houden wat je hebt opgebouwd) in het leven?
o In principe niet mogelijk goederen af te zonderen
 Wat vind je van huis in een stichting onderbrengen (HR Aerts/Stichting Waaldijk)?
 HR Aerts/Stichting Waaldijk: misbruik van rechtspersoonlijkheid, niet alleen door de
man zelf maar ook door de stichting
o Je kan wel de risico’s onderbrengen in rechtspersoon en gebruik maken van beperkte
aansprakelijkheid

Procedure: verloop van een faillissement
 Wettelijk systeem
o 1) Faillietverklaring
o 2) Verificatievergadering (iedereen dient zijn vordering in, dan weet je pas wie schuldeiser is)
o 3) Liquidatie van activa
o 4) Uitdeling aan schuldeisers
 Praktijk
o 1) Faillietverklaring
o 2) Liquidatie van activa
Indien geld te verdelen
o 3) Verificatievergadering
o 4) Uitdeling aan schuldeisers
 Bij pre-pack materieel voor faillissement verkocht, waarna koopovereenkomst pas formeel in
faillissement door curator gesloten en uitgevoerd

Verschillende vormen van faillietverklaring
 Eigen aangifte (al dan niet gepusht door de bank)
 Verzoek van schuldeisers
o Criteria: de schuldenaar verkeert in toestand dat hij heeft opgehouden te betalen (artikel 1 Fw)
 Pluraliteit van schuldeisers (meerdere schuldeisers). Common pool probleem!
 Tenminste één heeft een opeisbare vordering die niet voldaan wordt.
 Maak onderscheid tussen materieel en formeel ‘failliet’:
o Materieel: meer schulden dan bezittingen of ‘negatief eigen vermogen’
o Formeel: door de rechter failliet verklaard onder benoeming van curator.

Benoeming curator en RC
 Wie wordt curator?
o In Nederland vrijwel altijd advocaten. Bij hoge uitzondering, accountant ‘bijbenoemd’.
Bijvoorbeeld bij Van der Hoop-faillissement
o In Engeland accountants
 Wie betaalt de curator?
o Voldaan uit de boedel
o Wat indien ‘lege boedel’?
o Curator opereert onder toezicht van RC

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmine2000. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,46
  • (0)
  Ajouter