Personen-en Familierecht
Personenrecht
- Onderdeel burgerlijk recht
- Bepaalt in het algemeen wie een persoon is, welke zijn rechten en plichten
zijn als enkeling
- Regelt de bescherming van personen
Ø Het regelt in elke mate personen mogen deelnemen aan het rechtsverkeer
Familierecht
- Onderdeel van het burgerlijkrecht
- Regelt het statuut van verhouding enerzijds gebaseerd op afstamming en
anderzijds op levensgemeenschap tussen volwassenen
(Vindplaats dia 5)
Belang van de rechtspraak
- Leemten in de wet opvullen
- EHRM : arrest Marckx/België d.d. 13.06.1979 (de Belgische wetgeving over
de natuurlijke kinderen maakt op 3 punten een schending uit van het EVRM)
- GwH: Hoven en Rechtbanken kunnen préjudiciële vragen stellen, wetten
toetsen aan sommige bepalingen van de Gw, o.a. art 10 (gelijkheidsbeginsel)
en art. 11 (discriminatieverbod)
Raakvlakken met andere rechtsvakken
huwelijksvermogensrecht
- “familiaal vermogensrecht” (Boek II, Titel 3 Relatievermogensrecht)
Erfrecht
- “erfrechtelijke overgang van de goederen binnen de familie” (Boek IV:
nalatenschappen, schenkingen en testamenten)
Gerechtelijk privaatrecht
- Familierechtbank binnen de Rechtbank van Eerste Aanlegà één dossier
één rechter (opgericht door wet 30.07.2013)
- bemiddelen via KMS,
- hoorrecht
1
,Strafrecht
- “familieverlating”, art. 391bis Sw
- “kindermisbruik
Het fiscaal recht en het sociaalzekerheidsrecht
- “ de familiale verhoudingen”
Samenhang tussen personen en familie recht
Naamrecht
- Personen recht (staat van persoon)
- Familierecht (afstamming, adoptie)
Jeugdbeschermingsrecht
- Personenbeschermingsrecht: belang van het kind
- Familierecht: opvoeding
Deel 1. Personenrecht
Titel 1. Persoonlijkheid
Hoofdstuk 1. De persoon
Begrip personen
= elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten
- Deze eigenschap heet rechtsbekwaamheid
Soorten personen
- Natuurlijke personen
- Rechtspersonen
Natuurlijke personen
- De natuurlijke persoon: alleen mensen zijn personen (dieren nietà genieten
wél een zekere beschermng)
- Elke mens heeft rechten en plichten
- Kan goederen kopen, mag huwen, kan ervan, mag schenken …
- Alleen de levende mens is een persoon (embryo, lijk, foetus hebben geen
rechtspersoonlijkheid wel bijzondere rechtsbescherming)
- Zijn allen rechtsbekwaam en principieel in gelijke mate (art. 10 Gw. en art. 4
oud BW)
Dia 14
Beperking subjectieve rechten
- Wet of rechter ontneemt of ontzegt aan enkele personen een beperkt aantal
subjectieve rechten
2
,Beperking rechtsbekwaamheid
- Vreemdelingen hebben niet alle politieke rechten (stemrecht, bekleden van
een politiek mandaat)
- Bepaalde door wet opgesomde personen in relatie tot bepaalde andere
personen (lees art. 4.142 BW en art. 215 oud BW à echtgeno(o)t(e) kan de
gezinswoning niet verkopen)
- Door rechter (lees art. 4.6 BW à onwaardigheid om te erven) en art. 32
Jeugdbeschermingswet à ontzetting uit ouderlijk gezag)
De rechtspersoon
- Een groepering van mensen of rechtspersonen die als groep drager zijn als
groepering van rechten en plichten
Gevolg -> rechtspersonen kunnen, los van de samenstellende natuurlijke personen,
aan het rechtsverkeer deelnemen zoals een mens, als dragers van subjectieve
rechten en plichten
Vb.: verenigingen (vzw’s), vennootschappen
Ontstaan en beeindiging van de persoonlijkheid van de natuurlijke
persoon
Ontstaan
- Vangt aan met de geboorte
Levend: vanaf 24 weken (6 maanden), een doodgeboren kind verwerft
geen persoonlijkheid
Levensvatbaar: dus niet in de onmogelijkheid verkeren om te
overleven (bv extreme vroeggeboorte niet)
- Een verwekt kind: kan al titularis zijn van bepaalde rechten en plichten voor
de geboorte in zoverre het later levend en levensvatbaar geboren wordt.
(vb kind van Wouter Weylandt. ‘Infans conceptus pro iam nato habetur
quotiens de commodo eius agitur’)
- Vermoeden van verwekking: 300 tot 180e dag voor geboorte (examen)
Beeindiging
- Eindigt met overlijden
- Bij euthanasie wordt geacht natuurlijke dood gestorven te zijn voor wat
betreft uitvoering overeenkomst waarbij hij partij was
(vb.levensverzekering)
- Verdacht overlijden? (Mogelijk dient gerechtsarts ingeschakeld te worden)
- Faillietverklaring is mogelijk 6 maanden na overlijden
3
, - Geen definitie van ogenblik van dood. ( wanneer alle functies nodig voor
handhaving menselijk leven “volledig” en “onomkeerbaar” uitgevallen
zijn
Wat bv bij;
- Orgaanuitneming ‘ex mortuo’: het overlijden van de donor moet worden
vastgesteld door een college van drie geneesheren
- Commorientes-leer: indien de volgorde waarin twee of meer personen
zijn overleden niet kan worden bepaald , stelt de wet een vermoeden van
gelijktijdig overlijden (examen)
vb. vliegtuigramp, treinramp
Deel 1. Personenrecht
Titel 1. Persoonlijkheid
Hoofdstuk 2 De staat van de persoon
De bekwaamheid
De burgerlijke stand
Staat van de persoon
- Geheel van pesroonlijke en persoonlijke relatiegebonden hoedanigheden
van een persoon die zijn juridische plaats in de maatschappij en de familie
bepalen, bv Belg zijn, gehuwd zijn, …
- Het is een rechtstoestand van een persoon die zijn rechten en plichten
bepalen
- Zie art. 6, § 2 oud BW
Tegenover wie/wat geldt deze rechtstoestand?
- De overheid (nationaliteit)
- De familie (verwantschap of gehuwd of niet)
- De enkeling (leeftijd, geslacht, psychische geestestoestand, elementen
die de persoon identificeren zoals zijn naam en zijn woonplaats)
è Deze individuele aspecten van de persoon worden aangeduid als elementen
van staat
Verkijging van de staat
- Gezien het belang van deze staat kan deze enkel voortvloeien uit of
krachtens een wet
4