Samenvatting van 'de patient op de IC';
- De diagnostiek,
- Glasgow Coma Scale,
- Herstel uit coma,
- Richtlijn Licht Taumatisch Hersenletsel,
- De logopedist op de IC
Tracheacanule
- Uitleg over de tracheacanule.
- Indicaties voor een tracheacanule.
- Vormen van een tracheacanule.
- Stappen...
Behandeling van orofaryngeale slikstoornissen, dysfagie
Behandeling van Dysartrie en Dysfagie introductie
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Logopedie
Afasie
Tous les documents sur ce sujet (3)
1
vérifier
Par: lindaboerema • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
frederikedegraaf
Avis reçus
Aperçu du contenu
AFASIE
BOEK AFASIE
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
Afasie = verworven taalstoornis t.g.v. plotseling optredend hersenletsel, ontstaan nadat taal
verworven is. Afatisch taalgebruik = moeite met vinden juiste woorden, grammaticaal min of meer
intact. Grammaticale stoornis = lid- en werkwoorden weglaten en geen grammaticale zinnen.
DEFINITIE AFASIE (term uit het Grieks, apathos = geen spraak)
Verworden taalstoornis, veroorzaakt door focaal hersenletsel dat ontstaat nadat de taal verworven
is.
Taalstoornis: centrale taalstoornis die zowel taalproductie als taalbegrip en gesproken als
geschreven taal betreft. (Bij afatisch – woord niet weten, ook niet schrijven > vermogen om
woorden op te roepen is beperkt. Bij grammaticaal in productie - vaak ook het vermogen complexe
zinnen begrijpen aangetast.) Afasie onderscheiden van spraakstoornissen en
taalontwikkelingsstoornissen.
Naast hersenletsel vaststellen, moet het gaan om focaal hersenletsel (focus van letsel die
taalstoornis veroorzaakt). Bij diffuus letsel (bepaalde typen dementie), geen sprake van afasie.
Uiteindelijk wel taalstoornis bij dementie, progressief van aard, dan wel ‘afasie bij dementie’.
Tot slot alleen afasie als periode van taalverwerving is afgesloten, grammaticaal rond 12j voltooid.
NL telt ongeveer 30.000 afasiepatiënten = prevalentie. Elk jaar 10.000 nieuwe = incidentie. Bij veel
verdwijnt het binnen een paar weken, ongeveer 1/3 die afasie krijgen overleeft het eerste jaar niet.
OORZAKEN AFASIE
Hersencellen kunnen alleen goed functioneren als zij van voldoende zuurstof en voedingsstoffen
(zoals glucose) worden voorzien > aangevoerd via bloed. Sterven af als gedurende paar min te
weinig zuurstof en glucose aangevoerd worden = necrose.
In eerste maanden vooruitgang en zelfs herstel taalfuncties mogelijk. Door zuurstoftekort ontstaat
oedeem, neemt ruimte in, door de schedel geen ruimte voor > druk op gezonde hersencellen.
Diaschise = intacte hersengebieden functioneren niet meer, omdat hersengebied waarmee ze in
verbinding staan is afgestorven.
Vier mogelijke oorzaken van verworven hersenletsel: 1. beroerte, 2. trauma, 3. tumor, 4.
ontsteking.
Beroerte - hersenen door 3 arteriën van bloed voorzien, die taalgebieden van O2 en
voedingsstoffen voorzien. Als bloedvoorziening door deze arteriën stopt kan afasie optreden. 85%
gevolg van beroerte = cerebrovasculair accident (CVA) > kan op 3 manieren ontstaan:
1. Door hersenbloeding, waarbij arterie in hersenen scheurt. Als gevolg daarvan krijgen
gebieden onvoldoende voedingsstoffen, dus kan niet langer functioneren. Bloed dat eruit
stroomt kan nergens heen > druk verhoogt op omliggende gebieden > ook onvoldoende
voedingsstoffen.
2. Door trombose (bloedprop in slagader). Normaal stolt bloed in buitenlucht zodat bloeden
stopt. Als wand slagader beschadigd, kan stolling optreden in bloedvat. Als dit stolsel groeit
> verstopping > achterliggende gebieden O2 tekort > niet functioneren.
3. Trombose in halsslagader of hart > stukken stolsel afbreken en meegevoerd met
bloedstroom, noemt met embolie, kan kleinere slagader afsluiten waardoor gebied afsterft.
Trauma - contusio cerebri = hersenkneuzing = traumatisch hersenletsel. Onderscheid open en
gesloten schedelletsel. Open letsel verhoogt kans op complicaties, zoals infecties. Vaak groter en
diffuser dan focaal > vaak gepaard met andere cognitieve stoornissen die veelal prominenter zijn
dan taalstoornis (geheugen en gedragsproblemen). Kan ook door schotwond.
Tumor - het maakt niet uit of het goed- of kwaadaardig is. Neemt ruimte in, groeiende tumor drukt
op gezond weefsel en als dit weefsel betreft dat relevant is voor taal, kan afasie ontstaan.
Ontsteking - minst voorkomend is ontsteking, zoals meningitis of encefalitis (hersenontsteking).
Leiden zelden tot taalstoornissen, betreffen alleen gevalsstudies.
TAAL EN HERSENEN
Hersenen 3 delen: cerebrum (grote hersenen), truncus cerebri (hersenstam) en cerebellum (kleine
hersenen). Bestaan uit 2 symmetrische helften (hemisferen) die van elkaar worden gescheiden en
op lager niveau met elkaar verbonden door hersenbalk = corpus callosum. Beide hemisferen 4
hersenkwabben: frontaal-, pariëteel-, temporaal- en occipitaalkwab. Sterk geplooid, bestaan
daardoor uit windingen (gyri, enkelvoud gyrus), door groeven gescheiden. Frontaal- en
, pariëtaalkwab gescheiden door groeve van Rolando = sulcus centralis of sulcus Rolandi. Frontaal-
en temporaalkwab zijn gespleten = fissuur van Sylvius = fissura lateralis of fissura Sylvii.
Buitenkant hersenen grijze stof 5mm dik = hersenschors = cortex cerebri. Daaronder dikke laag
witte stof. Hersenschors bestaat uit 10 zenuwcellen (neuronen) en witte stof uit zenuwvezels die
hersendelen met elkaar verbinden waardoor neuronen in vorm van neurale netwerken met elkaar
kunnen communiceren. Bij 95-98% R handigen taal in L hersenhelft. Bij 70% L handigen ook en
30% in R helft (voornamelijk als L handigheid familiair bepaald). Afasie meestal door laesie L
hemisfeer = dominante hemisfeer. Als R handig afasie krijgt t.g.v. laesie R hemisfeer = gekruiste
afasie (zeldzaam). Afasie meestal veroorzaakt door corticale laesies. T.g.v. subcorticale laesie is
zeldzamer = subcorticale afasie.
Functies van de linkerhemisfeer - frontaalkwab: (1) motorische vaardigheden en (2) taal.
1. Voor groeve Rolando ligt precentrale winding = motorische cortex > motorische
vaardigheden van contralaterale kant lichaam = motorische homunculus. Laesies hierin
ernstige gevolgen: naast contralaterale kant verlamd (vaak R), articulatiestoornissen.
2. - Onderste deel of voet 3e frontaalwinding L zijde = gebied van Broca. Beweerde dat taal in
L frontaalkwab zit. Broca belangrijke rol bij grammatica (betekent niet dat grammatica in
gebied van Broca zit). Grammatica en grammaticaal complexe zinnen gestoord.
- Functie temporaalkwab t.a.v. taal is auditieve analyse. Middelste delen van bovenste
windingen bdz/bilateraal analyseren en herkennen geluiden. Laesie bilateraal in bovenste
temporaalwindingen hoort geluid wel, maar geen onderscheid maken = auditieve agnosie.
In L hemisfeer gebied van Wernicke = achterste deel bovenste temporaalwinding = plaats
waar woordvormen zijn opgeslagen > taalbegrip en taalproductie.
- Belangrijkste functie occipitaalkwabben = visus. Ogen projecteren via oogzenuw beelden
op occipitaalkwabben > interpreteren wat ogen waarnemen. Geen dubbele representatie, R
> L en andersom. Afhankelijk aard stoornis > hemianopsie of visueel neglect. Bij
hemianopsie (vaak laesie L) compenseren door hoofd draaien, bij neglect (vaak laesie R)
niet compenseren. Visuele agnosie kan zien, maar herkent het niet. Prosopagnosie =
herkent voorwerp, geen gezicht. Hemianopsie/visueel neglet niet direct te maken met taal
> invloed op prestaties op taaltest.
- Pariëtaalkwab 2 belangrijke functies: bewustzijn tijd/ruimte (registreert
dag/maand/tijd/etc.) en praxis = programmeren van patronen van motorische handelingen
van dagelijkse leven. Patronen verstoord, maar motorische vaardigheden intact = apraxie.
Apraxie: ideomotorische apraxie = niet op commando functie instrument uitbeelden, soms
spontaan. Ideatoire apraxie = problemen met plannen complexe handelingen (aankleden, etc.).
Constructionele apraxie = t.g.v. hersenbeschadiging niet kan tekenen of kopiëren. Buccofaciale
apraxie = handelingen met mond/gezicht op commando niet uitvoeren, spontaan wel. Apraxie >
geheugen en taalproblemen.
Praxis > spreken is complexe motorische vaardigheid, hersenletsel kan dit verstoren = verbale
apraxie.
Kan articulatie niet langer programmeren, is zeldzaam, komt vaker voor i.c.m. afasie. Waarschijnlijk
verantwoordelijke hersengebied in frontaalkwab, vlak voor groeve Rolando in insula (corticaal
gebied). Achter groeve Rolando, in pariëtaalkwab, tegenover motorische strip = sensorische cortex
> tastzin en kinesthesie (vermogen eigen lichaamsdelen te voelen) van contralaterale
lichaamshelft opgeslagen.
Laesie in sensorische cortex > verminderde sensitiviteit. Als motorische cortex intact >
contralaterale deel wel bewegen maar niet voelen, kan resulteren in unilaterale neglect > negeert
1 helft lichaam, gebruikt helft soms niet, hoewel geen motorische beperking. Voornamelijk bij R
hemisfeerletsel.
Hersenlaesies t.g.v. CVA vaak groot en afasie vaak gepaard met andere motorische of cognitieve
functiestoornissen zoals hemianopsie, verlamming R lichaamshelft, apraxie en
articulatiestoornissen.
4 hersenventrikels – 2 zijventrikels en de 3e en 4e
ventrikel, holtes onderling verbonden. Gevulg
met (hersen)vloeistof. Bij beschadiging kunnen
ze uitzetten, wat verhoogde druk geeft, of
krimpen. Bij hydrocefalus = waterhoofd,
vergroot.
Door CT/Computer Tomography hersenweefsel
en ander materiaal zichbaar maken. Bot is wit,
gezond hersenweefsel grijs en vloeistof zwart.
Weefsel geen of onvoldoende O2 gebruikt is ook
zwart. Kan vrij precies lokaliseren. Functionele
verlies en plaats laesie vergelijken terwijl patiënt in leven is. Aangetoond dat laesies in alleen
pariëtaalkwab tot afasie kunnen leiden, terwijl pariëtaalkwab geen taalgebieden bevat. Tevens met
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur frederikedegraaf. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.