Begrippenlijst van inleiding tot de wijsbegeerte gegeven door Pieter Adriaens.
Alle hoofdstukken uit het boek buiten 8,9 en 11. Voor deze hoofdstukken moesten we een vervangende hoofdstukken leren die hier ook in verwerkt zijn: verbetering, comparatieve psychologie en wat is psychopathologie.
Begrippenlijst wijsbegeerte
Hoofdstuk 1: Wat is filosofie?
Fauteuilfilosofen Filosofen die enkel gebruik maken van intuïties en zelden of nooit van
empirisch onderzoek. Engels: armchair philosophers
Intuïtie 17-18de-eeuwse filosofen: kennis die op een onmiddellijke manier wordt
verkregen.
20ste-eeuw: eerder negatieve betekenis; de spontane overtuigingen die we
in onze eigen geest aantreffen wanneer we over een bepaald onderwerp
beginnen
Conceptuele analyse Het ontrafelen en verbeteren van concepten die we in het dagelijks leven
misschien soms te achteloos gebruiken, zoals het concept van liefde.
Gedachte-experiment Een instrument van de verbeelding, dat wordt gebruikt om nieuwe
informatie over een thema te verkrijgen zonder gebruik te maken van
nieuwe empirische data
Incommensurabel Onderling onmeetbaar/ geen gemene maat hebbend
Theoretische deugden Kwaliteiten die we belangrijk vinden bij wetenschappelijke theorieën,
zoals eenvoud en verklaringskracht.
Metafysica Bestudeert de aard en de structuur van de wereld. Bijvoorbeeld wat
betekent het voor iemand dat hij bestaat, zou tijd bestaan als er geen
mensen op de aarde zouden rondlopen, bestaat er zoiets als vrije wil
Determinisme Alle gebeurtenissen en standen van zaken in de wereld worden
veroorzaakt door voorafgaande gebeurtenissen en standen van zaken
Probabilistische oorzaken Maken een bepaald resultaat waarschijnlijker bijvoorbeeld genen
Deterministische oorzaken Garanderen een bepaald resultaat
Logica Legt ons uit wat het betekent om deugdelijk te redeneren en te
argumenteren
Drogreden Redenering die niet correct is maar wel aannemelijk lijkt.
Slippery slope Drogredenering: als we vandaag A doen zal vroeg of laat B volgen, B is
onwenselijk dus mogen we A niet doen.
Epistemologie/ kennisleer De aard, de structuur en de mogelijkheid van onze kennis. Willen weten
wat kennis precies is en hoe we weten wat we denken te weten.
Moraalfilosofie/ ethiek De tak van de filosofie die zich bezighoudt met de kritische bezinning op
het juiste handelen.
Normatieve universum De verzameling van rechten, plichten, aanbevelingen, geboden en
verboden beschreven door filosofen.
Wetenschapsfilosofie De discipline van de wijsbegeerte die onderzoekt hoe de wetenschap te
werk gaat en tot kennis kom
Algemene Houden zich bezig met fundamentele filosofische kwesties die verband
wetenschapsfilosofie houden met wetenschap.
Toegepaste Hebben meer instrumentele interesses. Bijvoorbeeld willen weten of
wetenschapsfilosofie onderzoeksresultaten van wetenschap X een nieuw licht kunnen werpen
op filosofische problemen buiten wetenschap X.
Filosofische vragen met betrekking op specifieke wetenschappen
(hersenwetenschappen, psychologie, seksuologie)
Sciëntisme De overtuiging dat de methoden van de natuurwetenschappen de enige
bron zijn van echte kennis over eender welk onderwerp. (plaatsen
wetenschap boven filosofie; waar de wetenschap begint, eindigt de
filosofie)
Cirkelredenering Iets dat nog niet bewezen is wordt als correct beschouwd.
, Homini universali Gingen geen enkel thema uit de weg en brachten alles in verband in een
groot systeem
Intellectuele Geloof legt grenzen op aan het weten; sommige waarheden zijn ‘van
bescheidenheid bovennatuurlijke origine’ en kunnen niet door het menselijke verstand
begrepen worden, ze moeten simpelweg gewoon aanvaard worden.
Hoofdstuk 2: René Descartes
Heliocentrisme De zon is het middelpunt van het universum en de aarde draait rond de
zon
Geocentrisme De aarde is het centrum van het universum
Traagheidswet Iedere verandering is dus te wijten aan een kracht die van buitenaf
inwerkt op het lichaam
Eerste wet van Kepler Planeten volgen een ellipsvormige baan rond de zon (ipv een ronde
baan)
Doeloorzaak Een oorzaak die tegelijkertijd dienstdoet als doel, een oorzaak die in de
toekomst ligt. Alle artefacten (voorwerpen die door de mens werden
ontworpen) hebben doeloorzaken.
Mechanische oorzaak Oorzaak die eigen is aan een bepaald voorwerp en die voorafgaat aan
de beweging
Mechanisering van het Het systematisch vervangen van doeloorzaken door mechanische
wereldbeeld oorzaken
Artefact Voorwerpen ontworpen door de mens
Scholastiek Middeleeuwse filosofie met een sterk metafysisch karakter die als
onderwijsmethode tot ontwikkeling kwam in de stedelijke scholen en
verder uitgebouwd werd aan de universiteiten
Methodische twijfel Alles in twijfel trekken (ook eigen geliefkoosde overtuigingen)
Malin génie Kwaadaardig genie; misschien wordt zelf ons denken op een
dwaalspoor gezet door God of een ander kwaadaardig génie.
Principe van oorzakelijkheid Principe dat stelt dat alles een oorzaak heeft en dat de oorzaak van iets
minstens even groot moet zijn als het gevolg.
Echte fundamenten (volgens Wiskunde en natuurwetenschappen
Descartes)
Helderheid (Clarté) Een idee is helder als het vanzelfsprekend en direct inzichtelijk is.
Dit betekent dat het idee zo duidelijk is dat er geen enkele twijfel over
mogelijk is, zoals bijvoorbeeld de zekerheid dat 2+2 gelijk is aan 4
Onderscheidenheid (Distinctie) Een idee is onderscheiden als het scherp en duidelijk gescheiden is van
andere ideeën en bewustzijnsinhouden. Het moet niet verward kunnen
worden met iets anders, zodat het in zijn eigen aard volledig begrijpelijk
en herkenbaar is.
Rationalisme Gaat uit van het verwerven van kennis door het gebruik van verstand
Empirisme Gaat uit van het verwerven van kennis door zintuigelijke waarnemingen
Blank state Onbeschreven blad papier
Relativisme Relativisme is het idee dat een bepaald concept niet op zich staat, maar
afhankelijk is van iets anders. Meestal wordt bedoeld dat waarheid
relatief is. De waarheid van een uitspraak of theorie is dan niet
absoluut, maar afhankelijk van de mens met zijn specifieke
eigenschappen
A posteriori godsbewijs Vertrekt vanuit de ervaring
A priori godsbewijs Het vertrekt niet vanuit de ervaring maar vanuit het bestand
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amaura. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.