6. Transmissie en preventie van infecties in de
gezondheidszorgen
6.1 Ziekenhuisinfecties: inleiding
GEMEENSCHAPSINFECTIES = Community-acquired infecties
Infecties opgelopen buiten het ziekenhuis, in de gemeenschap
IATROGENE INFECTIES
Infecties verworven van de arts = infecties verworven tijdens verzorging binnen of buiten het
ziekenhuis
ZIEKENHUISINFECTIES = nosocomiale infecties
Infecties verworven tijdens de verzorging in het ziekenhuis (niet in incubatie bij opname),
van het grieks: nosos = ziekte en komein = verzorgen
• Verworven tijdens opname van de patiënt
• Start tijdens opname
• Meestal gebruikt men als criterium dat de tekens van infectie zich manifesteren meer dan 2 dagen
(48 uren) na opname (incubatieperiode van de meeste bacteriële infecties).
• Dit tijdsinterval is slechts indicatief; van iedere infectie moet worden vastgesteld of deze al dan niet
in het ziekenhuis is ontstaan.
• Het spreekt vanzelf dat een nosocomiale infectie absoluut niet reeds aanwezig of in de
incubatieperiode mag zijn bij opname.
• Start na ontslag, in aansluiting op een opname
• Voorbeelden van infecties die pas duidelijk worden na ontslag:
• Post-operatieve wondinfecties: tot 25% van alle POWI (steeds korter post-operatief verblijf)
• Hepatitis B of C (lange incubatie)
➢ Endogene infectie, of auto-infectie (“self-infection”)
Veroorzaakt door een micro-organisme die reeds aanwezig was bij de patiënt op moment van
opname in het ziekenhuis, vnl. in de maagdarmstelsel, de bovenste luchtwegen, de huid, het
vrouwelijk genitaal stelsel.
Sterke vermindering van de weerstand van de patiënt, antibiotica, immunosuppressiva of bestraling
→ verstoorde evenwicht van normale flora → overwoekering → infectie
➢ Kruisinfectie of exogene infectie
Besmetting van de patiënt door micro-organismen van het ziekenhuismilieu (omgeving, personeel of
andere patiënten).
Exogene infecties zijn over het algemeen gemakkelijker te vermijden dan endogene infecties.
12
,3 belangrijkste transmissiewegen van NI
1. Contact: huid (of slijmvliezen) – huid , met directe fysische overdracht van micro-organismen
van een patiënt naar de andere, of via handen van het personeel Directe (huid/huid) of indirecte
(via voorwerpen) transmissie (inclusief “prikongevallen”)
2. Respiratoire “droplets” (druppeltjes) van > 5 m, die niet lang in suspensie kunnen blijven en
meestal niet verder dan 1 meter verspreidt worden
3. Aërogene (“airborne”) transmissie: partikels < 5 m, die langer in suspensie in de lucht blijven en
gevoelige gastheren op enkele meters van de bron kunnen besmetten
Endemie versus epidemie
Endemie: ziekte die niet op een bepaalde plaats of een bepaalde tijd geconcentreerd is.
Voorbeelden:
- Cholera in sommige ontwikkelingslanden
- Bepaalde ziekenhuisinfecties
Epidemie: ziekte die bij een bepaalde bevolkingsgroep binnen een bepaalde tijd optreedt
- Epidemische ziekenhuisinfecties: plots worden een aantal patiënten van het ziekenhuis door
eenzelfde infectie aangetast.
Noot: epidemische ziekenhuisinfecties kunnen spectaculair zijn, maar de endemische infecties zijn
kwantitatief belangrijker.
Historiek
1. Eerste observaties van Semmelweis: mortaliteit door infectie na bevalling (kraambedkoorts)
→ Introductie van handhygiëne
2. Mortaliteit na amputatie → Introductie van aseptie in de heelkunde (Lister)
Risicofactoren voor ZI
- Gevoeligheid van de patiënt (o.a. belang van ernst van onderliggende aandoening)
- De mate waarin micro-organismen bepaalde lichaamscompartimenten kunnen binnendringen
- Individuele risicofactoren
• (leeftijd)
• hospitalisatieduur
• urinaire sondering
• kunstmatige beademing
• duur van de heelkundige ingreep (geopereerde patiënt: 3x hoger risico).
• immunosuppressieve therapie
- Risico-eenheden
• intensieve zorgen
• eenheden voor brandwonden
• neonatale eenheden
• transplantatie eenheden
• oncologische eenheden
• dialyse eenheden
13
,6.2 Ziekenhuisinfecties: impact
De nosocomiale infecties zullen een bijkomende morbiditeit, mortaliteit en economische kost met
zich meebrengen, naast deze die enkel van de onderliggende aandoeningen van de patiënt waren te
verwachten.
Ontwikkelde landen: tussen 5 en 10% van de opnames worden door nosocomiale infecties gecompliceerd.
Verdeling:
Cijfers:
6.3 Meest voorkomende ziekenhuisinfecties
URINEWEGINFECTIES (UWI)
Majeure risico factor (80%) = urinaire katheterisatie (blaassonde) → 40% van alle nosocomiale
infecties → tweede oorzaak van nosocomiale bloedbaaninfecties
Opmerkingen:
- Lager risico bij éénmalige of intermittente katheterisatie
- Frequentie onderschat omdat veel UWI op verblijfskatheter asymptomatisch zijn (10 à 25% met
symptomen)
- Geen behandeling van UWI indien de patiënt asymptomatisch is en moet gesondeerd blijven (veel
falingen en recidieven te wijten aan biofilms).
Biofilm
- Een biofilm is een laag bacteriën omgeven door zelfgeproduceerd slijm vastgehecht op een
oppervlak.
- Deze bacteriën zijn dan niet bereikbaar voor cellen van het immuunsysteem en voor antibiotica.
- Voorbeelden: tandplak, blaaskatheters, intravasculaire katheters, luchtwegen van mucoviscidose
patiënten, waterleidingen (cf. Legionella)
14
, Preventie UWI
- Geen blaaskatheter indien niet nodig
- Gebruik van externe opvangsystemen: condoom-katheters (max. 24 uur om oedeem van de penis,
maceratie en zelfs UWI te vermijden), luiers of onderlegger
- Correcte techniek van sondering (nood aan lokale richtlijnen)
- Correcte manipulatie van het gesloten systeem van verblijfskatheterisatie (onnodige manipulatie
vermijden)
- Bij manipulatie: handenontsmetting, handschoenen dragen
- Kortere duur van de katheterisatie
WONDINFECTIES (POWI)
POWI = post-operatieve wondinfecties = Surgical site infections
Efficiënte preventiemaatregelen uit epidemiologische studies:
- Preoperatief:
• Preop. verblijf van de patiënt tot een minimum beperken
• Preoperatief beperken van het gewicht van een patiënt met overgewicht
• Preoperatief behandelen van infecties elders in het lichaam
• Preoperatief verwijderen van haar met een tondeuse, een ontharingscrème of juist voor de
ingreep met een scheermesje
- Beperken van de operatieduur
- Doelgerichte antibioticaprofylaxe
- Instellen van een registratiesysteem voor POWI
Opmerkingen
- 15 à 20% van alle nosocomiale infecties zijn POWI’s
- Belangrijke oorzaak van morbiditeit, mortaliteit en extra hospitalisatiekosten (variabel volgens type
van ingreep)
15
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur revakivub. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.