Nico De Witte 2023-2024
Damla Akgöl 3BA
Schema OMT 3: Soorten Data Transcriptie
Algemeen kwalitatieve analyse methoden
Thematisch Analyse (TA) Grounded Theory
Meer theoretisch, ≠ emerging concept, simple theory, Doel: theorieontwikkeling (middle range theorieën), labelen,
transparantie, thema’s naar boven halen emerging concept, formeel & rigoureus
Kenmerken Kritiek op TA: te oppervlakkig en niet wetenschappelijk
1. Kan “theorie” of gegevensgericht zijn Kenmerken
→ Theorie gedreven ≠ per se nodig/gewenst 1. GT biedt structuur aan kwalitatief onderzoek
- Indien wel: mogelijk bias door labels (ze maken dat → Systematisch (richtlijnen)
je gaat zien wat je wilt zien) → Inductief proces primeert boven deductief proces
• Bv. voor replicatieonderzoek of wanneer je - Inductief: van data naar theorie
deel van een theorie wilt aftoetsen → Theorieopbouw (middle-range) als continue proces
→ Data gedreven: exploratie (= meer naar data kijken en 2. Concepten en ideeën (die ontwikkeld in de GT) moeten
minder naar theorie) = minder bias aan het eind van de analyse volledig verzadigd zijn,
2. TA concentreert zich op de belangrijkste thema’s die in de waardoor er niets meer te leren valt
gegevens kunnen worden geïdentificeerd → Doorontwikkeld, getest, gesatureerd
→ ≠ voor de hand liggend! Denkwerk! 3. Tegen Grand Theory die slecht verbonden is met de
→ Member check = door zaken bij elkaar te brengen gegevens
(aftoetsen of het klopt) kan je ‘subjectief-interpretatie’ 4. GT = een theorievormend proces dat de ontwikkelende
verantwoorden theorie verbindt met de gegevens — Hypothesetests
3. TA is primair een beschrijvende benadering en is niet maken geen deel uit van GT tot de laatste stadia
gericht op theorieontwikkeling → Concepten & ideeën komen uit data + worden getest op het
→ Geen kwantitatief beschrijving! einde van theorieontwikkeling
→ Doel kwalitatief = extremen begrijpen 5. GT = gebaseerd op de constante vergelijking van elk
4. TA heeft geen specifiek psychologische of theoretische stadium van het analyseproces met eerdere stadia
basis 6. Gegevensverzameling wordt bepaald door de behoeften
5. Algemeen zwakke methodologische basis van gelijktijdige en voortdurende analyse
→ Hoewel recentelijk pogingen zijn ondernomen om deze 7. Gegevens worden gecodeerd volgens een opkomend
systematischer te maken schema om belangrijke categorieën te identificeren
6. TA is theoretisch relatief ongenuanceerd/niet → Vereisen allesomvattendheid + conceptuele densiteit
gesofisticeerd 8. Er worden hypotheses ontwikkeld om opkomende ideeën
→ Toegankelijk voor velen te testen
7. Veel van de procedures van TA worden gedeeld met bv. → Doel: om meer algemene, op gegevens gebaseerde theorie
Grounded Theory te ontwikkelen
8. Heeft veel gemeen met kwalitatieve inhoudsanalyse → Theorie < deductie hypotheses < empirisch testen
Wanneer TA gebruiken? Hoe uitvoeren?
1. Doel = (zuiver) beschrijving/descriptieve methodes Stap 1: Ontwikkeling van de onderzoeksvraag
2. Doel ≠ theorieontwikkeling → Baseren op eerder onderzoek of context
Hoe uitvoeren? → Data verzamelen & literatuur erbij nemen
Stap 1: Familiariseren met de data Stap 2: Data collectie
→ WAT wordt gezegd en niet HOE Stap 3: Theoretisch sampling om 1ste ideeën te testen
Stap 2: Initiële coderingen (≠ thema’s & = subjectief ) → Gerichte zoektocht naar participanten (kleine N)
→ Lijn per lijn coderen & kijken wat er gebeurt - Doel: concept definiëren & falsifiëren
Stap 3: Thema’s binnen initiële coderingen Stap 4: Codering
→ = een analytische zoektocht naar patronen → Idem TA: grondig onderzoek, lijn per lijn, saturatie
→ Codes categoriseren in betekenisvolle groepen < - Nadruk op creatie code (niet applicatie code)
abstractieniveau neemt toe < sub-thema’s maken → Soorten coderingen: Open (dicht bij data), Axiaal
Stap 4: Review van de thema’s (sleutelconcepten), Selectief (hoofd- & subthema’s bep.)
→ Thema’s controleren tov de data Stap 5: Categorisering EN Controle categorieverzadiging
- 1ste reeks interviews = data Stap 6: Ontwikkelde theorie checken
- 2e reeks interviews = voor evidentie/validering → Nieuwe data verzamelen
Stap 5: Definiëren van de themata → Zoektocht naar bevestiging & ondermijning van theorie
→ Eventueel andere onderzoekers consulteren Stap 7: Hypothese testen om inhoudelijke theorie te
Stap 6: Neerschrijven van het rapport ontwikkelen obv huidige studie
→ = grondig beschrijving van het analyse proces & → Hypotheses uit theorie ontwikkelen
ondervonden problemen Stap 8: Gegevens verzamelen in andere settings en analyse
→ Citaten & bevindingen relateren aan literatuur uitvoeren in andere settings als middel om formele theorie te
- Kritische keuzes maken! genereren
→ Nl. generaliseerbaarheid van de theorie
1
, Nico De Witte 2023-2024
Damla Akgöl 3BA
Analyse van taal of spraak
Analyse van het discours (vertoog)
Sociaal Constructionistische Discoursanalyse Foucauldiaanse Discoursanalyse
Focus op taal OVERSTIJGINGEN: meer theoretisch Postmodern/-structuralistisch denken, macro niveau, politiek
achtergrond dan TA & GT, sociaal interactiecomponent, georiënteerd (macht, weerstand, onderdrukking, normalisering,
afhankelijk van interview/topic veiligheid, ongelijkheid, …)
Kenmerken: “taal is…” Macht
1. Beschrijvend (WITTGENSTEIN) → Binnen interactie: direct & indirect
2. Niet beschrijvend → Macht = productief
3. Actie georiënteerd - Deelt mensen in bep. klassen
→ 5 verschillende manieren van zeggen/vragen, lokken elk - Bepaalt identiteit & positie
een andere reactie/uitkomst uit Interactie
4. Context of situatiegevoelig → POTTER & FOUCAULT gelijkenis: baseren zich op zelfde
→ Setting, sequentie van het gesprek (o.a. geschiedenis van materiaal/bronnen + het gaat om interactie
het gesprek), retoriek (strategisch & doelgericht bv. Milgram → FOUCAULT = abstracter + in verschillende types tekst
experiment) - Subtiel, bijna ongemerkt
5. Sociaal construct
Discours volgens FOUCAULT
→ Iets krijgt betekenis in interactie en co-productie
→ Verschillende soorten insteken bij een discours: klinisch,
→ Taal = om concepten uit cognitieve psychologie
economisch, psychiatrie, … t.o.v. sociaal fenomeen
(motieven, geheugen, attitude, …) te construeren
- Geassocieerd met elite/experten
→ Constructie van sociale realiteit
- Er zijn argumentatieve verschillen • Bestuderen waar het verschil zit!
- Er zijn eigenaarschap (footing) verschillen (ik-we- → Rol van sociaal construct in kader van macht = belangrijk
- War on drug (p94) = sociaal construct
ons-zij)
→ Framing binnen het discours bv. immigratie = economisch last
→ Taal = gebaseerd op andere conversaties
of lust
→ Taal vormt basis voor begrijpen van de uitingen van
onderliggende cognitieve processen Identificeren van discours in een tekst
→ Taal vormt basis voor argumentatie (anders geen retoriek
mogelijk) & statusbehoud
Hoe uitvoeren?
→ High level analyse: theorieontwikkeling obv analyse
→ Open & iteratief proces: je weet niet wat je gaat
uitkomen
- Blind faith = met ‘blanco’ visie analyseren >>>
- Tijdsintensief
Stap 1: Verzamelen van materiaal voor analyse
Identificeren van discours binnen bredere ideologie
→ Conversaties, interviews, focusgroepen, discussiefora
→ Impact nagaan: bv. medische professie (werkverlet, uitkering,
internet, kranten artikel, tv programma’s, … (interactie =
invaliditeit, verzekering, …)
kern)
Stap 2: Registratie & transcriptie Ontstaan
Stap 3: Genereren van hypotheses → FOUCAULT = poststructuralistisch, postmodern denker
→ GEEN te testen hypothese genereren! - Was links georiënteerde activist
- Wel onderzoeksvraag/topic opstellen - Suïcidepoging cuz gay
Stap 4: Coderen — de opbouw van een collectie - Zijn werken liggen aan de basis van anti psychiatrisch
→ GEEN samenvattend ‘label’ beweging
- Wel groeperen wanneer er iets gebeurt → Hoe wordt macht gebruikt om subjecten te objectiveren?
Stap 5: De analyse (inductief & deductief) - Door/aan de hand van wetenschappelijke kennis
→ Zoeken naar patronen - Madness ≠ bestaande universele categorie maar een
→ Nadenken over volgende wendingen sociaal construct
→ Afwijkende gevallen en gebeurtenissen • Vb. PINEL pleitte voor afbouwen brutale aanpak in
→ Andere soorten materiaal instellingen (aderlating, metalen dwangbuis,
➔ Discours ≠ niet letterlijk zeggen, dus onderliggende fixatie, ....) < in plaats hiervan een medische
boodschap zoeken (terminologie, metaforen, grammatica) behandeling < FOUCAULT zegt dat het niet beter is
- Actiegeoriënteerdheid • Er is nog altijd Indeling geestesziek, dus
Stap 6: Valideren van de analyse behandelen en excluderen wegens non fit in
→ Interne analyse: is de interactie logisch? (interpretatie) maatschappij
→ Afwijkende gebeurtenissen & gevallen → Basiskarakteristiek
- Ondersteunen interpretatie niet afwijkende - Bigger picture
gebeurtenissen - Grondige beschrijving (objecten & subjecten)
→ Overeenstemming met vorige studies - Materiaal
→ Evaluatie door lezers
2
