Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Menswetenschappen - Geriatrie €12,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Menswetenschappen - Geriatrie

 17 vues  0 fois vendu

Dit document bevat een samenvatting van het OLA Geriatrie binnen het OPO Menswetenschappen uit de opleiding Logopedie aan hogeschool Vives van academiejaar . De onderdelen van deze samenvatting zijn: - Inleiding en demografie - Principes van de geriatrie - Geriatrische syndromen - Dysfagie: sli...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 9 juin 2024
  • 34
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
ellen9402

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 36 Fiches
€4,49 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

Wat is frailty?

Réponse: Geen ziekte maar toestand met verschillende gradaties. Vaak is het inactief aanwezig en komt het tot uiting doorheen de tijd, bv door stressfactoren en destabiliserende gebeurtenissen waardoor het moeilijk wordt om homeostase te bewaren. Past niet in klassiek ziektemodel want patiënt presenteert niet met de \'ziekte\' frailty.

2.

Principes van geriatrie

Réponse: 1. Atypische presentatie van ziekte: altijd dezelfde klachten/symptomen, zwaktes tonen eerst zoals mobiliteit. 2. Minder fysiologische reserve: ouderen worden sneller ziek. 3. Meerdere ziektes kunnen op hetzelfde moment voorkomen: altijd meer dan één ziekte aanwezig > multifactorieel. 4. Symptomen die abnormaal zijn bij jonge patiënten kunnen relatief banaal zijn bij ouderen, bv anemie, osteoporose: verschil in benadering tussen jongeren en ouderen > ageism. 5. Symptomen hebben multifactoriële oorzaak 6. Preventie/behandeling heeft minstens even goed effect op ouderen als jongeren: vermijden dat ouderen ziek worden want minder reserves, preventie is nodig en heeft minstens evenveel effect.

3.

Bejaarde patiënt

Réponse: Vaak mensen die dement zijn, gevallen zijn of koorts hebben. Toestand heeft geen invloed op ziekenhuisopname. Leeftijd is geen voorspellende waarde. Wel van invloed is dat ze: - meer zorg nodig hebben - frail zijn - ziekte atypisch presenteren

4.

Fenotype

Réponse: = waarneembare verschijningsvorm die tot stand komt door erfelijke aanleg. Deze verschijningsvormen doen zich voor in volgende domeinen: - fysisch - functioneel - cognitief - psychologisch - omgeving Frailty is conditie waarbij deze kenmerken samengaan

5.

Frailty: één syndroom

Réponse: Definitie: samengaan van symptomen en ziektetekens die samen klinisch beeld uitmaken van ziekte. Frailty is moeheid, zwakte, gewichtsverlies, evenwichtsproblemen, sociaal teruggetrokken, vatbaar voor stressfactoren

6.

Criteria van Fried

Réponse: 2 denkwijzen: 1) frailty is multifactorieel, heel complex en moeilijk te onderzoeken, het is te ingewikkeld 2) diagnose stellen op basis van 5 criteria waarvan er minstens 3 aanwezig moeten zijn om diagnose te stellen: • onvrijwillig gewichtsverlies • subjectieve uitputting/moeheid • trage gang • weinig fysische activiteit • zwakte, weinig kracht

7.

Sarcopenie

Réponse: Hoe ouder je wordt, hoe meer vet en minder spieren. Dat zorgt voor verminderde spierkracht en slechtere mobiliteit. Twee manieren om het te beperken: - proteïnerijk dieet - bewegen Leeftijdsgerelateerd verlies van skeletspier met vetinfiltratie in spier

8.

Proces van frailty

Réponse: Proces bestaat eruit dat verschillende factoren zich opstapelen zoals verminderde reserves. Dit kan leiden tot onverwacht gezondheidsprobleem of ziekte = frailty. Enkele risicofactoren: - cognitieve achteruitgang - depressie - weinige sociale contacten en fysieke activiteit - roken - disease burden - lower extremity functional limitation - geen alcoholconsumptie tov matig gebruik - poor self-received health Frailty uit zich vaak in geriatrisch syndroom. Frailty is multifactorieel (meerdere factoren aanwezig en die hebben ook invloed op elkaar) en multifactoriële aanpak is aangeraden. Bij jongere mensen is het linieair, één probleem en één oplossing.

9.

Frailty als geriatrisch syndroom

Réponse: Definitie: multifactoriële gezondheidstoestand die zich voordoet wanneer er aantasting is van meerdere systemen. Ziekte: etiologie en pathogenesis is gekend Syndroom: etiologie is gekend maar pathogenesis niet Kenmerken van geriatrisch syndroom: - hoge prevalentie - significant effect op functioneren en Quality of Life (QoL) - multiple onderliggende factoren in meerdere orgaansystemen - belangrijkste klacht is niet representatief voor specifieke pathologische conditie - overschrijdt orgaansystemen en grenzen medische disciplines vb: vallen, delier, ondervoeding, functionele achteruitgang...

10.

Schalen en score-systemen voor frailty

Réponse: Screeningsinstrumenten zoals GRP, ISAR, VIP, clinical frailty scale, groningen frailty indication (GFI)...

Samenvatting - Geriatrie



Inleiding en demografie
Levensverwachting
- Rond 1800: amper boven de 40 jaar
- Vanaf 1900: vooral in Westerse landen kleinere gezinnen, minder jonge mensen en hogere
levensverwachting
- Afrikaanse landen ‘lopen achter’ tov de rest van de wereld
- Toekomst: onvoorspelbaar, voorspellingen doen over aantal 100-jarigen is moeilijk
- ‘Japanisering’: aantal arbeidskrachten daalt (krimpende arbeidsbevolking) door de vergrijzing
- Sterven op jonge leeftijd: tegenwoordig vooral door zelfmoord of ongevallen
Sterven op oudere leeftijd: cardiovasculaire en oncologische oorzaken

Longevity (levensverwachting) - negatieve signalen
- Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen
- The Dutch anomaly: euthanasiewetgeving
- Nieuwe epidemieën (vb. Aids, Ebola, Corona)  sterfgevallen vooral bij oudere bevolking
- Geschiedenis en politiek: eind jaren ’90: vallen van de USSR  levensverwachting in Oost-
Europa en Rusland enorm gedaald
- Obesitas: negatieve invloed op levensverwachting

Trends in disability
- Failure of succes = theorie die zegt dat er inderdaad veel oudere mensen zijn maar velen
hiervan zijn niet zelfredzaam en gezond (rolstoel, ziek, dement…)
- Succes of succes = theorie die zegt dat er inderdaad veel oudere mensen zijn en dat hiervan
ook nog steeds vele mensen zelfredzaam en gezond zijn

Principes van de geriatrie
- Het doel van de verouderingswetenschap is de rode zone te vertragen en te comprimeren,
wat het gezonde leven kan verlengen.
- Verschil tussen jongere en oudere patiënten:
o jongere patiënt heeft 1 ziekte
o oudere patiënt heeft meerdere ziekten

Principes in Geriatrie
1. Atypische presentatie van de ziekte
 Een nieuwe ziekte heeft een invloed op het orgaan dat het meest vatbaar is door vooraf
bestaande fysiologische en pathologische veranderingen: ‘the weakest link’
 The Giants of Geriatrics = the four I’s  waarmee oudere mensen binnenkomen op Spoed
wanneer ze zich niet goed volen
o Instability and fall (instabiliteit en vallen)
o Impaired cognition (dementia + delirium) (verminderde cognitive)
o Infection (infectie)
o Incontinence (incontinentie)
 Voor de meeste Geriatrische Syndromen is de differentiaaldiagnose dezelfde.
- Als pasgeborene functioneert alles normaal en dit vermindert naarmate men ouder wordt.
Men gaat ervan uit dat om goed te functioneren er nog 1/3 van het systeem moet werken.



Pagina 1 van 34

,Samenvatting - Geriatrie


- Vele zaken functioneren veel minder goed op oudere leeftijd:
o Evenwicht: oudere personen vallen vaker dan jongere mensen
o Cognitie: denkprocessen
- Er zijn ook zaken die op oudere leeftijd goed blijven functioneren:
o Huid: verrimpeld wel maar blijft goed zijn werk doen
o Lever: zolang je niet gedronken hebt of geen tumor hebt daar blijft deze goed
functioneren
- Als een kind ziek is maakt hij dit altijd met dezelfde symptomen duidelijk. De symptomen zijn
dus altijd hetzelfde. Jongere mensen hebben symptomen in zijn ziektebeeld.
- Als een ouder persoon ziek is, heeft deze ook altijd dezelfde symptomen (zakken door hun
benen, zijn verward…).

2. Minder fysiologische reserve: frailty!
 Frailty = minder fysiologische reserve, minder goede weerbaarheid bij oudere mensen
 Hoe hoger de frailty, hoe slechter het verdere ziekteverloop.
 Jonge mensen hebben veel fysiologische reserve en hebben hier maar weinig van nodig.
Oudere mensen hebben minder fysiologische reserve en hebben daarvan een groot deel
nodig om dagdagelijks hun functioneren in te vullen. Ze moeten meer moeite doen dan
jonge mensen bij alles wat ze doen.
 Probleem: fysiologische reserve is moeilijk in te schatten

3. Meerdere homeostatische mechanismen kunnen tegelijk gecompromitteerd zijn
- Meerdere zaken met de neiging om een intern evenwicht te bereiken en te handhaven, kunnen
tegelijkertijd beschadigd en dus onevenwichtig zijn
4. De basisregel om alles te willen verklaren in de geneeskunde met één ziekte gaat niet op omdat in
Geriatrie symptomen een multifactoriële origine hebben
 In tegenstelling tot ‘The law of parsimony’ die zegt dat: de beste verklaring degene is waarbij
je zo weinig mogelijk veronderstellingen moet maken over wat er aan de hand is.

5. Behandeling en preventie hebben minstens een even goed effect
Comprehensive Geriatric Assesment
- In Geriatrie wordt de patiënt in zijn geheel bekeken + in zijn totaliteit beschreven:
o Kijken naar de ziekte & comorbiditeit
o Kijken naar het functioneren & revalideerbaarheid
o Kijken naar de mentale gezondheid & cognitie
o Kijken naar het sociale netwerk van de patiënt
- Een uitgebreide geriatrische beoordeling verhoogt de kans dat een patiënt nog in leven is en tot
12 maanden in zijn eigen huis woont.

Wie is de bejaarde patiënt?
- Redenen waarom mensen door Spoed naar de Geriatrische dienst worden gestuurd
o Sociale opname = iemand die wordt opgenomen omdat zijn mantelzorger uitgevallen is
en niet meer in staat is om voor de patiënt te zorgen  de zelfredzaamheid is zodanig
laag dat de patiënt moet worden opgenomen in een ziekenhuis
o AAT = Achteruitgang Algemene Toestand
o Het is een patiënt voor de “G-dienst”
o Dement, verward
o Koorts
o Gevallen


Pagina 2 van 34

,Samenvatting - Geriatrie


o “Gomers”: deze term komt uit een boek, waarin een arts zijn leven beschrijft en een
patiënt binnenkreeg die niet in zijn ziektekader past. Deze term is ziekte-georiënteerd en
ook functioneel georiënteerd zoals op een dienst geriatrie.

Geriatrische Syndromen
Definitie
- Het moet veel voorkomen en een belangrijke functionele impact hebben
- Geriatrisch Syndroom
o = een syndroom waarbij een of meer symptomen het gevolg zijn van meerdere
aandoeningen tegelijkertijd. De belangrijkste gezondheidsproblemen van ouderen die
worden aangeduid als geriatrische syndromen zijn vallen, incontinentie, depressie, delier
en duizeligheid.
o = multifactoriële gezondheidsaandoeningen die zich voordoen wanneer de
geaccumuleerde effecten van beperkingen in meerdere systemen (een oudere) persoon
kwetsbaar maken voor situationele uitdagingen.
o = een term die gebruikt wordt om die klinische aandoeningen bij ouderen te beschrijven
die niet in afzonderlijke ziektecategorieën passen.
- Werkdefinitie:
o een symptoom of een combinatie van symptomen,
o met een hoge prevalentie bij ouderen
o bij wie het diagnostisch proces moet bestaan uit het zoeken naar één of meerdere
ziekten die de symptomen vooraf gaan
o en uit een assessment van multipele risicofactoren
- Bij vele GS (o.a. malnutritie, delier, gang&valproblematiek) maken we gebruik van het
ezelsbruggetje MEALS ON WHEES  Er is een onderliggend proces dat maakt dat die geriatrische
syndromen samen voorkomen, er zijn dus duidelijk vele gemeenschappelijke risicofactoren
(shared riscfactors).
Malnutritie Delier Gang&valproblematiek
M Medication M Medication M Medication
E emotional E emotional E emotional
A Anorexia, abuse, alchol A Anorexia, abuse, alchol A Anorexia, abuse, alchol
L Late life paranoia L Late life paranoia L Lightning
S Swallowing difficulties S Swallowing difficulties S Stroke

O Oral O Oral O Oral (dehydratation)
N Nosocomial N Nosocomial N Nosocomial
(ziekenhuisinfectie) (ziekenhuisinfectie) (ziekenhuisinfectie)

W Wandering W Wandering W Wandering
H Hyperthyroidism, - H Hyperthyroidism, - H Home modifications
adrenalism, -calcemie adrenalism, -calcemie
E Enteral problems E Enteral problems E Enteral problems
E Eating problems E Eating problems E Eating problems
L Low-salt, -CH,-protein L Lack of sleep (slaaptekort) L Low-salt, -CH,-protein
S Stones (galstenen) S Sensory deprivation S Sight deprivation




Pagina 3 van 34

, Samenvatting - Geriatrie


Kenmerken
- Hoge prevalentie
- Significant effect op levenskwaliteit & functioneren
- Multipele onderliggende factoren die meerdere orgaansystemen betreffen
- Belangrijkste klacht is niet representatief voor de specifieke pathologische conditie
(GS overschrijden orgaansystemen en grenzen van medische disciplines)

Klassiek Syndroom  Geriatrisch Syndroom (GS)
KLASSIEK SYNDROOM GERIATRISCH SYNDROOM
zeldzaam hoge prevalentie
een ziekte (groep symptomen) één symptoom
één pathofysiologisch traject Multifactoriële origine
geen overlap tussen etiologische factoren van belangrijke overlap tussen etiologische factoren
verschillende syndromen van verschillende geriatrische syndromen
één per patiënt meer dan één GS per patiënt

- Grote verschil tussen een gewoon syndroom en een Geriatrisch Syndroom
o GS  toestand/situatie  één presentatie met verschillende risicofactoren
o S  1 ziektebeeld met verschillende symptomen
- Grote verschil tussen een ziekte en een syndroom: bij een ziekte kennen we het hele verloop,
bij een (geriatrisch) syndroom niet.

Klinische, onderzoeks- en beleidsimplicaties van een kernbegrip voor geriatrie




Lineair model

- Lineair: risicofactor  ziekte  oplossing. Hebben eenvoudige onderzoeksprincipes. (vb.
bacteriële infectie  antibioticum  patiënt genezen)
- Het is gemakkelijker om iets te onderzoeken dat lineair is, waarbij het ene het gevolg is van het
andere. (vb. diabetes is het gevolg van het feit dat je geen insuline aanmaakt, je geeft deze
patiënt insuline en de patiënt is genezen/bacteriële infectie los je op met antibiotica/…)
- Veel ziektebeelden kunnen we niet op een lineaire manier uitleggen (niet alleen bij oude
mensen, maar ook bepaalde ziektebeelden bij jonge mensen).

Concentrisch model

- Dan gaat het om het concentrische model waarbij er verschillende risicofactoren zijn die elk
individueel een effect hebben en mogelijk kunnen bijdragen tot een bepaald fenotype. (vb. het
onstaan van hypertensie, tumoren, kanker…)

Pagina 4 van 34

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellen9402. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€12,49
  • (0)
  Ajouter