Samenvatting – Psychiatrie
JAN DEBAENE
Stemmingsstoornissen
- Stemming = hoe we ons voelen in ons vel, hoe we overkomen naar de buitenwereld toe
o Subjectief gevoel
o Eén enkele emotie of een combinatie van emoties
o Kan positief of negatief zijn
o Kan een karaktereigenschap worden (langdurig)
o Schommelt/wisselt binnen ‘normale’ grenzen + in verhouding tot gebeurtenissen
o Euthym = ultieme stemming = evenwichtige gemoedstoestand = normale stemming
binnen bepaalde grenzen
- Gestoorde stemming verstoort dagelijkse bezigheden
- Rapid-cycling = zeer snel wisselen tussen 2 uitersten (manisch-depressief) onvoorspelbaar
- Stemmingsstoornissen veel gradaties tussen de 2 uitersten (manisch & depressief)
o Manie: boven de normale stemmingsgrenzen
extreem manisch: opname + nood aan professionele begeleiding
o Hypomaan: lichte vorm van manie
o Dysthymie: lichte vorm van depressie
o Depressie: onder de normale
stemmingsgrenzen
o Bipolaire stoornis: manisch depressief
Deze mensen evolueren in de loop
der tijd van een depressief beeld
naar een manisch beeld.
Wat is depressie?
- Depressief voelen ≠ depressief zijn !!
o Depressief voelen = een symptoom
o Depressief zijn = een syndroom waar het symptoom ‘depressief voelen deel van uitmaakt
- Depressie = een lastige of pijnlijke toestand gekenmerkt door een onbestemde droefheid,
neerslachtigheid, belangrijke daling van het rendement en angstgevoel.
- Neurotransmitters die voorkomen bij een depressie: serotonine, noradrenaline en dopamine.
Deze stoffen keren terug in antidepressiva. Als logopedist ga je mee observeren, in het team, of
de antidepressiva aanslaat en de patiënt hier nu al dan niet beter van wordt.
Symptomen van een depressie
- Kernsymptomen (Wat zijn de twee kernsymptomen van een depressie?)
o Sombere stemming, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag, zoals
blijkt uit subjectieve belevingen of observatie door anderen
o Duidelijk verminderde interesse of plezier in (bijna) alle activiteiten, gedurende het
grootste deel van de dag
- Bijkomende symptomen
o Significant gewichtsverlies of –toename
o Insomnia (slapeloosheid, slaaptekort) of hypersomnia (te veel slapen, slaapproblemen en
constant moe)
o Psychomotorische agitatie: heel onrustig
Pagina 1 van 20
,Samenvatting – Psychiatrie
o Gevoelens van waardeloosheid of onterechte schuldgevoelens
o Verminderd vermogen tot nadenken, concentreren, besluiteloosheid
o Recidiverende gedachten aan dood (suïcide)
Depressie volgens DSM-5
- Depressie: wanneer we gedurende minstens 2 weken aan 5 criteria voldoen, met minstens 1 van
de 2 kernsymptomen!
Geestelijke & fysieke gevolgen
- Lichamelijk: verminderde eetlust, vermoeidheid, lager libido, verminderde activiteit
- Psychisch: “batterij is leeg”, “ik kan niet meer”, verwijzingen naar euthanasie …
Andere typische kenmerken van depressie
- Verlies aan zelfwaardering - Concentratiestoornissen
- Negatief zelfbeeld - Angst en onzekerheid
- Vrijwel inactief - Zelfmoordneigingen
- Langzamer en minder gemakkelijk
nadenken
Vormen van depressie
- Noem de 4 vormen van depressie en leg kort uit.
1. Exogene of reactieve depressie
2. Somatogene depressie
3. Endogene depressie
4. Psychotische depressie
Exogene of reactieve depressie
- Psychische oorsprong
- Reactie op traumatiserende gebeurtenis of emotionele shock: duidelijke trigger van de depressie
- In dit geval is de depressie een ‘normale’ reactie (pathologische rouw, naar aanleiding van een
verlies van een dierbare, kan soms een jaar duren)
Somatogene depressie
- Depressie is gebonden aan ziektetoestanden
o Neurologische ziekten (vb. Parkinson, dementie)
o Ziekten van hormoonvormende organen (vb. schildklieraandoening)
o Infectieziekten
o Immuunsysteemziekten
o Reuma
o Vitaminetekort
o Bepaalde kankers
Endogene depressie
- Oorsprong: wijzigingen in het lichaam/organisme (biochemische stoornis in hersenen)
- Kan optreden zonder uitlokkende factoren: geen duidelijke trigger
- Kan plots verdwijnen, maar meestal hervalt de ziekte
- Groot zelfmoordrisico
- 2 vormen: unipolaire depressie & bipolaire depressie
Pagina 2 van 20
, Samenvatting – Psychiatrie
Unipolaire depressie
- Meest voorkomende depressie
- Komt in ½ van de gevallen weer terug
- Kan chronisch worden
- Meest vitale functies aangetast (o.a. eten en slapen)
Dysthyme stoornis
- Milder, maar langdurig depressief syndroom
- Ernst kan wisselen: lange sombere periodes – korte periodes van beter zijn
- Gewone depressie kan erbij komen (dubbele depressie )
Post-partum depressie
- 50 % van de vrouwen vertonen na de bevalling psychotische problemen
- Duurt maanden
- Niet kunnen genieten van de baby
- Alle symptomen van een unipolaire depressie kunnen voorkomen:
o Verstoring van eetlust o Verstoring van slaap
o Gering gevoel van eigenwaarde o Problemen met concentratie en
aandacht
Seizoensgebonden depressie
- Tijdens winter slechter functioneren dan tijdens zomer
- Kenmerken: sombere stemming, concentratieverlies, vermoeidheid, prikkelbaarheid, …
- Minimaal 2 jaar achter elkaar
Depressie bij ouderen
- Lichamelijke klachten op voorgrond (hoofd-, buikpijn …)
- Depressie vaak niet herkend
- Niet altijd sprake van de kernsymptomen van depressie
- Moeilijke differentiaaldiagnose met dementie: vergeetachtig, verward, concentratieproblemen
o Depressie: bijna altijd een trigger/breekpunt: waar en hoe het begonnen is
o Dementie: eerder een proces
Depressie bij jongeren
- Vaak moeilijk te herkennen
- Gedragsveranderingen
- Lagere school: meer teruggetrokken of net meer aandacht vragen
- Middelbare school: afwijkend gedrag, afreageren op omgeving, teruggetrokken
Bipolaire depressie
- MDS: manische depressieve stoornis
- Kenmerk: uitersten in stemming en activiteit
o Manie: uiterst uitbundig en daadkrachtig
o Depressie: teruggetrokken en inactief
- Grote gevolgen voor persoon zelf, omgeving en op het werk
- Opname in (psychiatrisch) ziekenhuis in perioden van uitersten
Pagina 3 van 20