Resume

Samenvatting Bank & Financiën 2 (MBF66a, Nancy Dierckx)

1 fois vendu

Cours
Bank & Financiën 2 (MBF66A)

Établissement
Katholieke Hogeschool Leuven (UCLL)

Samenvatting van Bank & Financiën 2 (code MBF66A) gegeven door Nancy Dierckx in het tweede jaar financie- en verzekeringswezen aan UCLL Leuven.

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 34 pages

Voir l'exemple

Publié le 9 juin 2024
Nombre de pages 34
Écrit en 2023/2024
Type Resume

de bank
de bankpolitiek
kredietbemiddeling
consumentenkrediet
hypothecair krediet
waarborgen en zekerheden
mogelijke examenvra
financiële instellingen in belgië
financiële activa en financiële markten

€8,66

Ajouter au panier

Ajouter au liste de veux

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Bank en Financiën 2

SECCI examen!
PSD2

De bank

,Bankbalans
Actief
Wijze waarop de bank haar ingezamelde werkmiddelen besteedt.
- Vaste activa: materiële/financiële vaste activa, oprichtingskosten + immateriële
vaste activa (knowhow)
- Effectenportefeuille: effecten waarin de bank haar opbrengsten belegt (aandelen,
overheidspapier)
- Kredieten: aan ondernemingen, particulieren, overheid
- Kasgelden: liquide middelen om deposito’s te kunnen terugbetalen + % deposito’s bij
ECB deponeren.
- Interbankvorderingen: tegoed van leningen gegeven aan andere financiële
instellingen.
Passief
De verschillende werkmiddelen waarover de bank beschikt.
- Passiefposten: eigen vermogen: kapitaal, reserves, overgedragen winst/verlies
(buffer voor bankrisico’s)
- Achtergestelde schulden: schulden die terugbetaald moeten na andere schulden
maar voor aandelen.
- Deposito’s: geldbedragen bij de bank geplaatst door particulieren, ondernemingen en
overheden.
- In schuldbewijzen belichaamde schulden: uitgegeven effecten die worden
aangehouden door particulieren.
- Interbankschulden: schulden door een lening aan te gaan bij andere financiële
instellingen.
Vergelijking bankbalans met balans niet-financiële ondernemingen
Op het vlak van bestedingen (actiefposten):
- De bank verleent kredieten aan bedrijven, particulieren en aan de overheid
- Een niet-bank investeert in vaste activa en werkkapitaal
Op het vlak van de werkmiddelen (passiefposten):
- De bank bezit deposito’s aangehouden door particulieren/bedrijven
- Een niet-bank bezit eigen vermogen, schulden aan banken, leveranciers, beleggers
Belangrijkste kredieten aan het bedrijfsleven
Kredietopening
De financiële instelling neemt een risico bij het verlenen van een krediet, het is namelijk
nooit 100% zekerheid op terugbetaling. Hierdoor moet er voor de toekenning van een
krediet een kredietopeningsovereenkomst ondertekend worden. Hierin staat het
plafond, looptijd, waarborgen, rente en provisie 1 van het krediet. Het biedt ook
mogelijkheid tot heropname.
Kaskrediet
Toestemming om op een rekening tot een vooraf bepaald bedrag onder nul te gaan.
Deze wordt geopend voor onbepaalde duur. Wordt beëindigd door inachtname van
opzegperiode. De kostprijs van een kaskrediet bestaat uit de basisrentevoet, marge,
commissie en andere kosten. De kostprijs is ineens ook het nadeel aan een kaskrediet,
want deze is relatief hoog. Het voordeel is dat je alleen betaald op wat je effectief hebt
opgenomen.
Er bestaan verschillende varianten van het kaskrediet:
- Straight loan: vast bedrag en termijn. Rente gebonden aan interbankenmarkt
daardoor volatiel. Goedkoper!

1
Provisie: Betaling aan de bank omdat deze het geld beschikbaar houdt voor een kredietopening,
% van het plafond.

,- Seizoenskrediet: Enkel bruikbaar in bepaalde perioden Bv. landbouwer koopt zaden
zonder inkomsten.
- Voorschotten op facturen: onderneming geeft nog te betalen facturen als onderpand
om krediet te krijgen.
- Voorschotten op vorderingsstaten: voor aannemers van openbare werken als
overheid laat betaalt.
Investeringskrediet
Het doel van een investeringskrediet is de kredietnemer in staat stellen bepaalde
investeringen te verrichten die de productiviteit van het bedrijf verhogen. Voor je dit
krediet kan opnemen moet je een aantal noodzakelijke documenten voorleggen en
vereiste zekerheden. Eénmalige opname of opname in schijven. De aflossing gebeurt via
een geleidelijke terugbetaling volgens terugbetalingsplan. Na de opname moet je niet
meteen aflossen, dit heet de “grace period” of “delgingsvrije periode”. De rente is men
verschuldigd op de nog uitstaande bedragen Dit krediet moet misschien niet volledig
opgenomen worden, veel ondernemingen krijgen overheidshulp.
Roll-over krediet
Krediet voor een vaste lange termijn (1 à 10 jaar), opgenomen op korte termijn (3 à 6
maand) in de vorm van voorschotten. Dit is eigenlijk een aaneenschakeling van straight
loans, de voorschotten zijn vernieuwbaar op einde van iedere termijn. Dit krediet is dus
flexibeler dan een investeringskrediet, want je kan enkel middelen opnemen afhankelijk
van behoeften, bij een investeringskrediet is het bedrag op voorhand vastgelegd
bedrag.
Consortiaal krediet
Geopend door verschillende financiële instellingen samen ten gunste van eenzelfde
onderneming omdat krediet te groot is voor één financiële instelling. Eén van de
financiële instellingen is leader van de groep. De taken van de leader bestaan uit
administratief voorbereidingswerk, moderator van de financiële instellingen, het
leningscontract in orde brengen.
Voorschotten op effecten
Waardepapieren in pand geven en in ruil daarvoor een lening vragen. Het geleende
voorschot is steeds lager dan de beurswaarde van de effecten. (Lombardleningen) 
zoals pandjeshuis.
Documentair krediet
Wordt gebruikt bij internationale handel, vooral met ontwikkelingslanden. De financiële
instelling verplicht zich, op verzoek van haar klant, de uitvoerder te betalen. Het doel
hiervan is het bevorderen van de buitenlandse handel, dit krediet is eerder een
borgstelling. Het voordeel hiervan is dat een buitenlandse leverancier kan handelen met
een bank in eigen land.
Via L/C (letter of credit) onderneming sluit contract af met klant waarin overeen wordt
gekomen om met letter of credit te betalen, de klant stelt een contract hiervoor op bij de
bank, deze bank stuurt het contract naar de bank van de onderneming, deze bank en
de onderneming zelf controleren dit. Als alles in orde is krijgt de onderneming al geld
van de bank zonder dat de klant heeft betaald. Dit is een manier om niet met de klant in
contract te komen.
Bankgarantie
De bank gaat de verbintenis aan, ten voordele van een derde, tot het betalen van een
geldbedrag, als de cliënt van de bank zijn verplichtingen t.o.v. die derde niet nakomt. Dit
is courant bij de internationale handel, omdat de partijen elkaar niet kennen willen ze
extra waarborgen. Een aantal van de frequent gebruikte garanties zijn de:

, - inschrijvingswaarborg (bid bond): bank vergoedt klant als onderneming het contract
niet tekent of …
- uitvoeringsgarantie (performance bond): bank vergoedt klant als contract
slecht/onvolledig uitgevoerd werd.
Aanvullende kredietvormen/begrippen
- Factoring
Moderne vorm van financiële dienstverlening, de facturen worden overgegeven aan
een factorbedrijf, deze neemt de vordering van de klant over, hierdoor beschikt de
onderneming direct over geld. Deze overdracht wordt vastgelegd in een
factoringscontract. Het factoringrecht of factorloon bedraagt 1 à 2% van het bedrag.
- Leasing
Financieringsvorm gebruikt voor bedrijfsmiddelen (bedrijfsauto’s, machines,
computers), de leasingmaatschappij koopt het product en jij betaalt maandelijks voor
het gebruik. soorten:
o Financiële leasing: verbonden aan een (on)roerend goed, ook wel
objectfinanciering genoemd. Er is een juridische (leasinggever) en economische
eigenaar (leasingnemer) van het goed. Hierbij kan financieel maatwerk bij
gebruikt worden, er is geen voorschot of onderpand en de betaling gebeurt pas
als het goed er is. Na de leasing kan je kiezen om het goed te kopen tegen
vooropgestelde restwaarde (5%)
o Operationele leasing of renting: het leasingbedrijf staat hierbij in voor het betalen
van verzekeringen, taksen, onderhoud,… enkel de brandstof en boetes moeten
betaald worden door de gebruiker. Je kan het goed dus gebruiken zonder zelf een
groot risico te lopen. Na de leasing kan je de huur verlengen of het goed terug
afstaan. Operationele leasing is duurder omdat de vergoedingsbedragen ook
dienstverlening en risicopremie bevatten.
o Sale and lease back / sale and rent back: dubbele transactie waarbij de eigenaar
een goed verkoopt en het direct terug leased omdat hij het met winst kan
verkopen. Dit wordt gebruikt voor ondernemingen die meer liquiditeit willen.
- Crowdfunding
Financieringsvorm waarbij een persoon of groep geld ophaalt bij het publiek (vooral
kleine investeerders), deze krijgen dan meestal een beloning. Er bestaan vier
soorten:
o Donatie: geen beloning
o Rewarded based: beloning van niet-financiële aard
o Crowdlending: initiële bedrag wordt teruggegeven met een
rente
o Kapitaal of crowd equity: beloning van financiële aard
Ondernemers die financiering zoeken via crowdfunding moeten informatie geven
over de mogelijkheden, en soms prospectussen te publiceren wanneer het over meer
dan 5 miljoen gaat, anders informatienota.
- Winwinlening
Specifieke vorm van crowdlending, een kennis kan gedurende 5-10 jaar 75.000 euro
lenen aan een bedrijf. De Vlaamse overheid wil hiermee mensen aanzetten om
kredieten te geven aan Kmo’s en kleine zelfstandigen. Vaste rente, de kredietgever
krijgt fiscaal voordeel (2,5%) en kapitaalbescherming van 40%.
- Kredietunie
Een kredietunie is een vereniging die financiering biedt aan bedrijven. Omdat ze
gericht zijn op één expertise of regio zijn ze in staat om een zeer gerichte
kredietbeoordeling te doen. Daarnaast kijken ze naar de meerwaarde voor de
omgeving of sector. Denk aan de Kredietunie Drenthe, of de Kredietunie Bakkerij.
Ook in de agrarische sector komen veel coöperaties voor waarbij de onderlinge
solidariteit voorop staat.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur silbegine. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

69052 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!