Camille De Ridder
BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
2018-2019
Examen:
• Elektronisch, open boek
• Geen theorievragen
• Woordenboek (Frans-NL)
• Handboek onderlijnen, markeren, kruisverwijzingen, data arresten (geen nota’s)
DEEL I: BELANG VAN DE SITUERING VAN HET BUITENCONTRACTUEEL
AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT
Hoofdstuk I: situering, doelstellingen, krachtlijnen, kritiek en vooruitzichten
Afdeling 1: situering
Zwiepende tak-arrest (Nederlandse Hoge Raad 9 december 1994)
Twee studenten gaan wandelen, de ene studente schopt tegen een tak die in het oog van de
andere studente terecht komt. Het oog van het slachtoffer moet verwijderd worden.
Kan de studente aansprakelijk worden gesteld?
• Kijken naar de intentie om te schaden
• Aansprakelijkheid wanneer een fout schade veroorzaakt
• Criteria van normaal zorgvuldig persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden of
voorzienbaarheid van de schade (dat het gedrag schade zou veroorzaken)
• Opzet is niet vereist
• Slachtoffer heeft zich mogelijks ingedekt door ongevallenverzekering
• Aansprakelijke kan ook een aansprakelijkheidsverzekering hebben gesloten (vaak de
familiale verzekering BA-privéleven)
Nederlandse Hoge Raad:
• Geen aansprakelijkheid
• Bij het schoppen tegen een tak gaat men er niet vanuit dat dit schade veroorzaakt
• Schade = onvoorzienbaar
The loss lies where it falls
Liberale gedachte: men is aansprakelijk voor de schade die men zelf veroorzaakt.
, Camille De Ridder
Afdeling 2: doelstellingen van het aansprakelijkheidsrecht
Vergoeding van slachtoffers
• Resultaat van een afweging van belangen: vrijheid van elke persoon en de behoefte
van zekerheid van de mens
• Principe: integrale schadevergoeding
• 19de eeuw: individuele vrijheid en verantwoordelijkheid centraal
o Zo weinig mogelijk tussenkomst van de Staat
• ste
20 eeuw: belang van de gemeenschap – industrialisatie (veiligheid en bescherming)
o Beklemtoning vergoedende functie
• Nieuwe en ruimere interpretatie van de aansprakelijkheidsregels
o Gebrekkige zaken, veiligheidsplichten, compensatiefondsen, objectieve
aansprakelijkheid, informatieplichten voor beroepsbeoefenaars,…
• Steeds meer aansprakelijkheidsverzekeringen: slechts omdat schadeverwekkers
tegen hun fouten verzekerd waren, konden benadeelden daadwerkelijk aanspraak
maken op een schadevergoeding
• In vele gevallen is herstel in natura onmogelijk – vergoeding is dus vaak een som geld
Preventieve functie
• Voorkomen van schadegevallen – afschrikking door aansprakelijkheid
• Strafrecht is beter uitgerust voor preventieve werking van opzettelijke misdrijven
• Het aansprakelijkheidsrecht heeft een preventieve werking voor accidenteel of niet-
opzettelijk gedrag
Relativering preventieve functie:
• Door de aansprakelijkheidsverzekeringen is geen persoonlijke band aanwezig tussen
de schadeverwekker en de benadeelde: niet de verzekerde, maar de verzekeraar
draait op voor de schadevergoeding
• De hoogte van de schadevergoeding wordt gemeten op basis van de omvang van de
geleden schade en niet op basis van het gedrag van de aangesprokene
• Door de gigantische toename van het aantal wetten en regels is het onmogelijk voor
de burger om alle normen te kennen, met als gevolg dat een rechtssubject zijn gedrag
niet kan aanpassen conform de norm
En toch:
• Aansprakelijkheidsverzekeringen sporen de verzekerde aan geen schadegevallen te
veroorzaken, door vrijstelling (van de verzekeraar) op de schouders van de verzekerde
te leggen, door de premies te verhogen in geval van een schadegeval of door de
aansprakelijkheidsverzekering op te zeggen
• De verzekerde wordt ook aangezet om geen lichtzinnig gedrag te vertonen, door
schadegevallen veroorzaakt door een opzettelijke of in de polis op uitdrukkelijke en
beperkende wijze opgesomde zware fout van dekking uit te sluiten
• Andere preventieve factoren: het procesverloop, eventuele veroordeling tot
schadevergoeding, persaandacht, tijdsverlies, de pyschologische last, aantasting van
de reputatie van de schadeverwerkker,…
, Camille De Ridder
Repressieve/bestraffende functie
• Door de aansprakelijke te verplichten tot het betalen van een schadevergoeding
werkt het aansprakelijkheidsrecht beteugelend en schrikt het de betrokkene af om
zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan soortgelijk gedrag
• Het strafrecht is beter geschikt voor de repressieve functie – de bestraffende functie
wordt daarom niet als basisfunctie van het aansprakelijkheidsrecht erkend
Schadespreidende functie
• Deze functie wordt vooral vervuld door aansprakelijkheidsverzekeringen – de geleden
schade wordt verdeeld over het geheel van verzekerden
• Ook buiten de verzekeringssector, wanneer er een band bestaat met een collectiviteit
waarover de schade kan worden verdeeld
VB: de fabrikant die de aansprakelijkheidskosten kan spreiden over zijn consumenten door
middel van een prijsaanpassing
Reglementerende functie
• Het aansprakelijkheidsrecht zorgt voor handhaving, bescherming en vernieuwing van
de maatschappelijke orde
• Bevestiging, verfijning, vervollediging, wijziging of ontwikkeling van rechtsregels
• Bron van nieuwe gedragsregels
Punitive damages:
• Bijkomende vergoeding – die wordt berekend in functie van de zwaarte van de fout –
bovenop de integrale schadevergoeding die toekomt aan het slachtoffer, soms ook aan
de overheid (private straf)
• Om de reglementerende functie kracht bij te zetten pleiten sommige auteurs ervoor
om dit principe in België in te voeren
• Bestaat reeds in de Verenigde Staten
• België: onaantastbare beoordeling van het bestaan en de omvang van de schade
door de feitenrechter bieden de mogelijkheid om op een verborgen wijze dit principe
toe te passen – de feitenrechter kan rekening houden met de ernst van de fout
• Ook lucratieve fouten (fouten die na aftrek van het bedrag van de schadevergoeding
nog winst of financieel voordeel opleveren) kunnen kunnen zo worden aangepakt
VB: tijdschriftenbureau’s die foto’s posten van acteurs in Frankrijk – privacy werd geschonden.
Tijdschriftenbureau’s werden hier enorm rijk door want ontvingen grote bedragen voor deze
foto’s. Normaal zou morele schade een lage schadevergoeding opleveren voor de acteurs,
maar om te vermijden dat dergelijke praktijken zich nog zouden voordoen in de toekomst
heeft men de schadevergoeding zeer hoog gelegd, als boete voor deze tijdschriftenbureau’s
, Camille De Ridder
Afdeling 3: hoofdlijnen en evolutie van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht
Begin: individuele, subjectieve en moraliserende foutaansprakelijkheid met integrale
schadevergoeding
• Individuele aansprakelijkheid
• Principe: de lichtste fout – uitzonderingen voor bepaalde soorten aansprakelijkheden
o Risicoaansprakelijkheid
o Foutvermoedens
• Integrale schadevergoeding
Later: foutloze en bijzondere aansprakelijkheden, collectieve vergoedingsregelingen en
beperkte vergoeding
• Risicoleer of foutloze aansprakelijkheid: aansprakelijkheid zonder dat enige fout moet
worden aangetoond
• Invoering verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen
• Beginsel van integrale schadevergoeding verlaten: plafonering van schadeposten
• Ontstaan collectieve schadevergoedingsregelingen d.m.v. fondsen
o Waarborgfondsen wanneer de aansprakelijke persoon niet bekend is of deze
de schade niet kan vergoeden (VB: Gemeenschappelijk Waarborgfonds)
o Fondsen die in de plaats komen van de aansprakelijkheid en verzekering: de
aansprakelijkheid van de schadeverwekker wordt opgeheven en in de plaats
komt een fonds (VB: asbestfonds)
• Uitsluiting individuele aansprakelijkheid van bepaalde rechtssubjecten – bepaalde
personen kunnen niet voor de lichtste fout worden aangesproken, er moet dan een
gekwalificeerde fout worden aangetoond
o Werknemers, vrijwilligers en openbare rechtspersonen kunnen enkel worden
aangesproken voor hun opzettelijke, zware of gewonlijk voorkomende lichte
fout
o Arbeidsongevallenregeling: aangestelden en werkgevers genieten een
beperkte aansprakelijkheidsimmuniteit: zij kunnen door de benadeelde of zijn
rechthebbenden enkel aansprakelijk worden gesteld voor hun opzettelijke fout
Het instellen van deze beperkte aansprakelijkheidsimmuniteiten maakt het moeilijker om de
schadeverwekker persoonlijk aan te spreken, maar ontneemt de benadeelde niet zijn
aanspraak op schadevergoeding. Zo zal de werkgever, resp. de overheid, vzw waartoe de
vrijwilliger behoort, of de arbeidsongevallenverzekeraar zullen in deze gevallen nog steeds tot
schadevergoeding kunnen worden aangesproken voor de schade veroorzaakt door personen
voor wie zijn instaan.
Drie peilers voor schadevergoeding:
• Aansprakelijkheidsrecht: schade en causaal verband aantonen, maar zeer gul want
integrale schadevergoeding
• Sociale zekerheid: lage drempel, snelle uitkering, geen proces, maar niet gul want
enkel vergoeding voor schade aan de persoon, weinig rekening met individuele situatie
• Verzekering: firstpartyverzekeringen (uitkering van zodra ongeval zich voordoet) vs.
thirdpartyverzekeringen (uitkering indien schadeverwekker aansprakelijk – moeilijker)
, Camille De Ridder
Afdeling 4: kritiek op het huidig aansprakelijkheidsrecht
Systeem Code Civil 1804:
• Individuele aansprakelijkheid
• Foutaansprakelijkheid (enkele uitzonderingen)
• Integrale schadevergoeding
Incoherent systeem
• Talrijke foutloze aansprakelijkheden niet opgenomen in het BW
• Geplafonneerde schadevergoedingen bij foutloze aansprakelijkheid
• Bijzondere aansprakelijkheden en collectieve vergoedingsregelingen
• Opkomst aansprakelijkheidsverzekeringen – verschuiving aansprakelijkheid
• Door de opkomende sociale zekerheid en waarborgfondsen verdwijnt de notie
aansprakelijkheid verdwijnt in bepaalde gevallen
Onduidelijk systeem
• Het foutbegrip is een onduidelijk begrip geworden
• Theorie: schending van een gebod/verbod of de schendin gvan een zorgvuldigheids-
regel
• Enorme toevloed van wetten en regels zorgt ervoor dat het geheel onoverzichtelijk is
geworden – niet meer memoriseerbaar voor de normale huisvader
• Rechtspraak is het foutbegrip steeds breder gaan interpreteren (uitholling)
Discriminatoir systeem
• Mattheüseffect: vooral de rijkere burgers kunnen een aansprakelijkheidsverzekering
aangaan en de armere bevolking zal de vergoeding dus zelf moeten vergoeden
• Niet alle fouten leiden tot aansprakelijkheid: enkel fouten die schade veroorzaken
leiden tot aansprakelijkheid
• De sanctie is niet aangepast aan de fout: zware en lichte fout geven in se aanleiding
tot dezelfde schadevergoeding – wanverhouding tussen fout en plicht tot integrale
schadevergoeding
Arbitrair en weinig efficiënt systeem
• Het aansprakelijkheidsrecht hecht een overtrokken waarde aan de fout
• Vele fouten blijven onontdekt of zijn gepleegd in dergelijke omstandigheden dat
schadeloosstelling een illusie is (VB: opzettelijke gewelddaden)
• Een soortgelijk schadegeval kan al dan niet aanleiding geven tot schadevergoeding,
naargelang er al dan niet sprake is van een fout
• Schadevergoeding hangt af van de mogelijkheid om een fout te kunnen bewijzen,
terwijl de schade wel zou worden vergoed indien het schadegeval mede zou zijn
veroorzaakt door een factor waarop een foutloze aansprakelijkheid kan worden
toegepast
, Camille De Ridder
Duur systeem
• Een groot deel van de schadevergoeding gaat naar administratieve kosten: onderzoek
van de vordering, proceskosten, deskundigen etc.
Traag systeem
• Lange gerechtelijke procedures – o.m. door deskundigenonderzoek
• Zeker in vergelijking met de snelheid van prestaties van de sociale zekerheid is het
aansprakelijkheidsrecht een traag systeem
Onzeker systeem
• De omvang van een schadevergoeding kan erg verschillen
• Kleine claims worden soms oververgoed – grote claims soms ondervergoed
• Bij kapitalisering wordt rekening gehouden met de gemiddelde levensverwachting
van het slachtoffer – alsus zal het bedrag te weinig of te veel zijn
• Vaak worden bij een voorstel tot minnelijke regeling benadeelden onder druk gezet
om het voorgestelde lagere bedrag te aanvaarden, omdat zij zo kosten van hun
advocaat en een lange gerechtelijke procedure kunnen uitsparen
• Een soortgelijke zaak kan dus tot een verschillende uitslag aanleiding geven
Hoofdstuk II: verhouding buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht en straf(proces)recht
Afdeling 2: verschilpunten tussen buitencontractuele en strafrechtelijke aansprakelijkheid
Aansprakelijkheidsrecht:
Doelstelling: vergoeding schade
Beoordeling in abstracto:
• Vergoeding indien aan alle aansprakelijkheidsvoorwaarden is voldaan – ongeacht de
ernst van de fout of het gedrag van de schadeverwekker
• Geen rekening met subjectieve kenmerken (persoonlijkheid, ingesteldheid, gebreken,
opvoedingssituatie, berouw)
• Gedrag schadeverwekker wordt getoetst aan het gedrag van de bonus pater familias
(hypothetisch, fictief persoon) – verwijst naar de normaal zorgvuldige burger
• Rechter houdt wel rekening met de omstandigheden waarin het schadegeval zich
heeft voorgedaan (concretisering of gelaagdheid van het foutbegrip) – fout kan enkel
worden verweten indien een normaal zorgvuldig persoon, geplaatst in dezelfde
concrete omstandigheden de tekortkoming niet zou hebben begaan
Integrale schadevergoeding:
• Doel: benadeelde terugplaatsen in de toestand waarin de benadeelde zich zou
hebben bevonden indien het schadegeval zich niet had voorgedaan
• Schadebegroting in concreto opdat het slachtoffer volledig wordt vergoed
• Geen rekening met zwaarte fout of vermogenstoestand – lichtste fout volstaat
, Camille De Ridder
Aansprakelijkheid voor andermans daad:
• Principe: schadeverwekker staat in voor schadevergoeding
• Quasi-immuniteit voor specifieke groepen omwille van leeftijd, geringe solvabiliteit
of beschermwaardigheid – in de plaats van deze personen wordt een meer solvabele
persoon als aanspreekbare partij voorzien
• Bij overlijden van de aansprakelijke persoon kunnen in het aansprakelijkheidsrecht
wel erfgenamen worden aangesproken tot schadevergoeding
Foutbegrip:
• Inbreuk op zorgvuldigheidsnorm die op een bepaald moment in het maatschappelijk
verkeer geldt
• Taak rechter: bij ieder schadegeval een zorgvuldigheidsnorm construeren
• Niet alleen bewezen fouten – ook foutvermoedens of aansprakelijkheidsvermoedens
Verval van de burgerlijke vordering:
• Burgerlijke vordering kan worden verder gezet tegen de rechtsopvolgers
• Bij amnestie of opheffing strafbaar karakter van feiten blijft de burgerlijke vordering
mogelijk tegen de schadeverwekker/beklaagde
• Dading kan een einde maken aan de burgerlijke vordering
• Benadeelde kan afstand doen van de burgerlijke rechtsvordering (art. 821 Ger.W.)
• Verjaring van de burgerlijke vordering
• Indien de strafrechter beslist dat de feiten niet strafbaar zijn en de beklaagde wordt
vrijgesproken, dient de strafrechter zich onbevoegd te verklaren om uitspraak te doen
over de burgerlijke vordering
Strafrecht:
Doelstellingen:
• Bescherming samenleving
• Preventie
• Herstel van de schade
• Vergelding (onrecht vergoeden en dader ‘pijn’ doen)
Beoordeling in concreto – individualisering straf:
• Rekening houden met persoonlijke elementen en omstandigheden
• Rechtvaardige straf – rekening houden met ernst van het gevaar, graad van schuld,
bescherming van de maatschappij en de gevolgen van de straf voor de dader
• Middelen – beoordelingsvrijheid rechter:
o Minimum- en maximumstraffen – rechter bepaalt
o Verzachtende omstandigheden – i.v.m. feiten, slachtoffer, dader
o Opschorting van de uitspraak (schuldig, maar geen straf) of uitstel van
tenuitvoerlegging van de straf (oplegging straf, maar uitstel voor een bepaalde
periode) – proeftermijn voor de dader om zich gedurende deze periode te
gedragen en geen nieuwe misdrijven te plegen. Hieraan kunnen aan bijzondere
voorwaarden gekoppeld worden (probatievoorwaarden)
o Werkstraf (autonome straf of alternartief voor een korte gevangenisstraf)
, Camille De Ridder
Evenredigheid van de straf aan het misdrijf:
• Straffen moeten doeltreffend, noodzakelijk en rechtvaardig zijn
• Ernst en duur van de straf moeten evenredig zijn met ernst van het misdrijf
• Strafrechter kan de straf steeds aanpassen aan de dader (straf individualiseren)
Persoonlijk karakter van de straf:
• Straffen kunnen enkel worden opgelegd aan de dader zelf of aan een mededader/
medeplichtige – niet aan een derde
• Strafrechtelijke aansprakelijkheid voor andermans daad bestaat niet in het strafrecht
• Straf vervalt met de dood van de veroordeelde (art. 86 Sw.) – kan niet ten laste van
erfgenamen worden gelegd aansprakelijkheidsvordering gaat wel over
• Ook rechtspersonen kunnen aansprakelijk worden gesteld (sinds wet 4 mei 1999)
Foutbegrip:
• Strafrechtelijke fouten zijn inbreuken op de strafwet
• Limitatief opgesomd in de strafwet en moeten strikt geïnterpreteerd worden
• Enkel en alleen bewezen fouten komen in aanmerking
Verval van de strafvordering:
• Persoonlijk karakter straf: strafvordering vervalt met de dood van de verdachte
• Amnestie of opheffing strafbaar karakter doet de strafvordering/straf vervallen
• Minnelijke schikking tussen het OM en de verdachte
• Dading en benadeelde die afstand doet van de burgerlijke rechtsvordering beletten
de uitoefening van de strafvordering niet – raakt OO
• Verjaring van de strafvordering
Steenbakkersarrest (HvC 15 mei 1941)
Vraag: kan men een civielrechtelijke fout begaan door een aansprakelijkheidsvordering in te
stellen tegen een derde?
HvB: door zo lichtzinnig een rechtsvordering in te stellen heeft de aanklager een fout begaan
die tot schadevergoeding aanleiding geeft – aanklager had beter moeten weten
Aanklager: lichte fout → lage schadevergoeding
HvC: het instellen van een rechtsvordering kan in principe geen fout uitmaken die aanleiding
geeft tot schadevergoeding o.g.v. art. 1382 BW.
Uitzondering: indien uit specifieke omstandigheden blijkt dat diegene die de rechtsvordering
heeft ingesteld van een zodanige lichtzinnigheid getuigt waaraan een normaal zorgvuldig
persoon zich niet schuldig zou maken
Prinipe: integrale schadevergoeding. Hier vestigt het HvC nogmaals het principe de aard van
de fout dat in het aansprakelijkheidsrecht geen rol speelt. Iedere fout (zware/lichte fout,
opzettelijke/onopzettelijke fout) geeft aanleiding tot schadevergoeding.
, Camille De Ridder
HvC 8 mei 1961 – aansprakelijkheidsrecht is ruimer dan strafrecht
Verkeersongeval waarbij een vrachtwagen op het platteland schuin geparkeerd stond (deels
op de autoweg). Er bestaat een bepaling “indien men ’s nachts parkeert en de vrachtwagen is
minder dan 2,5 meter breed, dan moet men de autolichten niet aanzetten”. Er botst een auto
tegen de vrachtwagen. De chauffeur beroept zich op de bepaling, hij moest zijn lichten niet
aanzetten.
HvC: men kan deze vrachtwagenchaffeur inderdaad niet strafrechtelijk aansprakelijk stellen,
maar het aansprakelijkheidsrecht (art. 1382 BW) is veel breder dan het strafrecht. Een
normaal zorgvuldig persoon zou zijn vrachtwagen niet onverlicht achterlaten op de autoweg.
Afdeling 3: raakvlakken tussen straf(proces)recht en civielrechtelijk aansprakelijkheidsrecht
Keuzerecht tussen burgerlijke rechter en strafrechter
Keuze benadeelde
• Burgerlijke rechter of samen met de strafvordering voor de strafrechter
• Benadeelde kan zijn keuze herzien of de burgerlijke vordering splitsen (bepaalde
schadeposten voor strafrechter – andere schadeposten voor burgerlijke rechter)
• ‘Electa una via non datur recursus ad alteram’ geldt niet – het feit dat de gemaakte
keuze bindend is, is strijdig met art. 4 V.T.Sv.
• Uitzondering vrije keuze: vergoeding in het raam van de Arbeidsongevallenwet of de
Wet Beroepsziekten is niet mogelijk voor de strafrechter
Electa una via-arrest (HvC 27 mei 1943) – principe-arrest
Slachtoffer van schadegeval met lichamelijke schade:
• Misdrijf slagen en verwondingen (strafrecht)
• Schadevergoeding (BCA)
• Slachtoffer vroeg schadevergoeding voor de strafrechter – op dat ogenblik was hij
tijdelijk arbeidsongeschikt
• Later: blijvend arbeidsongeschikt – slachtoffer vraagt bijkomende schadevergoeding
voor de burgerlijke rechter
HvB Luik: “electa una via” – wanneer men voor een bepaalde weg kiest, kan men nadien niet
meer voor de andere weg kiezen. Niet mogelijk, slachtoffer heeft gekozen voor strafrechter.
HvC: art. 4 V.T.Sv. stelt voorop dat het slachtoffer de keuze heeft bij een burgerlijke vordering
die volgt uit een strafrechtelijk misdrijf – art. 4 V.T.Sv. verwijst niet naar het adagium.
Maar: dit creëert een risico op tegenstrijdige uitspraken. Daarom wordt de uitspraak van de
burgerlijke rechter geschorst zolang ze aanhangig is voor de strafrechter. Dit geeft nog steeds
kans op tegenstrijdige uitspraken. Vandaar is de burgerlijke rechter bovendien gebonden door
wat de strafrechter zeker en noodzakelijk heeft beslist (zie infra).
, Camille De Ridder
Burgerlijke partijstelling voor de strafrechter
• Rechtstreekse dagvaarding voor het vonnisgerecht
• Burgerlijke partijstelling voor de strafrechtelijke instanties (via schriftelijke akte of
mondelinge wilsverklaring)
Ambtshalve aanhouding van de burgerlijke belangen door de strafrechter
• Vroeger: regel van gelijktijdigheid van de burgerlijke en de strafvordering – na de
eindbeslissing van de strafrechter werd deze onbevoegd om uitspraak te doen over de
burgerlijke vordering
• Nu: art. 4 V.T.Sv. – de strafrechter houdt ambtshalve de burgerlijke belangen aan, zelfs
bij ontstentenis van burgerlijke partijstelling – elke benadeelde kan kosteloos, zelfs na
de eindbeslissing, via een verzoekschrift bij de griffie de strafrechter vragen om een
uitspraak te doen over de burgerlijke belangen
• De benadeelde behoudt ook nog steeds het recht om de zaak voor de burgerlijke
rechter aanhangig te maken via een verzoek op tegenspraak
Bevoegdheid van de strafrechter om te oordelen over de burgerlijke vordering – pro
• Niet alleen herstel van maatschappelijke orde – ook schadeherstel van de individuele
benadeelde
• Proceseconomie – één proces waarin alle belangen aan bod komen
• In een strafproces verzamelen het openbaar ministerie dan wel de onderzoeksrechter
de bewijsmiddelen – de benadeelde kan hierop steunen
• Strafrechtelijke procedure is goedkoper (op kosten van de Staat in plaats van de
benadeelde in de burgerlijke procedure) en sneller
Bevoegdheid van de strafrechter om te oordelen over de burgerlijke vordering – contra
• Verzwaart de positie voor de beklaagde
• Twee zaken die weinig met elkaar te maken hebben – de strafrechtelijke vraag houdt
rekening met subjectieve elementen, wat normaal niet het geval is bij het herstel van
de schade
• Bewijsvoering in het strafprocesrecht is summier geregeld, vrije bewijslevering – in
het aansprakelijkheidsrecht is de bewijsvoering ruim geregeld en gelden verschillende
fout- en aansprakelijkheidsvermoedens (gemakkelijker voor de benadeelde)
• In correctionele zaken zal aan de benadeelde die een strafvordering instelt vaak nog
gevraagd worden om een consignatie te betalen om de rechtsplegingskosten te
dekken – bovendien zal de burgerlijke partij die de strafvordering op gang heeft
gebracht, in geval van buitenvervolgingstelling of vrijspraak worden veroordeeld tot
het betalen van de gerechtskosten (art. 66 en 162 Sv.)
• Verschijning voor twee rechtscolleges en bijkomende onderzoekshandelingen leiden
vaak tot vertraging van de strafrechtelijke procedure
• Deskundigenonderzoek in de strafprocedure is vaak niet tegensprekelijk omdat deze
volgens de klassieke leer een geheim karakter heeft – in burgerlijke zaken verloopt het
onderzoek steeds tegensprekelijk