Vak gegeven door professor Willems. Dit document is een samenvatting op basis van: - De slides uit de les. - Aantekeningen uit de les. De examenvragen zoals gesteld in voorgaande jaren staan steeds vermeld bij het bijpassende stuk leerstof.
SAMENVATTING ORTHODONTIE EN
DENTOFACIALE ORTHOPEDIE
HOOFDSTUK 1: ORTHODONTISCHE TERMINOLOGIE
Agenesie Congenitale afwezigheid van tanden.
Angle classificatie Classificatie van malocclusie gebaseerd op anteroposterieure verhouding van de maxillaire en mandibulaire eerste
definitieve molaren.
Angle klasse I = Neutro-occlusie
malocclusie = Normo-occlusie
Malocclusie waarbij de vestibulaire groeve van de 1OM occludeert met de
mesiovestibulaire cuspide van de 1BM.
Angle klasse II = Disto-occlusie
malocclusie = Post-normale occlusie
Malocclusie waarbij de vestibulaire groeve van de 1OM occludeert distaal van de mesiovestibulaire cuspide van
de 1BM uitgedrukt in PM breedtes.
De klasse II malocclusie wordt onderverdeeld in:
Klasse II/1 = Vergrote overjet.
Klasse II/2 = Hoge bedekking van bovenfront door de onderlip met steilstand
van het bovenfront en een diepe beet tot gevolg.
Afhankelijk van de crowding in bovenfront onderscheidt men nog
drie subtypes:
Angle klasse III = Mesio-occlusie
malocclusie = Pre-normale occlusie
Malocclusie waarbij de vestibulaire groeve van de 1OM occludeert mesiaal van de mesiovestibulaire cuspide van
de 1BM uitgedrukt in PM breedtes
1
,Angulatie Mesiodistale kanteling van verticale tandas tov de lijn loodrecht op het occlusievlak.
Ankylose Abnormale fusie tussen 2 beenderen of tussen tand en alveolaire bot.
Anodontie Afwezigheid in aanleg van zowel melktanden als definitieve tanden.
Anterieure open beet Malocclusie met afwezigheid van verticale overlap tussen de frontelementen.
Arch length deficiency Er is te weinig ruimte voor alle tanden in de boog = crowding
Arch length Discrepantie tussen aanwezige ruimte in tandboog en ruimte nodig om alle tanden optimaal te aligneren.
discrepancy (ALD)
Arch length excess Er is te veel ruimte voor de tanden in de boog = spacing
Arch length Zie BOOGLENGTE.
Autorotatie Rotatie van de OK rond de condylaire as na verticale maxillaire repositie
Bimaxillaire prognathie Skeletale protrusie van beide kaken die de normale limieten overschrijdt, relatief tov de craniale basis
Bimaxillaire Skeletale retropositie van beide kaken die de normale limieten overschrijdt, relatief tov de craniale basis
retrognathie
Bol van Monson Een combinatie van curve van Spee en curve van Wilson.
Bolton analyse Analyse voor detectie van discrepansies op vlak van MD tandbreedtes tussen corresponderende maxillaire en
mandibulaire tanden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- De overall ratio slaat op beide sets van 12 mandibulaire en 12 maxillaire tanden.
- De anterior ratio slaat op de 6 fronttanden van beide kaken.
Boogbreedte De boogbreedte van een tandboog wordt opgemeten tussen contralaterale
elementen en meestal uitgedrukt als de interhoektandbreedte of de
intermolaarbreedte.
Booglengte = Arch length
Is de totale lengte die in de tandboog aanwezig is voor de alligatie van de aanwezige
tanden.
2
,Brachycefaal Duidt op een individu met een brede schedel (cephalic index > 81).
Brachyfaciaal = Brachyprosopic
Een gezichtspatroon gekarakteriseerd door een breed, vierkant gezicht.
Brachyprosopic Zie BRACHYFACIAAL
Bruxisme Parafunctionele activiteit van kaken gedurende de dag of ’s nachts waarbij de tanden met grote kracht op elkaar
worden geklemd of tov elkaar worden bewogen. Bruxisme wordt vaak geassocieerd met TMD problemen. Zowel
premature occlusale contacten als stress worden als oorzakelijke factor van bruxisme opgegeven.
Buccaal segment Segment van de hoektanden, premolaren en molaren.
Buitenbeet Zie TELESCOOPBEET
Camouflage Occlusale compensatie via het orthodontisch verplaatsen van tanden voor een milde tot matige skeletale
discrepantie.
Centraal diasteem Ruimte tussen beide CST, soms geassocieerd met hyperplasie van het lipfrenulum.
Centrale relatie = RUM-positie = rear-most, up-most and mid-most positie
Relatie van de OK tot de BK waarbij de condyli zich in een fysiologisch stabiele positie bevinden onafhankelijk van
tandcontact.
Centrische occlusie (CO) Zie HABITUELE OCCLUSIE.
Clockwise rotatie Zie LONG FACE.
Crowding EXA: Wat wordt verstaan onder primaire, secundaire en tertiaire crowding? Waardoor worden ze veroorzaakt?
= Arch length deficiency
Drie vormen van crowding:
1. Primaire crowding: plaatsgebrek dat genetisch bepaald is en veroorzaakt wordt door een discrepancy tussen
de grootte van de tanden en die van de kaken.
2. Secundaire crowding: plaatsgebrek dat ontstaan is secundair aan stoornissen in de gebitsontwikkeling zoals
bijvoorbeeld in het geval van mesiale drift van tanden tgv het prematuur verlies van melktanden.
3. Tertiaire crowding: crowding die voornamelijk in onderfront ontstaat en vroeger gelinkt werd aan de eruptie
van wijsheidstanden of de differentiële groei tussen BK en OK dewelke op een verschillend tijdstip beëindigd
wordt en wordt ook wel eens fysiologische crowding genoemd.
Curve van Spee Een curve in het sagittale vlak die doorheen de cuspides en de incisale randen van de
mandibulaire tanden loopt.
Dehiscentie Geïsoleerd verticaal en benig defect waarbij een deel van de tandwortel blootgesteld wordt.
Dentale kruisbeet Abnormale verhouding tussen antagonistische tanden thv afwijkingen in positie of inclinatie van 1 of meerdere
tanden.
Dentale open beet Ontbreken van contact tussen bepaalde elementen van de BK en OK tgv factoren zoals duimzuigen/penbijten.
Dentale protrusie Anterieure positie van een tand of groep tanden
Dento-alveolaire Natuurlijke veranderingen die optreden in het gebit en waardoor de ernst van een onderliggende skeletale
compensatie discrepansie tussen BK en OK wordt gemaskeerd.
3
, Dento-alveolaire Het wegnemen van de natuurlijke veranderingen die optreden in een gebit waardoor de ernst van een
decompensatie onderliggende skeletale discrepansie tussen BK en OK wordt gemaskeerd.
Diagnostische setup Laboprocedure waarbij obv een duplicaat gipsmodel de tanden worden verzaagd en in was in de uiteindelijke
gewenste positie worden opgesteld.
Diasteem Ruimte tussen 2 tanden.
Diepe beet Vergrote overbeet.
Dilaceratie Ontwikkelingsstoornis in de vorm van een tand waarbij wortel zich onder een bepaalde hoek met de tandas heeft
ontwikkeld.
Dished-in profile Profile met sterk gereduceerde lipprominentie.
Distale step Een malocclusie waarbij het terminale afsluitingsvlak van de 2e melkmolaren in de
OK posterieur tov dat in de BK gelegen is.
Dolichocefaal Individu met lange smalle schedel (cephalic index < 76).
Dolichofaciaal Gezichtspatroon gekarakteriseerd door een lang, smal gezicht.
Dual bite = Sunday bite
Situatie waarbij een patiënt 2 posities, die meer dan 2 mm van elkaar verschillen, als habituele occlusie heeft.
Dwangbeet Een shift in de positie van de OK naar een foutieve habituele occlusie tgv een premature occlusale interferentie.
Ectopische eruptie Een malocclusie waarbij een tand in een abnormale positie erupteert. Vb. BHT die volledig buiten de lijn van de
tandboog.
End-to-end = Een malocclusie waarbij er een randbeet aanwezig is, waarbij de snijtanden van BK en OK met hun incisale randen
edge-to-edge met elkaar contact maken.
Functionele occlusie = Fysiologische occlusie.
Een statische en dynamische relatie tussen de tanden van OK en BK waarbij een minimum aan stress thv het ATM
gecombineerd wordt met een optimale occlusie, stabiliteit en esthetiek van de dentitie, en bescherming van het
parodontium.
Glabella Meest prominente punt op de anterieure contour van het os frontale in het midsagittale vlak.
Groeirotatie Rotatie van BK en OK in verhouding tot de craniale basis dewelke optreedt tijdens normale groei.
Gummy smile Zichtbare expositie in BK van een tandvlees bij lachen.
Habituele occlusie = Centrische occlusie
Die mandibulaire positie die bepaald wordt door maximale en habituele intercuspidatie van de maxillaire en
mandibulaire tanden, onafhankelijk van de positie van de condylus.
Headgear Extra-oraal hulpmiddel voor dorsaalwaartse krachtapplicatie op de BK of op tanden in de BK.
High angle patiënt Zie LONG FACE.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnneTHK. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €0,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.