Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting NeuroFysiologie Deel 1 €21,66
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting NeuroFysiologie Deel 1

 20 vues  0 fois vendu

Samenvatting van powerpoints + wat in de les werd verteld in het vak Neurowetenschappen deel Fysiologie. 6 Onderwerpen: visueel systeem, motorisch systeem, chemische controle, motivatie, emotie, geheugen. Bevat alle te kennen informatie maar zo beknopt en gestructureerd mogelijk om optimaal te k...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 39  pages

  • 10 juin 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (82)
avatar-seller
mdmd12
Het visueel systeem
Functies: zien, houding, evenwicht, voortbeweging, fijne motoriek, regelen circadiaanse ritme
® Grootste sensoriële systeem
Stimuli: lichtsterkte, kleur, contrast, snelheid en richting van beweging

1 Het oog
1.1 Licht
Licht = elektromagnetische straling die zichtbaar is met het oog
® Ondergaat: reflectie (weerkaatsing aan oppervlak), absorptie of refractie (afbuiging)
In het oog, afh. van vertraging licht tussen 2 media ↲

1.2 Anatomie
Uitwendig:
- Pupil
- Iris/ regenboogvlies: + m. sphincter pupillae en m. dilatator pupillae
- Cornea/ hoornvlies: doorschijnend, zonder bloedvaten, met zenuwvezels (gevoelig)
- Sclera
- Uitwendige oogspieren (oogbewegingen dankzij 3 paar extra-oculaire spieren)

Doorsnede:
- Lens: opgehangen aan de ciliaire spieren (regelen kromming lens = accommodatie)
- Voorste kamer: met kamervocht
- Corpus vitreum: glasvocht, gelatineuze substantie, vitreous humor, tussen lens en retina
- Fovea: klein putje, zone van hoge gezichtsscherpte, centrale deel retina

Filling in door hersenen:
- n. opticus: posterieur, t.h.v. papil → hier geen receptoren → blinde vlek ⇒ filling in
- Grote retina bloedvaten komen uit papil → schaduw → geen visuele input ⇒ filling in
↪ t.h.v. macula weinig bloedvaten (in fovea geen) ⇒ gezichtsscherpte

Pathologie:
- Strabisme: scheel kijken, kan op jonge leeftijd aanleiding geven tot amblyopie: verlies van acuiteit
door centrale suppressie van het beeld afkomstig van 1 oog
- Cataract: vertroebelen lens
- Glaucoom: chronisch verhoogde oogdruk → aftserven axonen n. opticus, silent verloop ⇒ screening
vanaf 40y


o Beeldvorming
Lichtstralen (< lichtbron op ∞) vallen parallel in → breking door
cornea → convergeren naar 1 punt op retina

Focusafstand: afstand tussen brekingsoppervlak en punt van convergentie
® 1/focusafstand (m) = dioptrie = eenheid refractieve vermogen
Ø Cornea: 42 D ⇒ lichtstralen convergeren na 24 mm
(1/0,024m = 42)

, Ø Lens: +18 D → +32 D = lens wordt boller (bij dichte lichtbronnen: divergerende
lichtstralen, moeten meer gebroken worden) = accommodatie; ciliaire qpieren
contraheren → spanning ligamenten lens daalt → lens wordt boller (door elasticiteit)
= accommodatie-convergentiesynkinese
↳ beeld omgekeerd geprojecteerd op retina
1.2.1 Bijziendheid en verziendheid
Elasticiteit lens vermindert met leeftijd → presbyopie = ouderdomsverziendheid
Oogbol te lang: beelden worden voor retina geprojecteerd ⇒ myopie: bijziendheid ⇒ divergerende lens
Oogbol te kort: beelden worden achter retina geprojecteerd ⇒ hypermetropie: verziendheid ⇒
convergerende lens

Alternatieve oplossing: Laser assisted in situ keratomileusis (LASK): corneaflap gevolgd door laser die stroma
brandt waardoor de kromming van de oogbol wordt afgeplat
1.2.2 Pupilgrootte
Pupilgrootte regelt hoeveelheid licht die binnenvalt
® Vernauwen = miosis, dilatatie = mydriasis
Ø Scherptediepte: focussen op voorwerpen of verschillende afstand
Ø Correctie sferische aberraties van lens: licht dat op randen lens zou vallen waar er geen
perfecte lichtbreking gebeurt, wordt tegengehouden

Pupilreflex
® Direct: lichtinval in L oog → pupilconstrictie in L oog
Indirect/ consensueel: lichtinval in L oog → pupilconstrictie in R oog
® Onafhankelijk van cortex, via hersenstam en sommige craniale zenuwen bij comateuze patiënten
Ø Test integriteit: afwezige indirecte en directe ⇒ vermoed letsel efferente baan (n.
oculomotorius), afferent intact

Grootte stimulus (t.h.v. retina) uitgedrukt in visuele graden:
§ 280 𝝁m (op retina) = 1 visuele graad
§ 1 cm groot voorwerp op 57 cm afstand projecteert onder hoek van 1 visuele graad
® Belang: afmetingen uitdrukken ongeacht van afstand tot waarnemer (stimuli, visuele veld, receptieve
veld, gezichtscherpte)

Visuele veld van 1 oog = 150° in horizontale vlak, kleiner aan nasale zijde dan temporale zijde

1.3 Microscopische anatomie van de retina
Retina = uitstulping van de hersenen (⇒ reeds hier gedeeltelijke informatieverwerking)
® Lagen van binnen naar buiten:
* Ganglioncellen: axonen lopen naar papil om in myelineschede de n. opticus te vormen
* Bipolaire cellen
* Fotoreceptorcellen
+ interneuronen:
§ Horizontale cellen: laterale synapsen tussen fotoreceptor-bipolaire cel
§ Amacriene cellen: laterale synapsen tussen ganglioncel-bipolaire cel

® Zones
* Papilla nervi (blinde vlek): geen fotoreceptoren
* Macula lutea (gele vlek): geen bloedvaatjes, met in het midden fovea centralis;
- binnenste lagen wijken uit naar lateraal

, - hier wordt het centraal zicht geprojecteerd (gezichtsscherpte)
- centrum retina; scheiding nasale-temporale en superieure-inferieure retina
1.3.1 Fotoreceptoren
Fotoreceptorcel = licht-gevoelige ganglioncel die melanopsine tot expressie brengt

Fotoreceptor Staafje Kegeltje
Gevoeligheid HOOG → NACHT LAAG → DAG
Bouw: outer segment Lang cilindrisch kort

Fotopigment (in Meer minder
sacculi)
Amplificatie Hoog, single Laag
fotondetectie
Temporale resolutie Laag: trage respons, Hoog: snelle respons, korte
lange integratietijd integratietijd
Meer gevoelig aan Strooistraling Directe lichtinval

Systeem Staafjessysteem Kegeltjessysteem
Acuïteit laag: periferie, Hoog: fovea, dispersie
(gezichtsscherpte) convergentie
Pigmentatie Achromatisch: één Chromatisch: 3 types pigment
pigment

Mesopisch zicht: staafjes (scotopisch zicht) en kegeltjes (fotopisch zicht) actief

⇒ centrale zicht hogere resolutie, perifere retina hoge gevoeligheid
- Centraal vooral kegeltjes (geen staafjes in fovea), perifeer vooral staafjes
- Totale densiteit receptoren daalt met afstand tot fovea
- In fovea ganglioncellaag lateraal verplaatst → licht kan directer invallen op fotoreceptoren
- In fovea: 2 ganglioncellen per kegeltje + 1 kegeltje per ganglioncel (↔ perifeer: 600 staafjes per
ganglioncel → sterke convergentie fotoreceptoren → lage gezichtsscherpte)

→ reden: voor overal hoge acuïteit is de cortex te klein (en mens kent al fysiologische vroeggeboorte;
schedelomtrek (breedste) moet erdoor kunnen), oplossing: klein scherp gebied GECOMPSENSEERD DOOR
systeem van snelle oogbewegingen

1.4 Spatiotemporele vermogen van het oog
1.4.1 Spatiale resolutie
Spatiale resolutie = gezichtsscherpte, acuïteit, limiet van het spatiale vermogen = kleinste afstand tussen 2
punten die nog als verschillend worden gezien
® Bepaald door:
§ Kwaliteit lenzensysteem
§ Densiteit receptoroppervlak
§ Neuronale factor: mate van convergentie van fotoreceptor op ganglioncel
® Neemt af met excentriciteit
® Test: 2 punten waarbij afstand tussen de 2 progressief verkleint
Ø Normaal (perfect) oog: 0,007 graden (26 boogsec) = 2 𝜇m op retina = 1 mm op 10m
afstand
Ø Klinische grens: 20/20 indien letters van 0,083 graden (op afstand van 20 voet) leesbaar
® Test: sinusoidaal strepenpatroon (gratings) van maximaal contrast, met
progressief toenemende frequentie (↷ aantal cycli per visuele graad;

, 1 cyclus = 1 witte streep + 1 zwarte streep) tot homogeen grijs
Ø Optimale frequentie: 3 cycli per graad
Ø Hoogste frequentie: 60 cycli per graad

Ø Spatiale contrastgevoeligheidscurve: gevoeligheid (1/drempel)
i.f.v. spatiale frequentie
* Per frequentie drempel bepalen: vermindering
contrast tot homogeen grijs per frequentie
* Curve verschuiven naar links onder:
o Excentriciteit (afstand tot fovea) ↗
o Snelheid (bewegend strepenpatroon) ↗
o Belichting ↘

1.4.2 Temporele resolutie
Kritische flikkerfusiefrequentie (KFFF) = maximale frequentie flitsen die nog als verschillend worden aanzien
® Bepaald door:
§ Retinale belichting
§ Afmeting flits
§ Excentriciteit
® (Oude) computer display: 60 Hz MAAR veel visuele gebieden hebben hogere temporele resolutie →
neuronen reageren op elke flits → vermoeidheid

1.5 Fotochemie
1.5.1 Fotopigment
- In sacculi fotoreceptoren
- Bestaat uit opsine (eiwit) + retinal (vitA afgeleide)
o Staafjes: rhodopsine: gevoelig aan golflengte rond 500 nm
o Kegeltjes: iodopsine; 3 soorten (trichromatisme): elk met maximale gevoeligheid voor
bepaalde golflengte
§ S-kegeltjes: 430 nm (blauw)
§ M-kegeltjes: 530 nm (groen)
§ L-kegeltjes: 560 nm (rood)
⇒ kleurperceptie door relatieve activiteit S-, M-, L-kegeltjes
(wit = alle golflengtes, activeert de 3 soorten in gelijke mate)
Pathologieën:
- Kleuranomalieen (trichromatisme): fotopigmenten hebben een licht verschillende gevoeligheid
- Kleurenblindheid (dichromatisme): defect in gen voor rode of groene fotopigment (XGB)
- Geen kleurperceptie (monochromatisme)

1.5.2 Donker- en lichtadaptatie
Daglicht: cGMP in staafjes wordt zo laag dat het antwoord satureert → zicht hangt volledig af van kegeltjes

Donkeradaptatie (duur: 30 min): verhoogt gevoeligheid met factor 106 door:
- Dilatatie pupil
- Regeneratie van grote hoeveelheid niet-geactiveerd rhodopsine (staafjes)
- Aanpassing in het retinale netwerk: meer input van staafjes (scotopisch zicht), informatie van meer
staafjes beschikbaar voor elke ganglioncel
Lichtadaptatie:
- Constrictie pupil

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mdmd12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €21,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€21,66
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté