Perspectieven op Mentale Gezondheid en Psychiatrie (FI2V23001)
Resume
Samenvatting ALLE artikelen PMGP 2024
8 vues 0 fois vendu
Cours
Perspectieven op Mentale Gezondheid en Psychiatrie (FI2V23001)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Uitgebreide samenvatting van ALLE artikelen die bestudeerd moet worden voor het tentamen van het vak Perspectieven op Mentale Gezondheid en Psychiatrie in 2024. Alle artikelen zijn zeer uitgebreid samengevat.
Perspectieven op Mentale Gezondheid en Psychiatrie (FI2V23001)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
maud1703
Avis reçus
Aperçu du contenu
Week 1: Hoorcollege 1 (Geschiedenis
psychiatrie) + Porter, 2002 + Kendler et al.,
2022 + Goffman, 1961
Geschiedenis omgang waanzin (care > confinement > cure)
Oude Griekenland: afwijking/ongezondheid door bovennatuurlijke krachten, werk
van de goden en demonen. Zelfbewustzijn is beperkt: kwam door goden >
soortgelijk speelveld.
5e en 4e eeuw BC: abnormaal gedrag door innerlijke conflicten tussen lust, eer,
geweten in zelfbewuste personen (voor het eerst). Gingen uit van rationele
individuen. Conflicten > gekte (door samenspel bovennatuurlijke krachten en
intrapsychische spanning). Theater als vorm ontlading en therapie(!). Griekse
denkers verkenden rol geest en rede.
Al vroeg het idee het in het brein zat: schedels met gaten > kwaad ontsnappen
(trepaneren).
Ontstaan Griekse geneeskunde
Ander verklaringsmodel: natuurelementen bepalend i.p.v. goden
(naturalisatieslag): geboorte geneeskunde: verklaren o.b.v. oorzaak en gevolg.
Kijken naar natuurbeginselen.
Hippocratische geneeskunde: helpen natuur in creëren en behouden van een
gezonde geest en lichaam. Medicatie sloot supernatuurlijke uit; emoties,
gedachten etc. komen uit hersenen.
Plato’s wetten: families moesten voor geesteszieke familieleden zorgen, ze in
bedwang houden.
Griekse context: humorenleer: natuurbeginsel: omgeving (klimaat, dieet etc.)
bepaald balans tussen sappen. Balans bepaalt temperament en psyche > hoe
gezond iemand is. Mentale ziekten bij té erge verstoring. Overhand bepaalde
sappen (vooral verstoring in temperatuur en vochtgehalte). Behandeling gericht
op herstellen balans; natuurlijke methoden: leefstijl/dieet.
- Geel gal (vuur) > agressief, driftig.
- Rood bloed (lucht) > manisch.
- Wit slijm (water) > langzaam, traag, rustig.
- Zwart gal (aarde) > melancholisch.
Lang uitwisseling humorenleer en Chinese leer: beide wetenschappelijk:
verklaarde iets. Hier ook begin psychiatrie als specialisatie geneeskunde; beroep
op natuurbegrip.
Griekse geneeskunde: diverse behandeling: praten, shocktherapie, isolatie,
laxeermiddelen. Basis in binair denken: twee manifestaties:
- Melancholie: serieuze mentale verstoring; angst, neerslachtig,
hallucinaties, argwaan, wantrouwen, angst en onrust.
- Manie: excessieve vrolijkheid en onbeheersbaar gedrag.
,Aretaeus: bipolaire stoornissen: melancholie > manie; schommelingen variatie
melancholie.
Care
Denken over goden niet afgelopen: in Christendom ziel als toneel voor strijd
tussen duivel en heilige geest (hierdoor ook iets heiligs eraan). Verstoringen als
overname kwaad. Genezing door geloof (bidden etc.). Ook erkenning heilige vorm
gekte (bijv. profeten). Belangrijke rol kerk in omgang geestenziekten:
Care: verzorging en onderdeel van de samenleving was kenmerkend. Liepen
soms op straat, soms opgesloten in kerkers/torens (uitzondering). Vanwege
stigma vaak gevreesd en vermeden. Waanzin was beschamend: associatie met
duivelse bezetenheid.
In vroege middeleeuwen medische tradities, volksgeloof en magische remedies.
In renaissance behield Grieks gedachtengoed geldigheid, geen revolutionaire
veranderingen. Burton (1621): hoogtepunt humorale benadering: uitgebreid
beeld melancholie.
1480-1700: heksenjachten, sommigen leidden aan mentale stoornissen
(‘hysterisch’). Dachten dat ze pact met duivel gesloten hadden (onder marteling
legden ze deze getuigenis af > anderen als schuldig aanwijzen > veel doden).
Grootste deel ‘heksen’ zouden we nu geestesziek noemen.
Confinement (grote opsluiting 17e eeuw)
Huizen voor opsluiting gestoorden (vooral in Frankrijk): de grote opsluiting.
Steeds meer groepen (de ongewensten, later ook (wees)kinderen). Vooral
samenwerking politie en kerk (instituten voor zorg vanuit Christelijke
naastenliefde). Samenleving werkte gedeeltelijk mee: industrialisatie in Engeland
& Frankrijk > werken > niet meer kunnen verzorgen > opsluiting. Doel is
opsluiting i.p.v. genezing; diende juridische, sociale, administratieve en
economische doelen (ze werden aan het werk gezet). (=vroege gestichten).
Weinig over bekend: gehecht aan geheimhouding. Varieerden in kwaliteit:
corrupt/wreed – ondersteunend. Vóór 1800 geen medisch toezicht verplicht
(verplichting =/= goede zorg). Instellingen vaak corrupt en geleid door leken.
Europa/Noord-Amerika: afzondering zou therapeutisch zijn > pas in 1800
particuliere gestichten: winstgevend: handel in krankzinnigheid.
Foucault (1960): absolutisme > beweging blinde onderdrukking > opruimoperatie
(opsluiting gekken en armen). Lastige mensen opgesloten als maatregel, niet
voor therapie. Vertegenwoordigde volgens Foucault verarming van waanzin zelf:
geroofd van fascinerend-zijn > ontkenning en afwezigheid van menselijkheid.
- Kritiek: ideeën simplistisch en overgegeneraliseerd: alleen in Frankrijk
toename institutionalisering. Weinig bewijs dat onredelijkheid als
beperking werd gezien.
o Opkomst institutionele psychiatrie samenzweerderig bestempelen
ins simplistisch: opsluiting vaak door onderhandelingen
familie/gemeenschap.
Bedlam (Engeland): bezoeken voor leedvermaak en educatie. Geestesziekte:
gevolg van moreel verval; bezoeken als waarschuwing.
,Cure (19e eeuw)
Sommige artsen vonden grote vroege gestichten inhumaan: beschreven als hel
op aarde. Humanisering > moderne gestichten kwamen op: behandeling
gericht op genezing (=cure). Geen afschaffing maar heruitvinding vroege
gestichten. Idee was dat je hier wél weer uitkwam. Pinel: moreel tekort > morele
therapie gericht op ontwikkeling zelfcontrole zodat dwang en opsluiting niet
meer nodig was, zodat ze weer in samenleving konden deelnemen. Nadruk op
herstel van zelfbeheersing d.m.v. ondersteunende omgeving. Ander gedrag
creëren d.m.v. straf en beloning (conditionering): gedragstherapie. Geen besef
dat sommige dingen niet hielpen. Minder restraints dus zou effectiever zijn
(daarom ingezet, niet omdat het menselijker was).
Morele therapie medicatie.
Regelgeving moderne gestichten: medische zorg vereist, max. patiënten/grootte,
geen onterechte uitsluiting, controle en certificering. Maar: nog steeds gruwelijke
dingen. We praten over humanisering maar vond niet altijd plaats: problematisch
beeld van medische behandeling. Hervormingen > tegengaan misbruik,
verbeteren zorg en behandeling.
19e eeuw: groei door groot vertrouwen in institutionele oplossingen (o.a. scholen
en gevangenis) ondanks aanhoudende kritiek. Opkomst gesticht: verschuiving
religie > wetenschappelijk.
Laatste deel 19e eeuw: pessimisme: genezingspercentages daalden, verstopt met
langdurige patiënten. Psychiaters slachtoffer eigen propaganda (beweerden dat
gedrag psychische stoornis was). Gesticht werd asbak voor hopeloze gevallen.
Twijfel over effectiviteit als geneesmiddel. Psychiatrie paste zich aan: als morele
therapie niet werkte > suggestie dat het erfelijk was.
Kon weinig gedaan worden (want: erfelijk) > bedreiging (voor volgende
generaties) opsluiten > groei gestichten > kwaliteit zorg nam af > preoccupatie
met veiligheid en sedatie.
Mid-20e eeuw: opheffing asylums. Opkomst bio-ethiek > geen behandeling
zonder instemming patiënt. Veel minder mensen in een gesticht. Soms gebrek
aan zorg > crimineel gedrag/drugs > terugkeer gevangenis.
Totale instituties (Goffman, 1961)
Totaal instituut: plek waar mensen wonen en werken, groep soortgelijke
individuen, langdurig afgesloten van de maatschappij, afgesloten en formeel
geregistreerd leven. Leden hebben veel gemeen; omvattende kenmerken. Slaap,
werk en vrije tijd op dezelfde plek; geen barrières. Onverenigbaar met werk- en
familieleven. Alles verzorgd > geen motivatie voor werk (soms weinig werk >
verveling); soms wel door dreiging of systeem kleine betalingen; soort slavernij.
Mensen worden behandeld in groepen/blokken mensen. Implicaties: supervisie,
stereotypering, restrictie contact, weinig/geen sociale mobiliteit, weinig
communicatie over barrière heen.
Kenmerken
- Agenda met activiteiten die vallen onder één rationeel plan.
- Alles op dezelfde plek: sleep-play-work.
- Leven met gelijksoortige anderen onder de autoriteit van het instituut.
, Voor- en nadelen
- Negatief:
o Gebrek aan autonomie en zeggenschap over eigen leven.
o Niet weten wat je diagnoses zijn en wat het plan voor je is.
o Stigma (bijv. oud persoon zien als bejaarde i.p.v. iemand met
geschiedenis).
o Self-fullfilling prophecy.
o Veel mensen bij elkaar: de norm verschuift. Zelfde bij veel mensen
uit de samenleving: je beeld van wat normaal is, verandert.
- Positief:
o Mensen vinden die gelijkgestemd zijn: 1e keer dat je niet de
uitzondering bent.
o Maatschappelijk prettig dat ze uit de samenleving zijn.
o Sommige mensen hebben behoefte aan structuur.
Belangrijke kernobservaties vanuit de geschiedenis
- Grote opsluiting: brede groep sociaal ongewenste en niet-productieve
burgers.
- Mentaal zieken aparte categorie geworden o.b.v. indicatie voor medische
behandeling.
- Gekkenhuizen werden gestichten. Maar praktijk bleef wreed tot ver in 20 e
eeuw.
- Vanaf 19e eeuw: mentale ziekten als intern/moreel falen > opnieuw
socialiseren.
- Vanaf 1960 meeste gestichten gesloten; mentaal zieken weer
(ondersteund) in samenleving of in gevangenissen.
Ontstaansgeschiedenis psychiatrie als medische subdiscipline (17 e en 18e eeuw;
Kendler)
17e eeuw: eerste casusrapporten > psychiatrie ter omgang van reeds
geïnstitutionaliseerden (oprichting huidige APA). Richt op uiten en controleren
waanzin: gesticht om moraal aan te leren (via fysieke interventie of aanleren
interne controle). Brein en geest aanwezig door de hele geschiedenis. Ontstaan
uit management en verzorging geïnstitutionaliseerden.
Huidige psychiatrie: samenspel biomedische/brein en psychologisch/geest. Nooit
slechts 1 van de 2 geweest. Ontwikkelingen die belangrijke aspecten
hedendaagse psychiatrie belichten:
- Vorming conceptuele ruimte voor verstoorde geest: verschuiving religieus
> medisch.
- Akkoord om binnen geneeskunde te specialiseren op 1 orgaan >
neurologie, psychiatrie.
- Ontstaan privé-gekkenhuizen > nieuwe werkmogelijkheden.
17e eeuw: onenigheid over aard van de ziel: materieel/immaterieel.
Wisselwerking en spanning tussen focus op lichaam en/of geest
- Descartes: geestesziekten verankerd in brein en lichaamssappen.
o Dualisme tussen geest en materie: geest als immateriële ziel
verbonden met lichaam. Geest afhankelijk van structuur van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maud1703. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.