Cultuur en media theorie door Walter Weyns en Gert Verschaeren
Dobbelsteentjes
Inleiding
Is politieke (partij-) propaganda en /of reclame en externe bedrijfscommunicatie
onvermijdelijk sofistisch?
De vraag of politieke (partij-)propaganda en/of reclame en externe bedrijfscommunicatie
onvermijdelijk sofistisch zijn, kan vanuit verschillende perspectieven worden benaderd. Om
deze vraag goed te beantwoorden, moeten we eerst enkele termen definiëren:
Sofisme: Dit is een vorm van redenering die bedrieglijk of misleidend is. Het draait
vaak om het gebruik van retoriek om mensen te overtuigen van een bepaalde visie,
ongeacht de waarheid of de logische samenhang.
Propaganda: Dit is informatie, vooral van bevooroordeelde of misleidende aard, die
wordt gebruikt om een politieke oorzaak of standpunt te promoten.
Reclame: Dit is een vorm van communicatie die bedoeld is om een product, dienst of
idee te promoten bij een breed publiek.
Externe bedrijfscommunicatie: Dit omvat alle uitingen van een bedrijf naar buiten
toe, zoals public relations, marketing, en klantenservice.
Politieke (partij-)propaganda:
Politieke propaganda heeft vaak als doel om een bepaald beeld of idee te promoten en
kiezers te overtuigen. Vanwege de aard van politiek en de strijd om de macht, is het gebruik
van retorische technieken en soms misleidende informatie helaas niet ongebruikelijk. Dit kan
sofistische elementen bevatten, zoals:
Selectieve weergave van feiten.
Gebruik van emotionele manipulatie.
Overdreven simplificatie van complexe problemen.
Hierdoor kan politieke propaganda vaak sofistisch van aard zijn, hoewel het niet per definitie
sofistisch hoeft te zijn. Eerlijke en transparante communicatie is mogelijk, maar in de praktijk
zeldzamer.
Reclame:
Reclame heeft als doel om producten of diensten aan de man te brengen. Dit gebeurt vaak
door middel van:
Emotionele oproepen.
Exaggeratie van de voordelen van het product.
Weglaten van nadelen of bijwerkingen.
Hierdoor kan reclame vaak als sofistisch worden gezien omdat het doel is om te overtuigen
en te verkopen, soms ten koste van de volledige waarheid.
,Externe bedrijfscommunicatie:
Externe bedrijfscommunicatie omvat een breder scala aan activiteiten en is niet per definitie
gericht op misleiding. Echter, wanneer het gaat om marketing en PR, kunnen sofistische
technieken worden gebruikt om het bedrijf in een positief daglicht te stellen. Voorbeelden
zijn:
Spin-doctoring (draaien van negatieve feiten naar positieve).
Greenwashing (zich groener voordoen dan men is).
Overmatig gebruik van jargon of complexe taal om transparantie te vermijden.
Conclusie:
Het is niet onvermijdelijk dat politieke propaganda, reclame en externe
bedrijfscommunicatie sofistisch zijn, maar de druk om te overtuigen en te winnen maakt het
gebruik van sofistische technieken aantrekkelijk en vaak voorkomend. Er zijn wel degelijk
ethische en transparante vormen van communicatie mogelijk, maar deze vereisen een
bewuste keuze voor eerlijkheid en integriteit, iets wat niet altijd overeenkomt met de
doelstellingen van politieke partijen en bedrijven.
Heeft de universiteit vandaag nog een culturele betekenis (in de zin van van Humboldt)?
“Het ware doel van de mens (…) is de hoogste en meest evenwichtige vorming van al zijn
capaciteiten tot een geheel” (Wilhelm Von Humboldt, 1792) “Studenten worden niet
langer opgevat als individuen maar als bundels vaardigheden die op punt worden gesteld
met het oog op maximale output.” (Jeffrey Alan Johnson, 2014)
De vraag of de universiteit vandaag de dag nog een culturele betekenis heeft in de zin van
Wilhelm von Humboldt, namelijk als een instelling die gericht is op de hoogste en meest
evenwichtige vorming van alle menselijke capaciteiten, is complex en kan vanuit
verschillende perspectieven worden benaderd.
Humboldt's Ideaal van de Universiteit:
Wilhelm von Humboldt's visie op de universiteit draaide om Bildung, een concept dat de
holistische ontwikkeling van het individu omvat, zowel intellectueel als moreel. Dit ideaal
benadrukte:
Autonomie van de universiteit: Onderwijs en onderzoek moeten vrij zijn van politieke
en economische invloeden.
Eenheid van Onderwijs en Onderzoek: Studenten moeten niet alleen kennis
consumeren, maar ook actief deelnemen aan het produceren van kennis.
Holistische Vorming: Het doel van onderwijs is de volledige en harmonieuze
ontwikkeling van alle menselijke capaciteiten.
Moderne Realiteit van Universiteiten:
, Jeffrey Alan Johnson's observatie uit 2014 dat studenten steeds meer worden gezien als
"bundels vaardigheden" die moeten worden geoptimaliseerd voor maximale output,
weerspiegelt een verschuiving in de rol en het doel van universiteiten. Enkele aspecten van
deze verschuiving zijn:
Economische Druk: Universiteiten staan onder druk om afgestudeerden af te leveren
die direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Dit leidt tot een focus op specifieke
vaardigheden en competenties in plaats van op brede intellectuele vorming.
Meetbaarheid en Prestatiedruk: Er is een toenemende nadruk op meetbare
uitkomsten, zoals cijfers, publicaties en rankings, wat kan leiden tot een beperking
van het onderwijs tot datgene wat makkelijk meetbaar is.
Commodificatie van Onderwijs: Studenten worden gezien als klanten, en onderwijs
als een product dat moet voldoen aan de eisen van de markt.
Zijn er nog elementen van Humboldt's Ideaal?
Ondanks deze veranderingen zijn er nog steeds elementen van Humboldt's ideaal terug te
vinden in moderne universiteiten:
Interdisciplinaire Programma's: Er is een groeiende interesse in interdisciplinaire
studies die studenten aanmoedigen om buiten de grenzen van hun hoofdvak te
kijken en verschillende gebieden van kennis te integreren.
Vrije Keuzevakken: Veel universiteiten bieden studenten de mogelijkheid om
keuzevakken te volgen in uiteenlopende disciplines, wat bijdraagt aan een bredere
vorming.
Onderzoeksgerichte Onderwijsprogramma's: Sommige universiteiten en
programma's benadrukken nog steeds de integratie van onderwijs en onderzoek,
waarbij studenten actief betrokken worden bij onderzoeksprojecten.
Conclusie
Hoewel de economische en prestatiedruk de rol en het doel van universiteiten hebben
veranderd, zijn er nog steeds elementen van Humboldt's ideaal aanwezig in het
hedendaagse hoger onderwijs. De balans tussen de holistische vorming van individuen en de
vraag naar specifieke vaardigheden en output blijft echter een uitdaging. Om de culturele
betekenis van de universiteit in Humboldt's zin te behouden, moeten beleidsmakers,
onderwijzers en studenten blijven streven naar een evenwichtige benadering die zowel de
praktische als de intellectuele en morele ontwikkeling van studenten bevordert.
Hermeneutiek
Zijn kunstmatige talen ‘echte’ talen? (denk aan Hans-Georg Gadamer) “Alle vormen van
menselijke levensgemeenschap zijn vormen van taalgemeenschap, sterker nog, zij vormen
taal. Want de taal is naar haar aard de taal van het gesprek. Zij vormt zelf pas in het proces
waarin men zich met elkaar verstaat haar werkelijkheid. Daarom is geen puur
communicatiemiddel. Verzonnen systemen van artificiële communicatie zijn daarom nooit
taal. Want aan kunsttalen, bijvoorbeeld geheimtalen of wiskundige symbolensystemen,
ligt geen taal-en leergemeenschap ten grondslag, maar zij worden slechts ingevoerd en