Praktische pedagogiek: het vertalen van wetenschap naar praktijk (6473PPY)
Tous les documents sur ce sujet (15)
1
vérifier
Par: ilsevanmeurs01 • 4 mois de cela
Vendeur
S'abonner
IffyBloem
Avis reçus
Aperçu du contenu
Praktische Pedagogiek
College 1: Introductie
Waar komt opvoedingsonzekerheid vandaan?
- Bewust kiezen voor kinderen en bewust opvoeden – is heel ‘maakbaar’ geworden.
- Gebrek aan praktische ervaring – vroeger was dit meer
- Nieuwe situaties
- Gemêleerde samenleving – veel meer andere culturen
- Proto-professionalisering – kunnen alles opzoeken, veel kennis tot onze beschikking
- Teveel bemoeienis van opvoedingsdeskundigen?
Paradox van opvoeden – Maartje Luijk
- Ouders twijfelen of ze goed doen en lijden aan stress, vermoeidheid en burn-out
- Oorzaken
o Teveel info leidt tot verwarring: onzekerheid over wat als normaal wordt beschouwd
in ontwikkeling van kinderen
o Druk om perfect t=op te voeden – onrealistische verwachtingen, minder
zelfvertrouwen
o Afname van informatie steunnetwerken – individualistische samenleving en idee van
zelfredzaamheid – schaamte om hulp te vragen
- Oplossing – goed genoeg ouderschap
Casimir: Menswetenschappen, filosofie
Kohnstamm: De pedagogiek zal filosofisch zijn of ze zal niet zijn
Locke & Rousseau: Bezig met hoe een goede opvoeding eruit moet zien
Socrates en Plato: Stek vragen om de ander te helpen aanwezige kennis naar boven te halen.
Darwin: Evolutietheorie – Ging kijken wat een kind kon bij bepaald hoeveel maanden. Hield
ontwikkeling bij van zijn zoon.
Doordat de kindersterfte afnam, kon er ook gekeken worden naar wat een goede opvoeding zou zijn.
Child study movement: Toenemende interesse in ontwikkeling van kinderen
- Informatie verzamelen en delen (congressen)
- Mensen werden geïnteresseerd in hoe de ontwikkeling/opvoeding werkt
- Veel onderwerpen onderzocht, er was ook nog niks bekend dus dit was ‘makkelijk’
Emmet Holt: Care and Feeding of Children – Scheef eerste boekje wat vraag en antwoord bevatte.
Watson: Behaviorist – niks is aangeboren alles kan aangeleerd worden
Gesel: Geïnteresseerd in problemen van het ‘abnormale’ kind. Wanneer is iets abnormaal?
Misverstand 1: Pedagogiek is objectief want empirisch
Empirische analyse:
Normatief: Gevormd door fundamenteel levensbeschouwelijke waarden (Pedagogiek is normatief!!)
- Wanneer is iets goed genoeg?
- Achtergrond onderzoeker veroorzaakt subjectiviteit
- Ideeën over opvoeding veranderen
- Opvoeders wegen normen en waarden mee
,Misverstand 2: Opvoedadvies volgt uit wetenschappelijke kennis
- Niet de wetenschap maar opvoeddoel bepaald de opvoeding (en gekozen advies)
o Wetenschap kan helpen bij de invulling
o Doel = Wat ouders voor ogen hebben
Pedagogiek is Normatief – Handelen vanuit visie of idee over wat wenselijk en haalbaar is in de
opvoeding
- Keuzes die je maakt en ideeen die je hebt over de opvoeding – moet het in perspectief zien
- Wanneer is opvoeding goed genoeg?
- Wat zijn onze waarden en normen?
- Wat moet er geleerd worden?
- Hoeveel vrijheid moet een kind krijgen?
Foucault: De wetenschap bepaalt hoe we over onszelf denken hoe we onszelf ervaren.
- Zij zetten de norm en presenteren wetenschappelijke resultaten als feiten
- Geen autonomie, geen eigen redenering
Schnitzler: Wat gebeurt er met wie we zijn en hoe we met elkaar omgaan.
Transactioneel model:
Kind heeft probleem – zien dat dit niet per se
het kind is. Het is een heen en weer tussen
ouder en kind.
Het probleem staat niet alleen, ouder speelt
grote rol.
Gaat door op wat er gebeurt is, hierdoor kan
het elkaar versterken. → Het ene reageert op
het andere.
De ‘real patient’ – ontwikkeling kind is resultaat van interactie tussen kind en externe sociale
ervaring. Dus de relatie is de ‘werkelijke patient’
Behandeling wordt dan ook gericht op de ouder-kind relatie. Want ouder + kind vormen systeem
(regulerend/interacterend).
Ports of entry: De 3 Rs van behandeling in het transactioneel model
Als je bij een van de ingangen binnenkomt gaat systeem
anders werken.
Remediate: Behandelen (remedie).
Redefine: Herdefinitie
- Veranderen overtuigingen en verwachtingen van
ouders (intentional goal)
Reeducate: (opnieuw?) opleiden.
- Weet niet wat je moet doen, hoe moet je
opvoeden?
- Gericht op familie of ouders
o Informatieverschaffing
o Specifieke opvoedvaardigheden
Keuze flow chart →
Moet kind-ouder relatie aanpakken!
,Spill-over effect:
- Ports zitten in zelfde systeem
o Ouder
o Kind
o Interactie tussen kind en ouder
o Gerepresenteerde relatie
- Dynamische onderlinge afhankelijkheid
o Benadering hoeft niet specifiek te zijn
o Toegang (interventie) door 1 port of entry beïnvloed hele systeem
Motherhood constellation: (Daniel Stern)
- Een moeder is niet dezelfde vrouw die ze was vóór het moederschap
- Volgt andere psychologische paden – andere sensorische voorkeuren en gevoeligheden
o Minder interesse in andere
o Minder interesse in competitie en dominantie
o Meer interesse in verzorgen
o Preoccupatie met liefde voor kind
o Nieuwe angsten
o Behoefte aan andere moeders met ervaring
Belangrijk voor professionals:
- Nieuwe cliënt met andere angsten, wensen, gedragingen – rekening mee houden in klinische
context
- Belangrijk: Gelijkwaardige inbreng
o Pedagogisch adviseur is algemeen deskundig
o Ouders zijn ervaringsdeskundig op gebied van eigen kind en eigen opvoedsituatie
- Houd rekening met uitgeputte moeder en ‘kom-niet-aan-mijn-kind’-houding
E=K*A
Het Effect van een advies is het product van de Kwaliteit van het advies en de Acceptatie van het
advies door de client.
, College 2: Kanttekening
Temperament:
Freud en Jung : 2 persoonlijkheidstypen
- Freud: Introversie en extraversie (naar binnen/buiten gekeerd)
- Uitgewerkt door Jung: Continuüm introversie-extraversie als belangrijkste variabele om
verschillen in persoonlijkheid te beschrijven.
- Jung (1913): “innate sensitiveness” (aangeboren sensitiviteit) maakt sommige mensen extra
sensitief voor gevolgen van negatieve ervaringen uit de kindertijd. Heeft dan veel meer
impact en kan dan levenslang effect hebben. Belangrijk om te weten of kind op die manier
sensitief is
Thomas & chess: New York longitudinale study
- Belangrijk onderzoek naar temperament
- 6 jaar, 133 kinderen, observaties, interviews met ouders
- Conclusie: 9 factoren die temperament van kind bepalen
- Boodschap → Eigenschappen grotendeels aangeboren, ouders moeten zich aanpassen →
Goodness of fit (= hoe aanpak/opvoeding van verzorger past bij wie kind werkelijk is)
- Hadden lijst met traits bedacht (9). Aangenomen dat als kind zich misdraagt dit de fout is van
ouder, groot stuk is aangeboren en dit is het temperament en ligt dus niet aan de ouder.
- Deze traits zijn teruggebracht naar 3 groepen (kan hier als ouder niet veel aan veranderen)
o Makkelijke kinderen: Passen zich makkelijk aan, opgewekt en vrolijk
o Moeilijke kinderen: Intensere reacties, terugtrekken bij nieuwe stimuli, tijd nodig om
aan te passen
o Diesel kinderen: Slow to warm up, lager activiteitsniveau, terugtrekken bij nieuwe
situatie, lagere intensiteit van reactie.
Kagan: Gedragsinhibitie (behavioral inhibition)
- Hoogreactief (inhibited): Verlegen, angstig → Voorspeller van angstproblemen, verlegen en
vermijdend gedrag. Lijkt op gedrag van kinderen die ambivalent gehecht zijn (onveilig)
- Laagreactief (uninhibited): Niet angstig, verkennend. Lijkt op veilig gehechte kinderen
- Interactie effect van opvoeding: Slechts 20-30% van hoogreactieve kinderen wordt later
extreem verlegen, timide en angstig (Goodness of fit). Dus als je met opvoeding dit opvangt
zal het kind er later geen last van hebben. Groot effect van opvoeding!
- Kagen over vreemde situatie procedure → Zegt dat je temperament meet ipv gehechtheid.
De sensitiviteit waar Ainsworth het over heeft noemt Kagen het temperament van het kind.
Hierdoor is het kind ‘makkelijk’ en dat ligt niet aan dat de moeder het zo goed doet.
o Moeten bewust zijn van wat we meten in een onderzoek.
Differentiele ontvankelijkheid: Sommige kinderen reageren heftige op bepaalde zaken dan andere
kinderen.
Waarom reageert een kind op bepaalde manier?
- Temperament
- Differential susceptibility theory (DST): Genetisch aanwezig, beinvloedbaar vanaf conceptie
- Biological sensitivity to context (BSC): Gevoeligheid ontwikkelt verder naar aanleidign van
ervaring
- Sensory processing sensitivity (SPS): Persoonijkheidseigenschap.
Oorspronkelijke gedachte: Hebt kinderen die kwetsbaar zijn en kinderen die minder kwetsbaar zijn.
Nu weten we dat gevoelige kinderen ook extra gevoelig zijn van positieve invloed. Kinderen zijn
ontvankelijker voor omgeving en dus voor positieve zaken uit omgeving
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur IffyBloem. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.