Dit document is een samenvatting van Les 30 en Taalredactie uit Deel 5, uit het boek 'Campus 5' voor het vak Nederlands in het GO! Onderwijs in de doorstroomfinaliteit/ASO.
LES 30
Dialect en Standaardnederlands
Dialecten verschillen op allerlei gebieden van het Standaardnederlands.
In alle dialecten zijn er lexicologische (= woordenschat) verschillen.
stuutje in plaats van boterham
Er zijn ook heel veel fonetische verschillen.
1. Diftongering = eenklank uit SN komt in het dialect als tweeklank voor
bruik in plaats van breuk
2. Monoftongering = tweeklank uit SN komt in het dialect als eenklank voor
vaaf in plaats van vijf
3. Verkorting van klinkers
hij sprékt in plaats van hij spreekt
4. Verkeerde toepassing van assimilatieregels
de trab ob in plaats van de trap op
5. Deletie
verwachtn in plaats van verwachten
6. Insertie (van bijv. de doffe -e)
mellek in plaats van melk
Er zijn ook syntactische verschillen.
- subjectsverdubbeling
Ge hebt gij daar geen verstand van.
- dubbele negatie
’t En is geen waar
Ook op morfologisch vlak verschillen dialecten van het SN.
- andere meervouden
stoels in plaats van stoelen
- ander diminutiesuffix bij verkleinwoorden
huizeke in plaats van huisje
- andere verbuigingsuitgangen bij verkleinwoorden
nen kleinen auto in plaats van een kleine auto
Continuüm van dialect tot standaardtaal
Dialecten verliezen steeds meer hun bruikbaarheid en typische kenmerken. Dat noemt
men respectievelijk, functieverlies en structuurverlies. Dialecten hebben t.o.v. de
standaardtaal enkele nadelen.
- taalkundig nadeel: dialecten schieten tekort als het om de naamgeving van nieuwe
dingen gaat
- economisch nadeel: dialect volstaat niet om werk te vinden buiten je eigen dialectgebied
- communicatief nadeel: dialect verengt de kring van mensen die begrijpen wat er gezegd
wordt
- sociaal nadeel: dialect heeft minder prestige dan SN, terwijl het gebruik van SN een
statussymbool is
Er is duidelijk sprake van dialectverlies, in zowel Vlaanderen als NL. Ze gaan ook vaker
over naar regiolecten, een soort gemene delers van een aantal dialecten, die in een groter
gebied gesproken worden. Op langere termijn gaan die regiolecten over naar tussentaal
en/of SN.
Zo ontstaat het continuüm: dialect -> regiolect -> tussentaal -> standaardtaal
1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur thibauttaminiau. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.