Samenvatting tekstuele en grafische analyse van het van Methodiek. Opgesteld met lesnoties en informatie uit lesfilmpjes, omvangt alle te kennen leesstof van en heeft mezelf geholpen een deelpunt te krijgen op het examenonderdeel van 17/20
Tekstuele analyse
Vragen stellen
Hoe onderzoek doen over architectuur? -> vragen stellen
4 aspecten die we in elk onderzoek terug vinden:
- Concept of idee staat centraal, begrip of term dat onderzocht wordt
- Afbakening selectie maken (locatie, tijdsperiode, type gebouw/architectuur)
- Doel waarom doen we onderzoek? Wat willen we met het onderzoek bereiken?
- Methode Hoe doen we onderzoek? (ontwerpmatig, case studies, tekstueel)
Doelen
3 manieren hoe je bepaald met welk doel je vragen aan het stellen bent:
- Verkennen of toetsen
als onwetende of controleren, na gaan of vooral gestelde hypotheses correct zijn
- Beschrijven of beoordelen
Vertellen, verslag doen van wat je waarneemt of evalueren, zelf inschatten wat je er goed of niet goed van
vindt
- Interpreteren of meten
Kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek, op statistische manier
Keuze hangt of van het vakgebied/ discipline.
bv: filosofische manier van onderzoeken = verkennen, beschrijven of beoordelen en interpreteren van het
zelfsprekende.
historisch = verkennen, beschrijven en interpreteren van de verandering van de context. -> deze
gebruiken wij bij het onderzoeken van ons gebouw
Kapstokken
Manieren om vragen te stellen:
1. Vragen over de originele staat en geschiedenis van het gebouw (productie en context)
Welke informatie kunnen we vinden over de originele staat, het tot stand komen van het gebouw, het
verloop van de bouw en daarna?
- Hoe is de architectuur geconstrueerd?
- technieken
- materialen
- Wie is er betrokken?
- bouwheer/ opdrachtgever
- architect
- overheden
- samenwerkingen
- Waar is het gebouw gelokaliseerd?
- land
- gemeente
- ligging
- omgeving? stad, natuur
- Wanneer is het gebouwd?
- data
- chronologie
,- Hoe is het project betaald?
- door wie
- waarom
- Op welke manier zijn er nog wijzigingen/veranderingen aangebracht aan de constructie?
- wanneer
- waarom
- waar
- Waar heeft de architect zijn inspiratie/ideeën gehaald?
- opleiding
- interesse
- referenties
- Wie heeft er voordeel uit gehaald?
- sociaal terrein, macht?
- voor wie is de architectuur gebouwd? En wie gaat er in praktijk beter van worden
- maatschappelijk engagement? Democratische bedoelingen?
2. Vragen over interpretatie
Hoe kunnen we het gebouw begrijpen?
- Ideeën
- welke ontwerpideeën kunnen we terugvinden in deze architectuur?
- wat is het centrale idee?
- welk manifest heeft de architect willen beogen?
- wat heeft hij willen bereiken? Wat heeft hij willen vermijden?
- Welke ideeën buiten de architectuur kunnen we herkennen /vergelijken?
- immateriële cultuur (het onzichtbare)
- ideologie
- mensbeeld
- Hoe zijn de ideeën zichtbaar gemaakt?
- bv. Le Corbusier: het licht zelf kan verwijzen naar een bovennatuurlijke werkelijkheid
- Hoe kan je de architectuur vergelijken met voorbeelden van het eigen type? Hoe is het anders?
- bv.: het vergelijken van een (modernistische) kerk met een andere (modernistische) kerk
- Wat hebben andere mensen rondom gezegd over deze architectuur?
- review van vakgenoten / mening van een breder publiek
- bv.: in kranten
- Wat is de significantie, het belang van het gebouwwanneer het gebouwd is?
- Is dit veranderd na enkele jaren?
- Wat is het belang vandaag?
- wordt het beschouwd als erfgoed? Musealisering?
- innovatief?
- modes verandering? De waarde van goede architectuur veranderd
3. Vragen over benadering en ervaring
- Hoe is de architectuur om naar te kijken?
- Kan je de architectuur anders beleven dan ernaar te kijken?
- Is de ervaring anders aan de binnenkant dan aan de buitenkant?
- Is de ervaring anders wanner je beweegt? Hoe is het om er rond te lopen?
- Is de architectuur anders in levende lijve dan wanneer het ergens afgebeeld wordt?
- Hoe beelden andere media de architectuur af?
- Wie zijn de verschillende mensen die de architectuur over tijd ervaren?
- Hoe kan je je eigen ervaring van de architectuur overdragen?
4. Vragen over gebruik
- Wat is het bedoelde gebruik van de architectuur?
- Hoe wordt het in de praktijk gebruikt?
, - Wie zijn de gebruikers? Zijn er verschillende groepen gebruikers geweest? Hoe verschillende deze
van elkaar?
- Wanneer is het gebruikt? Is dit veranderd over tijd? Hoe en waarom? Wat is het gebruik van de
architectuur vandaag?
5. Vragen over relaties en verbanden
- Wat is de relatie tussen interieur en facade?
- binnenkant en buitenkant?
- estetiek en functionaliteit?
- gebouw en bezoeker?
- gebouw en stedelijke of landschappelijke weefsel?
6. Vragen naar de rol/het belang/de betekenis van bepaalde aspecten?
- Wat is de rol van transparantie?
- beslotenheid?
- bepaalde structuurelementen?
- het licht?
7. Vragen over architectuurhistorische context
- Op welke manier was dit gebouw typisch voor een bepaalde stroming?
- Welke rol speelde het gebouw in de ontwikkeling van een bepaalde stroming?
- Welke plaats kreeg dit gebouw ten opzichte van andere realisaties van dezelfde architect/
soortgelijke gebouwen/ gebouwen met zelfde functie?
8. Vragen over ruimere historische context
- Welke impact had de economische context op het gebouw
- Welke gevolgen heeft het gebouw gehad voor zijn culturele context?
- Welk belang heeft het gebouw gehad op zijn sociale omgeving?
- In welke zin is het gebouw ook een politiek project geweest?
Uitwerken van een vraagstelling = het opstellen van een hoofdvraag. Waaruit sub vragen kunnen komen.
Voor we aan de vraagstelling komen aan het slot van de tekst gaan we de antwoorden al inde tekst geven -
> inzicht geven. We vatten de vragen samen die andere onderzoekers al hebben gesteld.
Pas op! Het centraal idee van het project moet al in de korte samenvatting staan en niet pas in de
vraagstelling
Zelf onderzoek starten? Onderzoeksvoorstel?
3 zaken uitvoeren:
- Wat/welk aspect van je gebouw wil je onderzoeken afbakening/focus?
- Waarom wil je dit onderzoeken relevatie/belang?
- Hoe zouden we dit kunnen onderzoeken? Keuze methodes en bronnen?
Oefeningen
1. Samenvatten
Hoe artikels lezen?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ahanne. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.