SMW 2
Herhaling – Methodische gereedschapskoffer
4 lagen van social casework / methode
Visie Vertrek vanuit empowerment krachtgericht werken
Cliënt is eigenaar van zijn leven en mogelijke oplossing
Waarden: non-discriminatie, gelijkwaardigheid, solidariteit, respect
Doel Mensen aan en tot hun recht laten komen
Welzijn bevorderen en verhogen
Empowerment en emancipatie
Relatie Professionele relatie: duurt niet eeuwig, doelgericht
Op maat van de cliënt + presentiebenadering
Technieke Gesprekstechnieken (basis + SC)
n
Methodische kenmerken van EDDA
EDDA is een dynamisch interventiemodel dat een spiraalvormig proces kent.
Leg de 5 krachtlijnen uit en illustreer met een voorbeeld
Verbindend werken = Kwetsbare mensen verbinden met niet-kwetsbare mensen en de omgeving
om armoede te voorkomen
Nabijheid = Aanspreekbaar zijn, fysiek en mentaal aanwezig zijn
Politiserend werken = Drempels wegwerken, mensen wakker schudden zodat iedereen zijn rechten
kan waarborgen
Generalistisch werken = Werken op verschillende levensdomeinen en de samenhang daarvan
helikoptervisie
Procesmatig werken
o Op maat en tempo van de cliënt werken
o Evidence based er is geen vaste uitkomst
Geef de wet van Maier en bespreek adhv relatiecompetenties
Professionele relatie
Heeft een doel
Duurt niet eeuwig
Niet vrijblijvend
Hoofdrolspelers: cliënt en hulpverlener
o Gezag deskundigheid van MA + appèl op de verantwoordelijkheid van de MA
o Zelfbeheersing (overdracht – tegenoverdracht)
Attitudes
o Echtheid
o Empathie
o Onvoorwaardelijke aanvaarding
Pagina 1 van 50
,Wet van Maier
E = K x A Effect = kwaliteit x acceptatie
De effectiviteit van hv wordt bepaald door de kwaliteit die de hv levert en de acceptatie van de cliënt.
Kennis
o Communicatieprocessen, opbouw relatie, procesmodellen
o Weerstand, overdracht, tegenoverdracht
o Generalistische kennis: wetgeving, sociale kaart, psychologie
Vaardigheden
o Relatievaardigheden: verbindende + ondersteunende vaardigheden (aanmoedigen,
informeren, invoegen, MPZ, ...)
Bespreek de presentiebenadering en gebruik kenmerken die Baert vermeld
= een methode die uitgaat van de kern van contact, de relatie en de interactie tussen cliënt en hv. Aandacht
en totaal openstellen, aansluiten, erbij zijn. Pas als je met iemand bent, kan je voor iemand zijn
Kenmerken:
Zorg dat je bij de cliënt staat (niet bij jezelf)
Relatie gestuurde aangelegenheid
Aansluiten met de cliënt (in taal, opleiding, ...)
Met en voor iemand zijn (je openstellen)
4 lagen van de AST
Visie Gedrag wordt verklaard i.f.v. het geheel (verbinding maken naar bredere netwerk)
Kenmerken van persoon zijn kenmerken van het systeem
Relaties tussen persoon en zijn omgeving staan centraal ieder heeft zijn aandeel
Doel Niet problemen oplossen, wel tolken en duiden
Geen waarde oordeel vellen
Inzicht krijgen in handelen
Relatie Houding van niet weten
Kijken zonder oordeel
Verklarend ondersteun in betekenis geven
Techniek Erkennende communicatie (inzet/last)
Positieve herkadering
Verbindende vragen
Het gaat over een aandeel dat iedereen heeft in elke situatie. Alles hangt samen met elkaar en er is
wederzijdse beïnvloeding waarbij je zonder oordeel kijkt. Het is geen manier om iets op te lossen, maar om
inzichten te krijgen. Technieken hierbij zijn positieve herkaderingen, erkenning geven en verbinding maken.
het gaat om mensen die in een complexe situatie zitten waarbij er communicatieproblemen zijn. we gaan
tolken en duiden om betekenisgeving te geven.
Pagina 2 van 50
,Axioma’s
AXIOMA 1 = alle gedrag is communicatie
je beïnvloed altijd!
Voorbeeld: ook door niet te praten, communiceer je via je gelaatsuitdrukking.
AXIOMA 2 = Communicatie is verbaal of non-verbaal
er is een onderscheid tussen digitale taal en analoge taal
Digitale taal = gesproken taal
Analoge taal = stemgedrag, mimiek, aanrakingen, ...
Voorbeeld: mensen beïnvloeden elkaar met en zonder woorden
AXIOMA 3 = Mijn waarheid is niet de waarheid
het ordenen van de werkelijkheid is voor iedereen anders / interpunctie
Voorbeeld: wat ik bedoel is niet per sé hetgeen wat iemand anders denkt dat ik bedoel.
AXIOMA 4 = inhouds- en betrekkingsniveau
er is een inhoudsaspect en een betrekkingsaspect
Inhoudsaspect: WAT er verteld is
Betrekkingsaspect: HOE het verteld wordt
Voorbeeld: De manier waarop je iets zegt, kan verschillen van de manier waarop je het bedoelt.
AXIOMA 5 = Symmetrisch of complementair
wie heeft het voor het zeggen, wie laat het voor het zeggen hebben, wie beheerst het relatievoorstel
Symmetrisch: gelijke positie innemen
Complementair: aanvullende positie
Voorbeeld: wie neemt de leiding in een gesprek
4 lagen van oplossingsgerichte benadering
Visie Cliënt is expert
Als iets niet werkt, doe iets anders
Praten over oplossingen leidt naar oplossingen praat over de toekomst
Doel Op maat en tempo van de cliënt oplossingen bereiken
Korte begeleiding
snelle, kleine veranderingen zijn voldoende
Relatie flowchart positie geeft passende interventies aan
leading from 1 step behind
houding van niet weten
Techniek complimenteren
wondervraag
nuttigheidsvragen
Pagina 3 van 50
, Bespreek het belang van de flowchart en leg deze uit
Flowchart = hulpmiddel om de werkrelatie tussen de hv en de cliënt te beschrijven, op elk moment bij elk
contact. Het helpt om als hv te weten welke de meest effectieve interventies zijn in de situatie.
4 posities op flowchart:
Vrijblijvende relatie – voorbijganger
Zoekende relatie – zoeker
Consulterende relatie – koper
Co-therapeutische relatie – co-expert
*4 vragen die je moet stellen om de positie van de
cliënt op de flowchart te bepalen!
Is er een probleem of beperking?
Is er een vraag om hulp?
Is dit een werkbare vraag?
Gebruikt hij resources? SCHEMA kennen: flowchart
Pagina 4 van 50