DEEL 1: een inleiding in de criminologische psychologie
Criminologische psychologie
1 een schets van de criminologische psychologie
Grondleggers
1) Stern
§ onderzoek naar faalbaarheid
§ staged crimes/stage of mop crimes: misdrijven in scene gezet en kijken naar
wat de leerlingen nog onthouden van die scenes
§ conclusie: geheugen is niet foutloos
§ psychologie in rechtbanken toepassen
2) Munsterberg
§ Kritisch
§ Negativiteit in praktijk doordat iedereen tegen psychologen waren
§ Witness stand: hoe mensen verklaringen afleggen in de rechtbank
§ Psychologie in rechtbanken toepassen
3) Von liszt
§ Wilde onderzoeken naar geinterneerden en psychologie in recht toepassen
§ Criminologie niet herleiden vanuit empirische discipline -> andere disciplines bij
elkaar brengen + hun relaties behouden -> 1 fenomeen met meerdere invalshoeken
4) Gross
§ Focus op brede toepassing van psychologie binnen strafrechtsbedeling ->
hoe nemen rechters beslissingen?
§ Auteur van kriminaalpsychologie (geen psycholoog!!)
§ Onderzoek naar de waarnemingen van mensen en de impact op het geheugen
5) Aschaffenburg
§ Focus op getuigenverklaringen en criminelen (waarom plegen ze criminele feiten?)
§ Brede opvatting vanuit criminologisch oogpunt
§ Verklaringen afleggen over crimineel gedrag vanuit psychologie
Leuvense traditie
6) braffort
§ geen criminologische of pyschologische onderzoeken
§ zag belang van criminologie en psychologie dus opgenomen in studierichtingen
7) degreeff
§ passionele moorden onderzoeken met geneeskundige/psychiatrische werkervaring
8) dellaert
§ globaal mensbeeld: keek naar alle factoren waarom mensen criminaliteit plegen
§ interdisciplinair inzicht op wetenschap
§ in onderzoek: psychologische, psychiatrische en pedagogische factoren
samenbrengen -> verklaren waarom mensen criminaliteit plegen
§ voorstander van klinisch en psychologische behandeling van daders
9) de batsellier
§ keek naar individu en impact van maatschappij
§ criminaliteit: product vd maatschappij -> individu w crimineel of zo beschouwd
§ elk mens heeft iets crimineels -> door maatschappij + omgevingsfactoren of
individu een misstap maakt => psychopathologie van de normale mens
10) goethals
§ Onderzoek naar waarom mensen stoppen met criminaliteit
§ Onderzoek naar onveiligheidsgevoelens
Academiejaar: 2023-2024 – prof mergaerts 1
,DEEL 1: een inleiding in de criminologische psychologie
Verschillende disciplines van psychologie op crimineel gedrag
1) Forensische psychologie
§ Algemene benadering: alle vormen van psychologie die worden toegepast in
juridische context bij mensen die vervolgd worden
§ Specifieke benadering: kennis inzetten op individuele (rechts)zaken
§ Individueel niveau
§ Focus op doelgroep: daders en verdachten + strafrechtelijke zaken
2) Rechtspsychologie
§ Wisselwerking recht en psychologie (bredere discipline)
§ Elke vorm van gedrag onder invloed van/geregeld door wetten
§ Groepsniveau
§ Focus op: optreden van politionele en justitiële actoren
§ Focus op: daders, slachtoffers, getuigen, geheugen, impact op slachtoffers +
verklaringen
3) Investigative psychology
§ Toepassing van psychologische inzichten van de opsporing en vervolging van daders
§ Daderpopulering: demografische en statistische analyse van criminelen in bepaald
gebied
§ Daderprofilering: psychologische profiel van persoonlijkheid van dader
§ Profielanalyse: profiel opmaken van persoonlijkheid van de persoon om informatie
van krijgen
§ Groepsniveau
§ Focus op: daders
4) Police psychology
§ Specifiek: inzichten in training en selectie van politiewerknemers
§ Groepsniveau
§ Focus op: politionele autoriteiten (= politie)
5) Correctional psychology
§ Psychologische inzichten toepassen in gevangeniswezens en gesloten instellingen
o Rehabilisatie van gedetineerden
§ Groepsniveau
§ Focus op: toepassing psychologische inzichten
6) Criminologische psychologie
§ Veel raakvlakken
§ Groepsniveau
§ Focus op: daders en verdachten
Academiejaar: 2023-2024 – prof mergaerts 2
,DEEL 1: een inleiding in de criminologische psychologie
A) Alle disciplines zijn hier met elkaar verbonden
§ Niet de methode dat ze gebruiken maar focus v/h onderzoek is gelijk: op wie ze
zich richten (daders slachtoffers, verdachten etc.), welk domein en welk niveau (op
specifieke zaak of meer algemeen inzicht verwerven in waarom bepaalde personen
bepaalde misdrijven plegen)
§ Focus in elk ligt op daders en verdachten: wat is het verschil? Dader: zeker en
verdachte: niet zeker, hebben enkel een vermoeden
§ Focus op strafrechtelijke zaken - gedrag van daders en verdachte bestudeerd in
strafrechtelijke context
B) Raakvlak forensische en rechtspsychologie:
§ Slachtoffers behoren tot hun domein, overlapt niet met de criminologische
psychologie want focust op dader en verklaringen hiervoor
§ Ook niet beperkt tot strafrechtelijke context allebei want kan ook over burgerlijke
C) Criminologische en rechtspsychologie raakvlakken: investigative psychology
§ Focus is op groepsniveau, gaan grote groep gaan bestuderen (bij forensische
psychologie focus op de enge betekenis, individuele toepassingen)
D) Rechtspsychologie en police psychology:
§ Focus op politieambtenaren (hoe zij verhoren afnemen, besluitprocedures, hoe
omgaan met slachtoffergetuigen,)
Investigative psychology hoort tussen A en D want focust op dader en verdachten en
daarom in A en ook in D want gaan inzichten gebruiken voor opsporing van misdrijven en
om in hoofd van daders te kijken
E) Forensische en criminologische psychologie: correctionele psychologie
§ Kijken naar rehabilitatie van daders en hoe behandelprogramma’s worden
opgericht, risicofactoren bekijken
Rechtspsychologie: zijn actoren die hier aanbod komen maar niet in andere domeinen
Wat is criminologische psychologie? Geen haarscherp afgelijnde discipline -> veel
raakvlakken met andere disciplines
§ Geen eenduidigheid, wel algemene delers:
o Focus op plegers en verdachten van crimineel gedrag
§ Plegers = daders = persoon heeft misdrijf effectief gepleegd
§ Verdachte = vermoedelijke pleger van misdrijf
o Verklaringen voor het plegen van crimineel gedrag
o Hoe met plegers en verdachten moet worden omgegaan in strafrechtspleging
Crimineel gedrag
§ Dynamisch en evolutie – geen eenduidigheid
o Illegaal – legaal
§ Invloed op interpreteren van onderzoek en wat crimineel gedrag is
§ Mala in se = gedrag dat wij slecht vinden – gedrag is opzichzelf afwijkend
§ Mala prohibita = gedrag dat strafbaar is volgens wetten – onderzoeken vaak
hierop gebaseerd
§ Op verschillende manieren te benaderen: recht (wetgeving), moraal (geweten),
sociaal (vrienden) en psychologisch (aandoening)
§ Sociaal construct – afh. van plaats en tijd
§ Deviant gedrag: afwijkend gedrag, gedrag dat afwijkt van de norm, gedrag dat
niet volgens een bepaalde verwachting voldoet – bv negeren van verkeersregels
§ Antisociaal gedrag: gedrag dat wij niet prettig vinden, gedrag dat de rechten en
belangen van anderen schendt – bv stelen van eigendommen
§ Crimineel gedrag: intentionele handelingen die schade berokkenen en
veroordeeld w door de omgeving en/of gestraft w door de staat – bv iem neersteken
Academiejaar: 2023-2024 – prof mergaerts 3
,DEEL 1: een inleiding in de criminologische psychologie
2 biopsychosociale verklaringen voor het plegen van criminaliteit
à verklaring van gedrag
à biopsychosociaal verklaringsmodel
§ Interactie tussen nurture en nature
o Nature: biologische factoren; alle eigenschappen van individu die
genetisch zijn bepaald (p4)
o Nurture: sociale-/omgevingsfactoren; alle eigenschappen van individu
die door opvoeding of omgeving zijn bepaald (p23)
o Mix nature-nurture: psychologische factoren; beïnvloedt door nature &
nurture (p13)
1) Biologische factoren
à nature
à zoeken naar biologische verklaringen (aangeboren kenmerken) om criminaliteit te
verklaren en te voorkomen
Uitgangspunt: op zoek naar link tss specifieke biologische kenmerken van plegers van
crimineel gedrag
Geboren criminele -> het is mogelijk om crimineel gedrag door te geven van generatie op
generatie – casus Jeffrey Landrigan
Lange traditie maar niet zonder kritiek -> problemen met causaliteit en correlatie
§ Correlatie = er is een verband tussen zaken, het tegelijkertijd optreden van
bepaalde zaken
§ Causaliteit = oorzaak-gevolg: als bepaalde zaak optreedt, zal automatisch andere
zaak optreden
§ ! het is niet door het hebben van bepaalde factoren dat er criminaliteit optreedt, er
zijn individuele verschillen door nature (biologische factoren) en nurture
(omgevingsfactoren, opvoedingssituatie) waardoor criminaliteit niet zal optreden
§ Neurobiologische factoren wel aanvaard als relevant perspectief
o Hersenen hebben een belangrijk aandeel in het verklaren van criminaliteit.
§ DUS niet alleen kijken naar biologische factoren
Ultieme doel
§ Voorkomen, beperken en/of stoppen van crimineel gedrag
§ Inzicht in vaak medische interventies
Uiterlijke kenmerken
§ Test wijsvinger-ringvinger: zegt iets over hoeveelheid testosteron; wijsvinger
kleiner dan ringvinger -> kan leiden tot crimineel gedrag
§ Lombroso
à uiterlijke kenmerken linken aan criminaliteit
o Atavisme & l'uomo delinquente
o De personen die criminaliteit plegen zijn primitiever voor het onderscheiden
van (niet-)criminelen
o Criminelen hebben herkenbare primitieve uiterlijke kenmerken (gelijkend op
Neanderthalers)
§ Asymetrisch gezicht
§ Bertillon
à menselijk lichaam linken aan criminaliteit
o Het voorkomen van bepaalde factoren zegt iets over kans om terecht te
komen in criminaliteit
o Antropometrie = het vaststellen en verhoudingen van het menselijk lichaam
§ Onderdeel antropologie
§ Bestuderen van kenmerken van het menselijk lichaam
Academiejaar: 2023-2024 – prof mergaerts 4
,DEEL 1: een inleiding in de criminologische psychologie
§ Goddard
à familieomstandigheden linken aan criminaliteit
o Studie op familie Kallikak
o Delinquentie, erfelijkheid beperkingen
§ Veel delinquentie in die familie + veel verstandelijke beperking
§ Link met gebrek aan intelligentie en criminaliteit? JA er is een link + dat
intelligentie erfelijk wordt doorgegeven
§ Kretschmer
à lichaamstypes linken aan criminaliteit
o Verband tss lichaamstypes en psychiatrische problematiek en criminaliteit
o 3 lichaamstypes
§ Asthenieker: De magere, gemiddelde lichaamstypes gaan eerder door
tot criminaliteit
• vaak sprake van schizofrene persoonlijkheid (= zien van
waanbeelden)
§ Atletisch: brede borst en schouders, gespierde benen en buik,..
• Hogere kans op criminaliteit door lichaamsbouw
§ Pycnici: De gemiddelde lichaamsbouw
• Manische depressies bij mensen: periodes met sterk wisselende
stemming
• Psychoses: toestand waarbij iemand grip op realiteit kwijt is
§ Sheldon
à Link tussen temperament en uiterlijk
o Andere lichaamstypologie gebaseerd op jonge mensen
o 3 types
§ Endomorf
• Ronde mensen met korte ledematen
§ Mesomorf
• Athletisch gebouwd met brede borstkas
• Met endomorfe kenmerken -> hogere kans op criminaliteit plegen
• Doordat ze temperamentvol zijn
§ Ectomorf
• Mager, smal gezicht, scherpe neus
o Conclusie: niet altijd zinvol om op deze manier naar criminaliteit te kijken
Maar…
§ Zwakke methodologische basis
= niet weten biologische kenmerken (of uiterlijk) criminaliteit veroorzaakt
§ Stigmatiserend
= het plaatsen van mensen in hokjes en het behandelen van mensen daarnaar
§ Achterhaald
= theorieën hebben een impact gehad, maar niet op theorieën vootgaan doordat
achterhaald
kritische kanttekening: voorzichtig omgaan met deze factoren
§ Determinisme en eenzijdig
o De eenzijdigheid van het beeld is het niet meer geloven in veranderbaarheid
van mensen bij het plegen van criminaliteit ipv personen te helpen door in te
zetten op behandeling
o We geven mensen op, omdat ze ‘sws’ crimineel gedrag zullen vertonen
Academiejaar: 2023-2024 – prof mergaerts 5
, DEEL 1: een inleiding in de criminologische psychologie
§ Historisch misbruik
o Enkel kijken naar biologische factoren heeft mogelijkheid om tot misbruik te
leiden, heeft zware gevolgen – bv het germaanse ‘superras’ met blonde haren
en blauwe ogen bij nazi’s is misbruik in het verleden obv genetische factoren
§ Ethische kwesties
o We kunnen op voorhand ingrijpen zoals daarnet en zeggen dat hun kind niet
geboren mag worden. Of bv we vinden iets in de hersenen, waardoor
mensen agressief zijn, en kunnen dit behandelen met elektroshocks. Hoe
ver mogen we hierin gaan?
§ Individuele toepasbaarheid en stigma
o Het is niet mogelijk om onderzoek op mannen rond het plegen van
criminaliteit te veralgemenen naar vrouwen, het moet op individueel vlak
toegepast worden aangezien het moeilijk is om factoren te veralgemenen
vanuit individuele casus
Dwarsdoorsnede van biologische factoren
I. Leeftijd
§ Age-crime curve van Moffit
§ Start: 13 jaar
§ Piek: rond 16-17 jaar
§ Daling: na 17 jaar
à Er is een link tussen criminaliteit en leeftijd
§ Er is een kans dat criminaliteit afneemt
§ MAAR er zijn uitzonderingen waar dat niet stopt na leeftijd van 17
§ Betekent niet dat iedereen criminaliteit pleegt, maar die curve komt vaak terug
II. Geslacht
§ Verschillen tussen mannen en vrouwen
o Prefrontale cortex: regelt o.a. cognitieve en emotionele functies
§ Verschil in impulscontrole + het beheersen van zichzelf
o De mate waarin bepaalde factoren een rol spelen
§ Genetische factoren spelen grotere rol bij vrouwen dan bij mannen
§ Criminaliteitsstatistieken
o Mannen > vrouwen
o Er is sprake van stigmatisering
o Er is verschil in ingrijpen, er wordt enkel ingegrepen bij mannen
omdat ervan uitgaan meer criminaliteit
o Er is in realiteit minder verschil tussen mannen en vrouwen dan
statistieken aantonen
o Mogelijke verklaringen voor toenemend # vrouwelijke daders:
§ Gendergelijkheid en emancipatie
• Emancipatie = het streven naar volwaardige plaats in samenleving
§ Verlaagde tolernatie voor bepaalde feiten/reikwijdte feiten bv verbale
agressie
• De drempel verlaagd om iets te zien als crimineel gedrag
• Het aandeel van vrouwen stijgt bij geweld gedrag omdat meer
geneigd om verbale agressie te stellen
§ Meer aandacht voor vrouwelijke plegers
o Criminaliteitsvormen
§ Vrouwen
• Drugssmokkel
• Brandstichting
• Vermogensdelicten
• Neonaticide (moord op pasgeboren baby binnen 24 uur na
geboorte)
Academiejaar: 2023-2024 – prof mergaerts 6