ORGANISATIELEER SAMENVATTING
WAT IS EEN ORGANISATIE:
Organisatie is een woord dat we dagelijks in de mond nemen. Er is sprake van een
organisatie als we het hebben over een samenwerkingsverband van mensen met een
blijvend karakter gericht op het bereiken van een of meerdere doelstellingen.
Organiseren verwijst dan weer naar het creëren van een organisatiestructuur, het
scheppen van verhoudingen tussen beschikbare mensen, middelen en activiteiten om
bepaalde doestellingen te bereiken. Het betreft met andere woorden het proces van het
regelen van een gezamenlijke inspanning zodat de output wordt bereikt die potentieel
superieur is aan de output van de individuele inspanningen.
De organisatiestructuur is de formele structuur op basis waarvan werktaken worden
verdeeld, gegroepeerd en gecoördineerd. Organisatieontwikkeling betekent zowel als het
aanpassen van het organisatieontwerp aan de wijzigende omstandigheden.
TERMINOLOGIE:
Enkele belangrijke begrippen om de werking van organisatie te begrijpen:
Voorbeeld soepmaker:
- Input (groenten voor de soep): gaat over datgene waarover een organisatie
beschikt aan middelen. Het gaat over zowel tastbare als ontastbare, materiële als
immateriële middelen. Spreekwoordelijk kunnen we stellen dat het datgene is
waarmee een organisatie de startmeet maakt. Hierbij denken we aan de
organisatiecultuur en structuur, de aanwezige kennis en competenties, de
financiële en infrastructurele middelen….
- Activiteiten of throughput: beslaan zowel de primaire en als de secundaire
processen die in een organisatie terug te vinden zijn. Het gaat bij de primaire
processen om de transformatie van middelen naar producten of diensten die een
basisproductie of basisdienstverlening uitmaken van de organisatie in kwestie.
- Output: (is de soep): is datgene wat een organisatie aflevert. ‘Wat rolt er bij ons
van de lopende band’? welke diensten verstrekken wij? In een productieomgeving
is makkelijk te omschrijven. In dienstverlening daartegen is het onderscheidt
tussen het primaire proces en de finale afgeleverde dienst soms niet duidelijk. Als
je output vergelijkt met de input = zijn we efficiënt? Output moet in verhouding
blijven met input, moet in balans zijn met elkaar.
- Outcome: (mensen die de soep drinken): Effecten outcome heb je bereikt
wat je wou bereiken. Op welke behoeften, vragen en noden aan individuele,
maatschappelijke, economische …aard wensen wij met onze dienstverlening van
een organisatie een antwoord bieden. Je zou kunnen stellen dat dit zowel een
eindpunt als een beginpunt kan zijn kan zijn voor een organisatie.
- Efficiëntie: duidt op de relatie tussen input en output. Efficiënter werken betreft
het afleveren van dezelfde output met minder input of het leveren van meer
output met dezelfde input. = geen verlies draaien, winst maken.
- Effectiviteit: heeft dan weer te maken met de mate waarin een organisatie met
haar output de gewenste outcome of effecten nastreeft. Effectiviteit duidt dus de
relatie tussen output en outcome. Effectiviteit is belangijker dan efficiëntie, zeker
in de context van een sociale profit organisatie.
, - Innovatie: innovatie kunnen we hier beschouwen als het kijken naar de output
van een organisatie, als een manier, een wijze om de gewenste effecten en
outcome te realiseren. Innovatief denken betekend derhalve het loslaten van een
zogenaamde een-op een relatie tussen een bepaalde output en bepaalde
outcome. Verschillende, zelfs op het eerste zicht totaal andere
organisaties/diensten/producten kunnen op een dezelfde behoefte inspelen.
Succesvolle organisaties:.
1. Heldere opdrachtverklaring, weten je voor staat als organisatie.
2. Output en outcome moeten in verhouding zijn moet afgestemd zijn op de
behoeften van de klant
3. Eensgezindheid, als er een aantal mensen niet achter de missie en visie staan dan
loopt het vaak in het 100, iedereen moet erachter staan zodat de organisatie
succesvol kan zijn.
DEEL 2: MISSIE, VISIE EN DOELEN.
Missie: opdracht van de organisatie (opdracht verklaring)
Visie: toekomstbeeld, kernwaarden van de organisatie
Strategie: doelstellingen/concrete stappen
,MISSIE SCHRIJVEN:
FUNCTIES: Kadergevend, Onderscheidend, Evaluerend, Motiverend en
Cultuurvormend
5 functies van een opdrachtverklaring:
1. Kadergevend: een goede missie legt de koers en prioriteiten vast
2. Onderscheidend: via de missie onderscheidt de organisatie zich van
soortgelijke organisaties. Het geeft mee vorm aan de identiteit en is een
uitgangsbord.
3. Evaluerend: een missie kan een toetssteen zijn om prestaties, beslissingen,
cultuur en gedrag op te evalueren.
4. Motiverend: doelen zijn uitdagend en motiverend voor medewerkers als zij het
gevoel hebben invloed te hebben op het bereiken van de doelen
5. Cultuurvormend: een missie schetst waarden en klimaat binnen een
organisatie. Dit zorgt voor betrokkenheid en gemeenschapsvorming.
EROP: Essentie (kerntaken, waarde ervan, …), Richtinggevend (ambities),
Onderscheidend (authentiek karakter: activiteiten, doelgroep, methoden,
kwaliteit, …), Positionerend (plaats in de markt, tov overheid, samenleving, …)
, SWOT analyse kan helpen = overzicht of je succesvol zal zijn.
De vier conclusies worden in de SWOT-tabel als volgt voorgesteld :
Conclusie 1: Investeer. (Combinatie van sterkte & kans)
Speel sterktes uit om aangereikte kansen te benutten.
Wanneer een organisatie goed is in iets (interne sterkte) dat bovendien goed in de
markt ligt (externe kans), zal ze hierin kunnen investeren. De overeenkomsten
tussen interne sterktes en externe kansen leiden tot een voordeel en een
versteviging van de organisatie.
Conclusie 2: Beslis. (Combinatie van zwakte en kans)
Wend kansen aan om zwaktes in te perken.
Wanneer een organisatie minder goed is in iets (interne zwakte) wat niettemin
goed in de markt ligt (externe kans), zal ze moeten beslissen wat ze gaat doen.
Wat gaat de organisatie doen: afbouwen (omdat de organisatie het niet goed kan)
of investeren (omdat er enorme externe kansen zijn en het zonde zou zijn om daar
niet van te profiteren)?
Conclusie 3: Verdedig. (Combinatie van sterkte en bedreiging)
Wend bedreigingen af door sterktes in te zetten.
Wanneer een organisatie goed is in iets (interne sterkte) wat niet zo goed in de
markt ligt (externe bedreiging) of waar nauwelijks vraag naar is, dan zal ze zich
verdedigen, in de aanval gaan.
Conclusie 4: Beheers de schade (combinatie van zwakte en bedreiging)
Reduceer zwaktes om niet ten onder te gaan aan bedreigingen.