Inhoudsopgave
Brunklaus – interactieve vaardigheden in de zorg:.................................................4
Hoofdstuk 5: taken in het leren leven met ziekte en verlies:..............................4
5.9: migratie:.................................................................................................... 4
Dudink: pathologie voor verpleegkundigen............................................................5
Hoofdstuk 9: aandoeningen van het spijsverteringsstelsel:................................5
9.2: veelvoorkomende symptomen:.................................................................5
9.3: diagnostisch onderzoek:........................................................................... 6
9.5: aandoeningen van de slokdarm:...............................................................7
6.2: aandoeningen van de maag:.....................................................................9
9.7: aandoeningen van de darm:...................................................................11
9.8: aandoeningen van de lever, galwegen en pancreas:..............................14
9.9: peritonitis:............................................................................................... 23
Hoofdstuk 14: psychiatrische aandoeningen:....................................................26
14.4: angststoornissen en obsessieve-compulsieve stoornissen:...................26
14.5: stemmingsstoornissen:.........................................................................29
Hoofdstuk 15: aandoeningen van ogen en oren:...............................................33
15.1: anatomie en fysiologie in het kort:........................................................33
15.2: veelvoorkomende symptomen:.............................................................34
15.3: diagnostisch onderzoek:.......................................................................34
15.4: aandoeningen van de ogen:..................................................................35
15.5: aandoeningen van de oren:..................................................................44
16.2: aandoeningen van het evenwichtsorgaan:............................................46
Hoofdstuk 17: aandoeningen van de huid.........................................................47
17.2: veelvoorkomende symptomen:.............................................................47
17.3: diagnostisch onderzoek:.......................................................................48
17.4: infecties van de huid:............................................................................48
17.5: niet-infectieuze ontstekingen van de huid:...........................................52
17.7: huiddefecten:........................................................................................ 55
Hoofdstuk 18: zorg rondom een operatie:.........................................................59
18.1: indeling operaties:................................................................................ 59
18.2: preoperatieve zorg:............................................................................... 59
18.3: zorg tijdens een operatie:.....................................................................60
18.4: postoperatieve zorg:............................................................................. 61
Martini: anatomie en fysiologie:........................................................................... 64
Hoofdstuk 5: de huid:........................................................................................ 64
1
, 5.1: de epidermis bestaat uit lagen met verschillende functies:....................64
5.2: epidermale pigmentatie en doorbloeding van de huid van zijn invloed op
de huidkleur:.................................................................................................. 64
5.3: zonlicht heeft gunstige en nadelige effecten op de huid:........................64
5.4: de dermis is de weefsel laag die de epidermis ondersteunt:..................64
5.5: de subcutane laag verbindt de dermis met de daaronder gelegen
weefsels:........................................................................................................ 64
5.6: haar bestaat uit verhoornde dode cellen die naar het huidoppervlak zijn
gedrukt:......................................................................................................... 65
5.7: talgklieren en zweetklieren zijn exocriene klieren in de huid:.................65
5.8: nagels zijn verhoornde epidermiscellen die uiteinden van vingers en
tenen beschermen:........................................................................................ 65
5.9: na een verwonding herstelt de huid zich in verschillende fasen:............65
5.10: effecten van veroudering zijn onder meer dunner worden van de huid,
rimpels en verminderde activiteit van melanocyten:.....................................65
Hoofdstuk 8: het zenuwstelsel:.........................................................................66
8.4: bij synapsen vindt communicatie plaats tussen neuronen onderling of
tussen neuronen en andere cellen:................................................................66
8.5: de hersenen en het ruggenmerg zijn omgeven door 3 vliezen, de
zogenoemde meningen:................................................................................. 66
8.7: de hersenen kunnen in verschillende onderdelen worden verdeeld, elk
met een eigen specifieke functie:..................................................................66
8.8: het perifere zenuwstelsel verbindt het centrale zenuwstelsel met het
interne en externe milieu van het lichaam:....................................................67
Hoofdstuk 9: de algemene en speciale zintuigen:.............................................69
9.1: sensorische cellen verbinden ons inwendige en uitwendige milieu met
het zenuwstelsel:........................................................................................... 69
9.2: sensorische cellen van algemene zintuigen kunnen worden ingedeeld
aan de hand van het type prikkel waarvoor ze gevoelig zijn:.........................69
9.3: bij olfactie, de reukzin, zijn reukzintuigen betrokken die op chemische
prikkels reageren:.......................................................................................... 69
9.4: bij het proeven, de smaakzin, zijn smaakzintuigcellen betrokken die op
chemische prikkels reageren:.........................................................................70
9.5: bij het gezichtsvermogen spelen interne structuren in het oog een rol,
terwijl accessoire structuren van het oog bescherming bieden:....................70
9.6: fotoreceptoren reageren op licht en zetten dit om in elektrische signalen
die nodig zijn om te kunnen zien:...................................................................70
9.7: gewaarwordingen van evenwicht ontstaan in het binnenoor, terwijl de
gehoorzin bestaat uit de waarneming en interpretatie van geluidsgolven:. . .71
9.8: veroudering gaat gepaard met een duidelijke afname van de speciale
zintuigen:....................................................................................................... 71
Hoofdstuk 16: het spijsverteringsstelsel:..........................................................72
2
, 16.1: het spijsverteringskanaal en de bijbehorende organen verrichten
verschillende functies ten behoeve van de omzetting van voedingsmiddelen:
....................................................................................................................... 72
16.2: de mondholte bevat de tong, de speekselklieren en de
gebitselementen, elk met een specifieke functie:..........................................72
16.3: de farynx is de overgang van de mondholte naar de oesophagus:.......73
16.4: in de J-vormige maag komt de spijsbrij aan vanuit de oesophagus; de
maag draagt bij aan de chemische en mechanische vertering:.....................73
16.5: de dunne darm zorgt voor chemische vertering en opname van
voedingsstoffen:............................................................................................. 73
16.6: de pancreas, lever en galblaas zijn accessoire organen die nodig zijn
voor de spijsvertering in de dunne darm:......................................................74
16.7: de dikke darm heeft drie gespecialiseerde gedeelten:..........................74
16.8: vertering is de mechanische en chemische omzetting van voedsel
waardoor voedingsstoffen kunnen worden opgenomen en benut:.................74
16.9: veel leeftijd gerelateerde veranderingen zijn van invloed op de
vertering en opname:..................................................................................... 75
McFadden: farmacologie:...................................................................................... 76
Hoofdstuk 7: het spijsverteringsstelsel: stoornissen en geneesmiddelen:........76
7.3: middelen voor de behandeling van stoornissen van het
spijsverteringsstelsel:..................................................................................... 76
7.4: middelen voor de behandeling van misselijkheid en braken:..................78
Hoofdstuk 8: infectie en antimicrobiële geneesmiddelen:..............................80
8.3: schimmels:.............................................................................................. 80
Hoofdstuk 11: geneesmiddelen voor de behandeling van psychische en
neurologische stoornissen:................................................................................ 81
11.3: geneesmiddelen voor de behandeling van psychische / psychiatrische
stoornissen:.................................................................................................... 81
Nevid: psychiatrie in de verpleegkunde:..............................................................84
Hoofdstuk 6: kinderen en adolescenten met afwijkend gedrag verplegen:.......84
6.1: normaal en abnormaal gedrag tijdens de jeugd en adolescentie:...........84
6.2: autismespectrumstoornis:.......................................................................85
6.6: gedragsproblemen:................................................................................. 86
Hoofdstuk 11: mensen met angststoornissen en obsessieve-compulsieve
stoornissen verplegen:...................................................................................... 89
11.1: overzicht van angststoornissen:............................................................89
11.2: paniekstoornis:...................................................................................... 89
11.3: gegeneraliseerde-angststoornis:...........................................................91
11.4: fobische stoornissen:............................................................................ 92
3
, Brunklaus – interactieve vaardigheden
in de zorg:
Hoofdstuk 5: taken in het leren leven met ziekte en
verlies:
5.9: migratie:
Migratie is een ingrijpende levensgebeurtenis. De ervaring ontheemd te zijn, kan
gepaard gaan met lichamelijke klachten en dat maakt mensen extra kwetsbaar.
Migranten met een orthodoxe geloofsbeleving komen meestal van het platteland.
Binnen bepaalde tradities, zijn het lichaam en het lichamelijke sterk aan
voorschriften gebonden.
Migranten kunnen gebukt gaan onder klachten die sterk overeenkomen met de
verschijnselen van een verstoord rouwproces, depressie en
aanpassingsstoornissen. Deze klachten worden in de reguliere gezondheidszorg
vaak slecht begrepen, omdat de migrant zelf ook niet zo goed verband kan
leggen tussen de klachten en druk waaronder hij al jaren leeft en waarmee hij
haast vergroeid is geraakt.
Gevoelens van minderwaardigheid en schaamte bij vrouwen, vanwege strenge
regels die hun persoonlijke vrijheid en bewegingsruimte aan banden leggen,
werken belemmerend in het profiteren van de steun van de gemeenschap. De
waarden van de cultuur van oorsprong waarin schaamte en schande door de
gemeenschap worden gevoed, vormen een extra belasting als ze in tijd van nood
ook op de steun van dei gemeenschap willen kunnen rekenen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zoneervoort. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.