1 : Overzicht van de historische kritiek
Algemene Inleiding
Waar binnen (opleiding) criminologie?
Criminologie
== studie van criminaliteit, oorzaken, gevolgen, reacties
--> brede waaier aan methodes, datatypes en –bronnen
Interviews, focusgroepen, survey, documenten (tekstueel, visueel), observaties, online data
(sociale media),…
Datacollectie en –analyse
--> evaluatie en kennis (type) informatiebron essentieel
--> combinatie bronnen en data : toetsbaarheid en bewijskracht
Wat is historische kritiek ?
Systematische kritische reflectie bij verzamelen, evalueren en verwerken van informatie
Essentiële academische vaardigheid
Wezenlijke vaardigheid om als kritisch burger in hedendaagse samenleving te navigeren
--> feiten van opinies, waarheid van leugens onderscheiden (post-truth, fake news)
--> vaststellen contradicties
Set wetenschappelijk vastgelegde regels
--> vroegere focus op historische bronnen, maar blijvend actueel
Herstellingskritiek
--> orginele bron of kopie?
Oorsprongskritiek
--> waar, wanneer, door wie?
Ontlenings- of oorspronkelijkheidskritiek
--> in welke mate ontleend uit andere bron?
Interpretatiekritiek
--> primaire en secundaire betekenis van de tekst?
Gezagskritiek
--> auteur het gezag van een ooggetuige?
Bevoegdheidskritiek
--> nauwkeurigheid en begrijpen van de waarneming en (on)geloof
Rechtzinnigheidskritiek
--> (on)opzettelijke verdraaiingen feiten
Criminologisch onderzoek
o Voornamelijk gericht op het heden en de toekomst
--> inzicht krijgen in fenomeen : gebruik (informatie)bronnen van een heel diverse aard (context
en achtergrond respondenten, beleidsdocumenten,…)
o Eigen invalshoek, accenten en keuzes in onderzoek : bewustwording noodzakelijk
o Evaluatie en kennis (type) informatiebron essentieel
--> Wie, wat, hoe, waarom?
--> tussenschakel-boodschapper =/= onschuldig
--> vergelijking verschillende bronnen
,2 : Overzicht van de historische kritiek
Informatiebron
Specifieke kenmerken/verschillende aard
--> krantenartikel, parlementaire tekst, interview, afbeelding, film, audio opname, sociale media, tweet,…
--> publiek, privaat
--> uit eigen naam, uit naam van organisatie
--> allerhande thema’s
Ontstaanscontext en eigen kenmerken
Formele regels
Eigen taalgebruik
Kennis noodzakelijk over bron en haar kenmerken
--> kritisch en correct naar waarde schatten (informatie)bron
--> autoriteit, betrouwbaarheid, juistheid, objectiviteit, controleerbaarheid
Opgelet : betekent niet het omgekeerde
--> alle informatie verwerpen onder het mom van ‘kritisch’
Actuele relevantie
Massamedia, informatieoorlogen
Manipulatie informatie
--> deepfake, AI
--> geen nieuw, fenomeen (cf. propaganda), maar toename in schaal en snelheid
--> misleiding, uitdragen agenda, bekomen rechten, legitimering daden, onbestraft blijven schendingen
grondrechten,…
Belang ‘oude’ principes historische kritiek (interne en externe kritiek, vergelijken bronnen en informatie,
op systematische wijze)
--> wetenschappelijk instrument versus buikgevoel
Tekstuele analyse
o Visuele manipulaties – literaire regels
o Waar nadruk op gelegd, wat verzwegen, met welke reden?
o Belang terminologie (vb. COVID-19 : ‘antivaxers’, ‘complotdenkers’, ‘vrijheidsstrijders’, ‘demonstranten’)
o Belang medium informatie : bepaalt informatie (vb. tweet (X))
o ‘systematische twijfel’
Waarom ‘historische’ kritiek?
Negentiende-eeuwse historici
--> eerste handboeken over historische kritiek
Historisch bronnenmateriaal (vs. hedendaagse bronnen)
--> geen directe observatie
--> geen productie van data
--> wel sporen uit verleden (bronnen)
Bevatten niet zomaar het werkelijke verleden (vs. begindagen geschiedenis)
Toegangspoort én grens
Nauwgezette analyse en beoordeling (vorm en inhoud)
Besef verleden =/= geschiedschrijving
Selectie werkelijkheid
--> constructie op basis van sporen (bronnenschaarste – digitalisering)
--> eigen taal, achtergrond, kennis, terminologie…
Zo ook voor sociale wetenschapper en studie hedendaagse fenomenen
--> niet één objectieve, waar te nemen en kenbaar te maken realiteit binnen sociaalwetenschappelijk onderzoek
--> gevolgen kennisproductie
--> samengaan (en vergelijken) van verschillende bronnen
,3 : Overzicht van de historische kritiek
Kernprobleem : relatie feit-verhaal
1. De bron (vb. ooggetuige) geeft reeds interpretatie van feiten
2. De onderzoeker evalueert & interpreteert deze bron opnieuw
3. De onderzoeker bouwt een brede interpretatie tot rapport
Feiten vs. uitspraken over feiten
Vroegere opvattingen : empirisme
--> via directe zintuigelijke waarneming tot waarachtige kennis komen
Maar : waarneming berust op detectie- en identificatieprocessen
--> aangeleerd via leefmilieu, opvoeding, taal, culturele constellatie,…
--> elk informatiesysteem, ook de mens, kan wereld slechts benaderen vanuit eigen referentiekaders > kan
slechts die aspecten van wereld als “feiten” onderscheiden waarop zijn referentiekader meest is ingesteld
--> bewust en onbewust proces
geen waarneming zonder interpretatie
geen “objectieve” toegang tot feiten
getuigenissen geven geen feiten, maar uitspraken over feiten
De illusie van “objectieve waarneming”
Elke weergave van feiten = selectief
Elke waarneming = interpretatie = subjectief
--> observatie gebeurt niet passief, maar actief via begrippen, taal en culturele codes
Geen principieel verschil tussen waarneming van feiten en interpreteren van feiten
--> verloopt gelijktijdig
Opgelet voor naïeve interpretatie subjectief-objectief
--> subjectiviteit van waarneming duidelijker aan de orde bij controversiële (aspecten van)
feiten/contrasterende waarnemingen
--> “objectieve feiten” = algemeen geaccepteerde interpretaties
, 4 : Overzicht van de historische kritiek
Typologie, bewaring en toegang tot de bronnen
1. De notie bron
Bronnen
== elk spoor van menselijke activiteit waaruit men bewijzen put voor wat men beweert
Specifiek in het wetenschappelijk veld : bron = bouwsteen waarop een onderzoek wordt
opgebouwd, waaruit een onderzoek uit bestaat (ruwe data waarmee je het onderzoek uitbouwt)
--> Serie ‘1985’ : casus privé-milities
o Privémilitie
== elke organisatie die oogt om taken van politie/militairen over te nemen ==> verboden
--> Wat zijn historische bronnen ?
Artefacten (materiële overblijfselen door de mens gemaakt), natuurlijke overblijfselen, landschap,
teksten, visuele bronnen (abeeldingen, schilderijen, foto’s, film)
o Overblijfselen
== sporen die ‘uit’ het verleden tot ons gekomen zijn
--> materiële voorwerpen die alleen al door hun bestaan aan de onderzoeker een spoort van het
verleden opleveren
--> domein van archeologie
o Overleveringen/getuigenissen
== sporen ‘over’ het verleden
--> mondelinge getuigenissen of geschreven teksten ‘over’ het verleden (vb. dagboek, oorkonde)
--> domein van geschiedenis
overlap – beide laten zich als historische wetenschappen met het verleden in en hebben er alle
baat bij maximaal met elkaar te combineren
--> selectiviteit en betrouwbaarheid
o Overblijfsel betrouwbaarder
--> onbewust overgebleven
--> Er kan ook fraude bij zijn dus is niet altijd zo !
o Getuige minder betrouwbaar
--> bewust gemaakt (indien analyse gemaakt wordt, wordt er een mening over gevormd)