Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Orthopedagogiek 16/20 €20,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Orthopedagogiek 16/20

 7 vues  0 fois vendu

Deze uitgebreide samenvatting bevat alle informatie uit de cursus die te kennen is om een geslaagd examen af te leggen. Ikzelf heb met mijn samenvatting een 16/20 behaald. Om de afkortingen goed onder de knie te krijgen, zijn er ook flashcards beschikbaar.

Aperçu 4 sur 95  pages

  • 18 juin 2024
  • 95
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
manonvde2002

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 71 Fiches
€7,49 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

ADL

Réponse: Activiteiten Dagelijks Leven

2.

AWW

Réponse: Algemeen Welzijnswerk

3.

BJZ

Réponse: Bijzondere Jeugdzorg

4.

BBB

Réponse: Beter Bestuurlijk Beleid

5.

COS

Réponse: Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen

6.

CAH

Réponse: Crisishulp Aan Huis

7.

BO - BLO - BKO - BUSO - BKLO

Réponse: Buitengewoon Onderwijs - Buitengewoon Lager Onderwijs - Buitengewoon Kleuter Onderwijs - Buitengewoon Secundair Onderwijs - Buitengewoon Kleuter- en Lager Onderwijs

8.

CAP

Réponse: Centraal informatie- en AanmeldPunt

9.

CIG

Réponse: Centrum voor Integrale Gezinszorg

10.

CGG

Réponse: Centrum voor Geestelijke Gezondheid

Samenvatting orthopedagogiek
Deel 1: Orthopedagogisch denken en kijken
1. Situering orthopedagogiek
1.1 De term ortho-ped-agogie-k
Orthopedagogiek = de wetenschappelijke studie van, het begeleiden van kinderen, jongeren en
volwassen, in problematisch ervaren situaties (woord van achter naar voor vertaald).

ORTHO = problematisch ervaren situatie (waarin we werken).

- Recht maken wat krom is
- Specifiek opvoeden
- Grens met ‘gewoon’ en ‘specifiek of problematisch’ is niet scherp af te bakenen

PED = kinderen (Pais = Grieks) en jongeren.

- Bij de start van de wetenschap enkel kinderen en jeugdigen, daarna is het uitbreidt naar
andere doelgroepen: volwassenen met verstandelijke beperking, NAH (= niet-aangeboren
hersenletsel), dementie => Ortho-agogiek (Ped. weglaten -> verwijst enkel naar kinderen).

AGOGIE = begeleiden, leiden naar een doel dat wenselijk is.

- Het doel is afhankelijk van waarden en normen, ethische dimensie, visie, tendensen, …
- “Recht maken door naar een doel te gaan”
- Agogische wetenschap = visie of idee over wat wenselijk is om naar toe te streven/leiden.

K = wetenschappelijk studie van.

- Professionele bachelor in de orthopedagogie = praktijk van het begeleiden vanuit
orthopedagogische inzichten, wetenschappelijke onderbouwing als achtergrond.
- Master orthopedagogieK: nadruk op onderzoek en wetenschappelijk denken.

1.2 Verhouding tussen pedagogiek en orthopedagogiek
Pedagogiek = de wetenschappelijke studie van het begeleiden van kinderen en jongeren.

Pedagogiek Orthopedagogiek
- Richt zich op algemene principes en - Zeer ‘specifieke’ noden of het vastlopen
kennis over opvoeding. van de opvoeding
o Kind met specifieke noden
- Om kleine dagdagelijkse en tijdelijke (handicap -> p.29)
problemen en vragen te beantwoorden. o Ouders met specifieke tekorten
in opvoeding (p.30)
 Geduld, tact, creativiteit en humor kan je de o Maatschappelijke problemen
meeste problemen oplossen, aanpakken.
- Problemen zijn erger + duidelijker.
 Moeilijke gezinsondersteuning -> Brede - Hardnekkigere weerstanden ->
Instap van Integrale Jeugdhulp (RTJ) moeilijker om tot verbetering te komen.
- Complexe samenhang verschillende
factoren.
- Problematische staat centraal.


1

,Waarom loopt opvoeding vast ?

- Soms duidelijke factoren: kind geboren met verstandelijke beperking, rouw bij ouders, …
- Soms zeer complex: er is een probleemgedrag maar het is niet duidelijk waar het vandaan
komt. Alle factoren en actoren en hun interacties bestuderen. Veel modellen daarvoor… o.m.
het orthopedagogisch grondplan.

Orthopedagogische voegt iets toe aan het pedagogische. Het gaat om ‘specifiek opvoeden’ Kok
(bewuste en grondige analyse).

1.3 Doel en object van orthopedagogiek
Het studieobject kan veranderen door:

- Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen.
- Nieuwe visies, begeleidingslijnen.
- Nieuwe wetenschappelijke kennis.

Klassieke benadering (+/- 1920) Moderne benadering (+/- 1980)
Object (het gaat over): Object:
- Opoeding van ‘opvallend’ of - Problematische opvoedingssituatie
‘afwijkende’ kinderen (staat centraal). o Moeizame afstemming vraag en
- Indeling soorten kinderen = classificatie aanbod om verschillende
o Dove, blinde, zwakzinnige, redenen.*
vondelingen, jonge boefjes en - Opvoeders en kind.
verwaarloosde kinderen/ - ‘Handicap’ is interactief concept.
wezen.
- Methodes om op te voeden = Doel:
methodieken: - Opvoeding optimaliseren.
o Gebeurde in gespecialiseerde o Afstemming vraag en aanbod
omgeving buiten het gewone vlot krijgen.
milieu van het kind. Middelen:
- Factoren in de opvoedingssituatie zelf
Doel: - In samenwerking met andere disciplines
- Ontwikkeling kind optimaliseren. en betrokkenen (mesoniveau)

* Opvoeders kunnen vraag van kind niet lezen.
* Het loopt mis bij het bedenken van aanbod.
* Problemen bij ouder vb.: KOPP = kinderen van
ouders met psychische problemen.

Doorheen de jaren verschoof de focus van het moeilijk opvoedbaar kind -> gezin in opvoedingsnood.
Het systeemdenken zorgt ervoor dat het kind beter begrepen wordt als we de hele context in kaart
brengen. Kok en Ter Horst zorgde in de orthopedagogiek voor het domein: ‘de problematische
opvoedingssituatie’ en factoren die daarin rol spelen.

Orthopedagogiek volgens Ter Horst = het menselijke planwetenschap die, als veld van actie, het
opvoedingsgebeuren heeft dat het zodanig leed met zich meebrengt dat men meent niet verder te
kunnen.

POS = problematische opvoedingssituatie = de door betrokken perspectiefloos ervaren
opvoedingssituatie, waarin men er zonder deskundige hulp van buitenaf niet in slaagt het geheel
zodanig te veranderen dat het weer perspectiefbiedend wordt (Ter Horst).

2

,De sociaal-ecologische visie over het POS = er is problematische opvoedingssituatie omdat er een
moeizame afstemming is tussen de pedagogische vraag en aanbod door verschillende factoren,
waardoor de gewenste opvoedingsdoelen niet of moeilijk bereikt worden.

Door ons te richten op het POS kunnen we de mogelijkheden en hulpnoden van de opvoeder
ontdekken. Betrokkenen kunnen onder begeleiding van orthopedagogen zelf hun problemen oplossen.

1.4 Evolutie van de term POS
Het was de term voor verwaarloosde kinderen.

1990:

In Decreten Bijzondere Jeugdbijstand 1990

- POS = een toestand waarin de fysieke integriteit, de affectieve, morele, intellectuele of
sociale ontplooiingskansen van minderjarigen in het gedrang komen, door: bijzondere
gebeurtenissen, rationele conflicten of de omstandigheden waarin zij leven.
- Heeft 2 doelgroepen:
o Minderjarigen in een POS.
o Minderjarigen die een als Misdrijf Omschreven Feit (MOF) hebben gepleegd.

2014:

Decreet Integrale Jeugdhulpverlening 2014

- Verandering terminologie
o POS -> VOS = Verontrustende Opvoedingssituatie + PLS = problematische leefsituatie
o PLS -> problemen buiten de opvoeding zoals: spijbelen vatten (wordt niet meer
gebruikt).
o VOS -> groeiend oproep voor professionals om voldoende alert te zijn voor signalen
van verontrusting bij misbruik, mishandeling… en eigen verantwoordelijk hierin te
nemen.
- Meer aandacht voor de verontrusting:
o Men is verontrust dat “de ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd zijn
of dat de integriteit van de minderjarige aangetast is”.
o Kan gaan over: psychisch, fysiek of seksueel (misbruik, mishandeling…) integriteit.

2019:

Decreet Jeugddeliquentierecht 2019

- Verandering terminologie
o MOF (Misdrijf Omschreven Feit) is vervangen door jeugddelict.

Conclusie:

POS of MOF? VOS of jeugddelict? Orthopedagogisch gezien geen strak onderscheid: onder heel wat
ernstige jeugddelicten schuilt een verontrustende opvoedingssituatie!

1.5 Evolutie term handicap en Disability Studies

Er is een heel verschillende terminologie omtrent ‘afwijkende’ kinderen:

- Invalide en invaliditeit - Gehandicapten - Mensen met een beperking

3

, - Mensen met een handicap - Andersvaliden - Mindervaliden

Het heeft te maken met de gevoeligheid en respect voor de eigenheid van de doelgroep.

Verschil tussen handicap en beperking:

- Een persoon met een handicap heeft 1 of meerdere beperkingen.
Maar een persoon met een beperking heeft niet noodzakelijk een handicap of
participatieproblemen.
- Beperking = activiteiten niet/moeilijk kunnen uitvoeren.
- Handicap = niet kunnen participeren doordat er activiteiten worden verwacht die je niet kan
uitvoeren (participatieproblemen).

Definitie VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap)
Handicap = elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het
samenspel tussen: functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard. Het
zijn beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.

De persoon met een beperking ervaart een handicap door het samenspel tussen:

- Kenmerken van de persoon,
- Kenmerken en levensgewoontes van de omgeving,
- En dus sociale rollen (die verwacht worden) van de persoon.

(International Classification of Functioning) ICF-model van het WHO


Handicap




Stoornis: afwijking of verlies van functies op anatomische eigenschappen.
Beperking: moeilijkheid bij het uitoefenen van een activiteit.
Participatieprobleem: probleem om deel te nemen aan het MS leven.

Handicap -> participatieproblemen die men ondervindt op basis van beperkingen die voortvloeien uit
een ziekte of aandoening waardoor bepaalde anatomische functies minder goed functioneren of
minder gericht zijn op uitvoeren van activiteiten.

We vragen ons af hoe we door met externe en persoonlijke factoren te werken de deelname van de
persoon aan de samenleving bevorderen.

Disability Studies 2008

In de Disability Studies ging men niet enkel meer vanuit medisch, orthopedagogisch kader kijken naar
mensen met een beperking, maar ook vanuit sociologisch, juridisch, cultureel, geschiedkundig en
economisch perspectief.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manonvde2002. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €20,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50843 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€20,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté