Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
1D vloei college aantekeningen + literatuur €7,36   Ajouter au panier

Notes de cours

1D vloei college aantekeningen + literatuur

 10 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Ik heb hier alle aantekeningen van de colleges en de bijbehorende literatuur. Ik heb hier zelf een 9,5 mee gehaald! Hoofdstuk 2 staat er ook bij, maar hoefden wij achteraf niet te weten

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 20 juin 2024
  • 36
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Monique hakkenes
  • Toutes les classes
avatar-seller
1D Vloei
Studietaak hoorcollege 1
Hoofdstuk 1: Wat is stotteren?
Stotteren volgens WHO: een verstoring in het ritme van de spraak waarbij de spreker precies weet wat
hij/zij wil zeggen, maar dat voor dat moment niet kan vanwege onwillekeurige - stille en hoorbare -
herhalingen en verlengingen van spraakklanken.
Kernstotteren is dat de verstoring herhalingen en verlengingen in het spreken geeft. De reacties hierop
van de cliënt, worden secundair stottergedrag genoemd, wat geleidelijk wordt aangeleerd.

1.2 Stotteren: verstoring en stoornis
De definitie van stotteren beschrijft het stotterend spreken (verstoringen), maar niet de psychosociale
gevolgen die leiden tot de stoornis stotteren.

1.3 Stotteren: een geïntegreerde visie
Clinici ontwikkelden vanuit verschillende theorieën, werkmodellen waarin meerdere factoren die een rol
spelen bij stotteren werden opgenomen, bruikbaar voor diagnostiek,
vroegtijdige interventie en behandeling. Voorbeelden:
- Verwachtingen- en mogelijkhedenmodel, het
negencomponentenmodel, het Erasmus-viercomponentenmodel
(4CM) en het Dynamic Multifactorial Model
4CM biedt inzicht in een mogelijke ontwikkeling van een verstoring naar een
stoornis, structuur tijdens de fase van diagnostisch onderzoek en houvast bij
het opstellen en uitvoeren van een behandelplan. 4CM past heel herkenbaar in
het biopsychosociale model van Engel:



Het 4CM
Het 4CM vormt aan de hand van vier componenten een
theoretisch en klinisch raamwerk om de stotterproblematiek te
beschrijven en te verklaren ten behoeve van de diagnostiek en
de behandeling van stotteren.
- Verbale component: stotteren gaat gepaard met
uitwendige en inwendige spraak-, taal- en motorisch
gedrag
- Cognitieve component: invloed op het zelfbeeld
- Emotionele component: emoties als schaamte en
angst en autonome fysiologische reacties als zweten
- Sociale component: verstoorde interacties tussen de
persoon die stottert en de omgeving. (NIET de reacties
op de omgeving door de cliënt




1

,Het 4CM biedt:
- Diversiteit
- Relatieve onafhankelijkheid
- Interactie (tussen componenten)
- Niveaus
- Inzicht in het proceskarakter
- Circulariteit

1.4 Vloeiend, normaal niet-vloeiend en stotterend spreken
Vloeiend spreken:
- verloopt zonder onderbrekingen, met een vlotte spreeksnelheid, zonder ritmeverstoringen, is
ontspannen, komt natuurlijk en spraakzaam over en is stabiel.
Niet-vloeiend spreken:
- “Disfluency is essentially a place within an utterance where speech production is disrupted due
to a problem in either speech planning or production. Such disruptions are unintended.”
Normaal niet-vloeiend en niet-normaal niet-vloeiend spreken:
- Normale niet-vloeiendheden zijn niet-vloeiendheden, geproduceerd door sprekers die niet
stotteren. Voor een diagnose is het belangrijk om de normale en de niet-normale
niet-vloeiendheden te kunnen onderscheiden, want de normale kunnen ook secundair
stottergedrag zijn.
- Verschillen
Kernstottergedragingen (type 1) Normale niet-vloeiendheden (type 2)

- Snelle meervoudige herhaling van - Langzame enkelvoudige herhaling
een klank (k-k-k-kat) van een klank (t-treffend)
- Snelle meervoudige herhaling van - Langzame enkelvoudige herhaling
een lettergreep van een lettergreep (po-positie)
(democra-cra-cratisch) - Langzame enkelvoudige herhaling
- Snelle meervoudige herhaling van van een woord
een eenlettergrepig woord (de-de-de) - Zinsdeelherhaling
- Snelle meervoudige klankinterjectie - eh-interjectie
(eh-eh-eh) - Woordinterjectie (ik moet naar….
- Verlening van een klank dinges…… paul toe)
(vvvvv-vreemde) - Pauze zonder hoor- of zichtbare
- Blokkade met hoorbare en zichtbare spanning
spanning (ik b…………ben) - Inclompleet woord of incomplete zin
- Non-verbaal gedrag
Met stotteren geassocieerd Normaal

- Ademhalingsstoringen (spreken op - Wegkijken, oogknipperen, fronsen,
inademing, gespannen uitademen) wenkbrauwen optrekken, aan haar of
- Spraakgebonden faciale storingen gezicht zitten, hand voor mond,
(verhoogde spierspanning, kuchen, slikken, keel schrapen,
abnormale tong- of lippen bevochtigen, lachen
mondbewegingen)
- Bijkomende faciale storingen (ogen
opensperren, verwijden neusvleugels



2

, - Wanneer iemand prosodie gebruikt als reactie op zijn stotteren, valt dit onder secundair
stottergedrag
Prosodische verschijnselen Woordkeuze en zinsconstructie

- Tempoversnellingen- en vertragingen - Gebruik van synoniemen
- Verandering in de intonatie - Gebruik van omschrijvingen voor een
- Verandering in de luidheid woord
- Veranderingen in de - Niet afmaken van zinnen
verstaanbaarheid - Spreken in korte standaardzinnen
- Gemaniëreerd taalgebruik
- Drie types van stotterachtige niet-vloeiendheden:
1. Herhalingen van eenlettergrepige woorden
2. Herhalingen van woorddelen
3. Disritmische fonaties (ook de verlengingen of blokkades in de ademstroom of fonatie)

1.5 Ontwikkelingsstotteren
Ontwikkelingsstotteren ontstaat in de kinderjaren, verworven stotteren ontstaat op latere leeftijd (vaak
als gevolg van een neurologische aandoening of een trauma of door emotionele stress).

1.6 Andere vloeiendheidsstoornissen
Bij iemand die op latere leeftijd begint met stotteren, zal een huisarts snel aan een recidief denken, en
dus een onjuiste diagnose geeft, neemt dit grote risico’s met zich mee voor de behandeling.
Van Borsel (2000) maakte de indeling:
- Farmacogeen stotteren: niet-vloeiend spreken als bijwerking van een geneesmiddel
- Psychogeen stotteren: op latere leeftijd ontstaat het niet-vloeiend spreken in verband met een
psychisch probleem of een emotioneel trauma
- Gestimuleerd stotteren: komt zelden voor, enkel in forensische context
- Neurogeen stotteren: oorsprong in het centraal zenuwstelsel, bijvoorbeeld na een beroerte
Shapiro (1999) breidt de indeling uit met de volgende elementen:
- Broddelen
- Stemstotteren (spasmodic dysphonia)
- Verworven niet-vloeiendheden na laryngectomie
- Niet-vloeiendheden bij het syndroom van Gilles de la Tourette
Bij stotteren wat op latere leeftijd ontstaat is extra alertheid noodzakelijk. Tijdens de anamnese wordt
uitgebreid aandacht besteed aan fysieke en psychische klachten. Vaak wordt er terugverwezen voor
verder neurologisch onderzoek. Niet-vloeiend spreken kan een symptoom zijn van o.a. Parkinson.

1.7 Hoe leg je aan cliënten en hun omgeving uit wat stotteren is?
De buitenkant en de binnenkant:
- De buitenkant wordt gevormd door datgene wat anderen horen en zien
- De binnenkant is datgene wat anderen niet zien of horen (gedachten over het stotteren, angst,
schaamte, etc)
- Sommige uitingen kunnen zowel onder de binnenkant als onder de buitenkant vallen (verhoogde
spierspanning, blozen)




3

, Metafoor van de ijsberg:
- Het stotterend spreken is het topje van de ijsberg (zichtbaar), de gedachten en gevoelens
vormen de onderkant van de ijsberg (onzichtbaar). De omgeving bepaalt hoe snel de ijsberg
eventueel smelt.
Stotteren is datgene wat iemand doet om niet te stotteren:
- Volgens Sheehan (1975) is de stotterproblematiek een gevolg van de problematische omgang
met het stotteren en heeft het karakter van een vicieuze cirkel. Deze uitspraak is alleen niet
volledig.

2.2 Wanneer begint het?
Het meest gebruikte incidentiecijfer is 4,5%, maar die kan niet op elke leeftijd toegepast worden. Het
prevalentiecijfer is 1%. Volgens Ratner komt chronisch stotteren vaker voor bij kinderen die later
beginnen met stotteren (38 mnd) dan bij kinderen die vroeg beginnen (32 mnd). Vehoudingen
jongen-meisje:
- peuters: 2:1
- lagere-school: 5:1
- volwassenen 4:1

2.3 Hoe begint het?
Meestal geleidelijk. De eerste periode heet ook wel “beginnend stotteren”: kan nog alle kanten opgaan.
Bij aanvang vertoont stotteren vaak een wisselend patroon. Ouders hebben het vaak niet door of
kinderen worden als verlegen bestempeld als ze zelf doorhebben dat praten niet makkelijk gaat.

2.3.1 Van normale niet-vloeiendheden naar niet-normale niet-vloeiendheden
Bij versprekingen gaat het mis in de timing, planning en coördinatie en treden bij tongbrekers
verbasteringen op die tot de normale niet-vloeiendheden behoren, maar ook beginnende symptomen
kunnen zijn. Bij kinderen is het coördinatie- en timingvermogen nog zwak, waardoor ze meer
niet-vloeiendheden vertonen.

Gregory’s continuüm (1979): niet-vloeiendheden van ‘heel gewoon’ naar ‘heel ongewoon’
Heel gewoon
- Categorie 1: veel voorkomende verschijnselen in de spraak van jonge kinderen
➔ pauzes → tussenvoegsels → opnieuw formuleren van een (deel van) zin →
herhalingen van eenlettergrepige woorden, min of meer in het spreekritme (3 of minder)
→ herhalen van (delen van) zinnen → herhalingen van lettergrepen min of meer in het
gewone spreekritme (3 of minder) →
- Categorie 2: minder vaak voorkomend in de spraak van kinderen. In een taalsample van 500
woorden geldt dat er reden tot bezorgdheid is indien er twee of meer van deze verschijnselen
per 100 woorden voorkomen
➔ herhalingen van eenlettergrepige woorden min of meer in het gewone spreekritme (4 of
meer) → herhalingen van lettergrepen min of meer in het gewone spreekritme (4 of
meer) → herhalingen van eenlettergrepige woorden, afwijkend ritme, afwijkende
intonatie (2 of meer) → herhalingen van lettergrepen, woorden, afwijkend ritme,
afwijkende intonatie (2 of meer) →




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur imkevandenburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83750 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,36
  • (0)
  Ajouter