Yen Verschaeren 2 EBALO C
Buurt- en buitenleren Karel de Grote Hogeschool
2021-2022
EXAMENOPDRACHT
BUURT- EN BUITENLEREN
YEN VERSCHAEREN DOSSIER
2 EBALO C
, Yen Verschaeren 2 EBALO C
Buurt- en buitenleren Karel de Grote Hogeschool
1. Gegevens
• Yen Verschaeren
• Sint-Ursula Basisschool Klim op Lagere school (Praktijk 2)
• 6C
2. Lijst met brainstorm
Tijdens les 1 en 2 (de lessen waarbij we aan de 40 spelletjes mochten werken)
werkte ik samen met Ceulemans Emma, Claes Démi en Robeyns Laura.
1 Bladeren determineren.
Identiteitskaart maken van de bladeren. Welke vorm, van welke boom,
hoeveel blaadjes… Alles invullen op een blad en meenemen naar de les
over determineren. Wat hebben de leerlingen ontdekt?
2 Vruchten determineren
Vruchten determineren en een themahoek maken. Hoe zien de
vruchten eruit, van welke boom is het… Themahoek maken in de klas
met vruchten, uitleg van bomen… De leerlingen vertellen hier dan over.
3 Kriebeldiertjes determineren
De leerlingen krijgen in een groepje van 3-4 leerlingen een
determinatiekaart. Ze zoeken verschillende kriebeldiertjes om te
determineren. Ze kruisen aan welke diertjes ze gevonden hebben.
4 Presentatie bij een monument
De leerlingen krijgen per 2 of 3 een monument toegewezen. Tijdens
een wandeling door de stad waar de monumenten staan geeft elke
groep een presentatie bij hun monument. Ze hebben al informatie
moeten zoeken op voorhand.
5 ‘Je vois, je vois ce que tu ne vois pas.’
De leerlingen spelen ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet…’ in het Frans. De ene
leerling zegt bijvoorbeeld « Je vois, je vois ce que tu ne vois pas et
c’est rouge. » De andere leerling antwoordt bijvoorbeeld met « C’est
cette fleur? »
6 Kerkhoven bezoeken
De leerlingen werken in de klas rond het thema WOII. We gaan naar
een kerkhof of kerkhoven en kijken naar grafstenen van soldaten die
toen hebben geleefd. De leerlingen berekenen ook hoelang de soldaten
geleefd hebben.
7 Verkeer: oversteken
We leren eerst in de klas de regels om correct over te steken. Daarna
gaan we echt op stap buiten de school en gaan we oversteken (straat,
T-kruispunt…).
8 Verkeer: verkeersborden
Tijdens een wandeling passeren we langs verschillende verkeersborden.
De leerkracht vraagt bij elk verkeersbord of de leerlingen het bord
kennen en kunnen uitleggen waarvoor het dient. Kennen de leerlingen
dit niet, dan legt de leerkracht uit. Dit wordt in de klas nabesproken.
9 Weerselementen onderzoeken
De leerlingen moeten elke dag de temperatuur, windrichting,
windsnelheid en neerslag bepalen met meetinstrumenten. Per groep
van 4 is er een weerkalender om de resultaten te noteren.
1
, Yen Verschaeren 2 EBALO C
Buurt- en buitenleren Karel de Grote Hogeschool
10 Gebouw tekenen
De leerlingen leren in de klas de verschillende perspectieven/
aanzichten en hoe je zo’n aanzichten kan tekenen. De leerlingen zetten
zich allemaal op een andere plaats van bv. een plein. Ze kijken rond en
tekenen dan een gebouw dat voor hen staat. Elk gebouw of perspectief
is anders.
11 Diagonalen met krijt
De leerlingen tekenen op verschillende plekken diagonalen met krijt,
bijvoorbeeld op: een stoeptegel, een baksteen, een boordsteen…
12 Cirkel maken met kinderen
De leerkracht zet 1 kind op een kruisje. De andere leerlingen staan op
1 m afstand van de leerling in het midden. Ze kunnen gebruik maken
van een bordmeetlat, een lintmeter, touw en krijt... We gaan verder
met de eigenschappen van een cirkel in de klas.
13 Dierenhotel met kriebeldiertjes
Kriebeldiertjes zoeken en in een bokaal doen om mee te nemen. Ook
materiaal zoeken in de natuur om dierenhotel te maken.
14 Schaduwen herkennen en maken
De zon gebruiken om te zien of schaduwen verschillen van vorm, van
lengte… De leerlingen kunnen op een lijn staan en hun schaduwen
vergelijken, maar ook schaduwen van voorwerpen bekijken.
15 Wandelroute bedenken
De leerkracht zegt dat we naar het Liers cultuurcentrum gaan, maar
dat de leerlingen zelf de kaart moeten lezen en dus zelf een weg
moeten kiezen.
16 Spiegelen met natuurlijke en onnatuurlijke elementen
De leerlingen zoeken naar een beek, een vijver, ramen van auto’s… Ze
bekijken het spiegelbeeld van voorwerpen, letters... De leerlingen leren
terwijl wat een spiegelas is.
17 Evenwijdigheid bestuderen
De leerlingen leren wat evenwijdigheid is. Ze gaan hiervoor op stap en
bekijken stoeptegels, bakstenen van huizen, ramen en deuren van
huizen. De leerlingen kunnen telkens aanduiden wat evenwijdig is en
wat niet en kunnen uitleggen waarom.
18 Geluiden ontdekken en dan verklanken
De leerlingen kunnen in de stad verschillende geluiden horen. Ze gaan
die geluiden dan zelf verklanken. Later gaan ze een reeks van geluiden
achter elkaar plakken en dan verklanken in groep. Dit mogen ze ook
verzinnen.
19 Gelijkvormigheid en gelijke grootte
Wandelen in het park en de stad en dan voorwerpen bestuderen,
vastnemen, vergelijken en concluderen welke gelijkvormig zijn en
welke gelijk zijn van grootte. De leerlingen kunnen dit uitleggen.
20 Kijklijnen/perspectief oefenen
De leerlingen gaan aan de slag met kijklijnen en perspectief. De
leerlingen bestuderen gebouwen in de verte, van dichtbij, van onder,
van boven… Ze gaan ook met een touw die ze vasthouden van het oog
kijken naar de gebouwen. Zo zien ze vanuit kijklijnen.
21 Verhaal schrijven
Verhaal schrijven over alles wat ze hebben gezien in de stad. De tekst
is gekoppeld aan de leerinhoud van dat moment. Bijvoorbeeld een
2
, Yen Verschaeren 2 EBALO C
Buurt- en buitenleren Karel de Grote Hogeschool
tekst schrijven en daarin de zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden
aanduiden.
22 Portretschilderen met voorwerpen uit de natuur
De leerlingen schilderen een eigen portret door gebruik te maken van
wat de natuur te bieden heeft. Ze gebruiken de natuur dus om te
schilderen.
23 Cirkeldiagram maken
De leerlingen maken op de speelplaats een cirkeldiagram met krijt
a.d.h.v. hobby’s/ lievelingseten. Ze zetten hierbij ook alles in procent.
24 Vocabulaire oefenen van kledij
De leerlingen gaan op straat de kledingstukken van andere mensen in
het Frans zeggen. Ze geven aan welk kledingstuk het is en welke kleur.
25 Trap van vergelijking bestuderen
De leerlingen gebruiken een trap of een aantal treden in de buurt of op
de speelplaats om de trap van vergelijking te bestuderen. De leerlingen
moeten op de juiste trede gaan staan, dat de juiste trap van
vergelijking voorstelt. Dus breed-breder-breedst, breed is onderaan,
breder een trapje hoger en breedst nog een trapje hoger.
26 Compostvat maken en leren over composteren
De leerlingen maken een compostvat met materiaal uit de natuur. Ze
gaan daarna zelf composteren. Ze leren wat composteren is en ze dit
moeten doen.
27 Optellen en aftrekken van kommagetallen
De leerlingen lopen langs winkels, gaan winkels binnen en zoeken naar
kommagetallen. Ze gaan leren om kommagetallen op te tellen en af te
trekken. Zowel hoofdrekenen als cijferen.
28 Muziek maken met de natuur
De leerlingen gaan materiaal zoeken in de natuur en gaan daarmee zelf
muziek maken. Ze gaan een ritme moeten bedenken, door op de grond
met iets te slaan of op de bomen…
29 Omtrek meten en berekenen
De leerlingen gaan de omtrek van een vijver berekenen. Ze gaan dit
eerst doen door een schatting te maken en daarna met natuurlijke
elementen te meten en dan echt te meten met meetstokken.
30 Stopmotion video’s van de buurt maken
De leerlingen gaan per twee aan de slag met een Chromebook en
maken dan foto’s waarmee ze dan een stopmotionfilmpje kunnen
maken. Zo krijg je mooie beelden van de buurt.
31 Drijven en zinken met verschillend materiaal in de buurt
De leerlingen ontdekken welke materialen er kunnen drijven of welke
materialen er zinken. De leerkracht gaat er dan aan koppelen waarom
het ene drijft en het andere zinkt.
32 Herfstzoektocht
We doen een herfstzoektocht om later een kunstwerk over de herfst te
maken. De wandeltocht dient als inspiratiebron.
33 Qu’est-ce que c’est
Op de speelplaats zijn voorwerpen aangeduid met een nummer. De
leerlingen krijgen de Franse vertalingen van die voorwerpen en moeten
er het juiste nummer naast zetten. Daarna moeten ze ook het
Nederlandse woord opschrijven.
34 Waterdieren bekijken, tekenen en maken
3
