ORTHOPEDAGOGISCHE WERKVELDEN & BELEID
SEMESTER 2
WERKVELD 1: HET (INCLUSIEF) ONDERWIJS & KINDEROPVANG
Een beleidsdomein bestaat uit departementen en agentschappen:
departement onderwijs, vlaams agentschap personen met een handicap,
agentschap opgroeien, …
In OWB 7 contexten:
- vaak hulpverlening, gesitueerd binnen het beleidsdomein welzijn
- ook dienstverlening (kinderopvang) gesitueerd binnen het beleidsdomein
welzijn
Leren zoeken naar info die jouw praktijk kan beïnvloeden –
beleidsdomeinoverschrijdend
- in beleidsdomein jeugd, zit het werk rond kinder- en jeugdrechten bvb,
belangrijk voor onderwijs en welzijn
- in beleidsdomein sociale economie, zitten bevoegdheden voor mensen
met afstand tot de arbeidsmarkt (die vind je in VAPH, GGZ, …)
Wie heeft het mandaat? Wie bepaalt?
Een departement blijft, een minister en hun kabinet verandert per ‘legislatuur’.
De minister bepaalt het beleid, het departement voert uit. Uiteraard met nog een
aantal tussenstappen. Zaken worden voorgelegd, besproken, bijgestuurd. Maar
het is interessant om het beleid van de minister eens na te gaan. Er is altijd een
‘beleidsbrief’ per domein.
Er zijn ook ‘schaduwministers’ die ook ambitie hebben voor een beleidsdomein,
niet zetelt in de regering (wel in de oppositie) en dus de minister in de gaten
houden.
Twee werkvelden: andere insteken, toch raakvlakken
in kinderopvang kan ‘in principe’ iedereen die het nodig heeft terecht
hulpverlening
onderwijs is de enige poort waar iedereen door moet of verwacht wordt
dienstverlening
Wie maakt het verschil?
Belangrijk is dat je bij elk werkveld onthoudt, dat de praktijkgerichte
orthopedagoog een rol te spelen heeft in dit werkveld. Je doet ertoe, ook al is de
realiteit niet altijd een sprookje
HOE ZIET DE INCLUSIEVE KINDEROPVANG & HET INCLUSIEF ONDERWIJS ERUIT?
praktijk: wie handelt, wie is betrokken, welke tools?
beleid: wie is er bevoegd, wat is de sociaal-politieke visie, wat zijn de
afspraken?
hoe is de geschiedenis van invloed op de huidige situatie?
wat zijn de actuele tendensen en knelpunten?
hoe kan je daarin bewegen?
deze zaken zijn met elkaar verweven & lopen in wat komt dan ook door
elkaar `
INCLUSIEVE KINDEROPVANG
WAAR KAN EEN KIND MET EEN SOB TERECHT?
= specifieke ondersteundingsbehoefte
3 stromen:
, 1) er is gespecialiseerde opvang voor jonge kinderen met specifieke
ondersteuningsnoden (VAPH)
2) er zijn centra voor inclusieve kinderopvang (departement Opgroeien)
3) er zijn de reguliere initiatieven voor kinderopvang (departement
Opgroeien)
(‘iedereen’ kan deze laatste oprichten, uiteraard met toezicht van de
overheid, nl Kind en Gezin)
Ouders kiezen en hebben recht op inclusieve kinderopvang. Een regulier
initiatief voor kinderopvang heeft ook recht op ondersteuning van een
centrum voor inclusieve kinderopvang.
Vaak komt een kind ook organisch in de kinderopvang terecht. Want op 3,
4 maand zijn er nog weinig kinderen van wie de ontwikkelingsnoden al
duidelijk zijn.
VISIE: ELK KIND IS WELKOM, MET OF ZONDER SOB
Kinderen met een SOB willen net als andere kinderen spelen, vrienden
maken en nieuwe dingen ontdekken.
Hun ouders kiezen vaak bewust voor de opvang van hun kind samen met
kinderen die geen specifieke ondersteuningsbehoefte hebben
Inclusieve kinderopvang is verrijkend voor alle betrokkenen: het kind
met specifieke ondersteuningsbehoefte, de andere kinderen in de opvang,
de opvang en de ouders.
HOE KAN DE KINDEROPVANG VERSCHIL MAKEN? WAT WERKT?
Communicatie, afstemming & uitwisseling met ouders!
Ouders leren ons wat werkt: artikel! Leerstof!!
BELEID INCLUSIEVE KINDEROPVANG
streven naar een kwaliteitsvolle opvang om de hoek voor elk kind
Ouders hebben het recht om te kiezen tussen gewone en gespecialiseerde
opvang.
Inclusieve kinderopvang sluit aan bij 'Perspectief 2020'. Dit
ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap kiest voor 'zoveel
mogelijk gewoon in de samenleving en zo weinig mogelijk uitzonderlijk en
afzonderlijk’.
Inclusieve kinderopvang is structureel voorzien in de regelgeving
kinderopvang en wordt financieel ondersteund. De kinderopvang krijgt zo
een steuntje in de rug voor de extra inspanningen die ze voor inclusieve
kinderopvang doet.
De Centra voor Inclusieve Kinderopvang bieden zelf inclusieve opvang aan.
Ze sensibiliseren en ondersteunen opvanglocaties bij het versterken van
hun inclusieve werking.
Samenwerking is nodig en nuttig!!
Van 2019 tot 2021 liepen er 13 trajecten in het kader van de oproep
'Pionieren in samenwerking: inclusieve kinderopvang’.
Organisatoren kinderopvang, Multifunctionele Centra (MFC) en Centra
Inclusieve Kinderopvang (CIK) zochten uit op welke manier er meer
kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften inclusief kunnen worden
opgevangen.
Een actueel ifv diversiteit, DECET
, De DECET-principes bieden een bruikbaar kader om in dialoog te gaan om
diversiteit ten volle te omarmen. DECET staat voor Diversity in Early
Childhood Education and Training.
Vanuit diversiteit nadenken over je werking en je werking toegankelijker
maken voor een diversiteit aan gezinnen, is werken aan kwaliteit voor
iedereen. Of anders gezegd: nadenken over specifieke doelgroepen is een
manier om te werken aan basiskwaliteit.
De DECET-principes:
o Elk kind, ouder en medewerker heeft het gevoel erbij te horen
o Kinderen, ouders en medewerkers kunnen alle aspecten van hun
identiteit ontwikkelen.
o Iedereen kan leren van elkaar over culturele en andere grenzen
heen.
o Iedereen kan participeren als actieve burger.
o Iedereen gaat bewust om met vooroordelen via een open
communicatie en leergierigheid.
o Iedereen werkt samen om institutionele vormen van vooroordelen
en discriminatie te bestrijden.
HISTORIEK
Geschiedenis (van medische insteek naar pedagogische/ humanitaire insteek) is
belangrijk om het heden of hedendaagse problemen te begrijpen!
Voor WOII: Oprichting kinderopvang omwille van hygiënische redenen.
Goed werk tonen is het laten zien van orde, netheid en hygiëne en niet het tonen
dat kinderen zich amuseren.
De crèches zijn destijds opgericht in de strijd tegen kindersterfte (dus
kinderopvang als noodzakelijk kwaad), vandaar dat kwaliteit alles te maken heeft
met hygiëne.
Dat heeft nog steeds impact op bvb de aantallen begeleiders die voorzien worden
per kind.
DECREET KINDEROPVANG (2012)
in het decreet zitten meerdere pijlers:
1) Pedagogische functie = kwaliteitsvolle kinderopvang biedt kinderen alles
wat ze nodig hebben om zich spelenderwijze te ontwikkelen
2) Economische functie = ouders kunnen met een goed gevoel hun kind laten
opvangen, zodat ze kunnen gaan werken, werk zoeken of een
beroepsopleiding volgen
3) Sociale functie = wanneer een stimulerende omgeving thuis minder
voorhanden is, kan kinderopvang voor kinderen een extra stimulans
betekenen. Ook voor hun ouders vinden in de opvang de nodige
ondersteuning
kinderopvang is goed voor kinderen & voor hun ouders
De kinderopvang (anno 2012!) moet:
Goed zijn voor kinderen en voor hun ouders
Makkelijker om te zoeken en vinden (loket, meer plaatsen
Meer haalbaar voor ouders (inkomensgerelateerd, meer plaats voor
kwetsbare gezinnen)
Haalbaar voor de sector (betere subsidiëring)
Professioneel (er moet aan voorwaarden voldaan zijn)
meer kwaliteit (vakkennis, veiligheid)
, BELEIDSKEUZES
TAAK VAN KINDEROPVANG
Zorgen dat ouders kunnen gaan werken?
Zorgen dat elk kind een ‘village’ heeft om de opvoeding te ondersteunen?
CRISIS IN DE KINDEROPVANG
Kwaliteitsprobleem, professionaliseringsprobleem, veiligheidsprobleem
personeelstekort, …
Geldtekort nu, maar langetermijnkost nog groter
Deze problemen situeren zich wel in de kinderopvang, zijn daar zichtbaar, maar
ze komen voort vanuit beleidskeuzes, waarin kinderopvang niet als prioriteit
wordt gezien. De investeringen volgen die beleidskeuzes.
KINDEROPVANG KLEUTERSCHOOL
0 tot 3 jaar 2,5 tot 6 jaar
Welzijn Onderwijs
Minister: Hilde Crevits Minister: Ben Weyts
50 à 60% kinderen Bijna 100% kinderen
Plaats tekort; wachtlijsten Bijna behoeftedekkend
7de jaar beroepsonderwijs Bachelorsdiploma
8 kiinderen per persoon (1/8) per wet x-aantal per persoon (1/?)
bepaald niet per wet bepaald maar door school
zelf
welzijn en onderwijs zijn onnatuurlijk gescheiden
Professionalisering
o Waarom vindt men het normaal dat een 2-jarige mag opgevangen
worden in een kinderdagverblijf waarbij er geen diplomavereisten
zijn, maar vindt men dat zodra het kind 2,5 jaar is, er wel
diplomavereisten moeten zijn?
drie evoluties tijdens de geschiedenis:
Visie omtrent onthaalouders: goede moeders = goede onthaalouders. Dit
betekent dat er geen opleidingsvereisten werden gesteld.
Private, zelfstandige voorzieningen: kregen geen subsidies, geen eisen aan
de professionaliteit van de mensen, geen vereisten..
(Buitenschoolse opvang): rekruteerde langdurig werkloze moeders Er was
geen sprake van een professionalisering! =deprofessionalisering.
o Deze drie golven hadden geen kwalificatie-eisen. Gevolg? Op het
moment dat het nieuwe decreet (2012-2014) komt, werd er slechts
voor 1/3 tot 1/5 nog diplomavereisten gesteld. Met andere woorden,
een grote meerderheid is niet opgeleid en zij met een opleiding
volgden een 7de jaar zorg. Dit is dus een nadruk op een
paramedische/hygiënische opleiding.
PRAKTIJK VAN INCLUSIEF ONDERWIJS
DIEPGAAND & DOORLEEFD INZICHT IN DE PRAKTIJK VAN INCLUSIEF ONDERWIJS,
VIA DE ERVARINGEN VAN OUDERS
De formele inspanningen rond inclusie in onderwijs zijn al langer bezig dan
in de kinderopvang.