Les 1
MNL literatuur
- Onze regio (huidig VL en NL)
- Onze taal (MNL = verzamelnaam van dialecten)
- Ca. 1150-1500 = dynamische tijd
→ van orale naar schriftelijke cultuur: schriftelijke cultuur beperkt tot
religieuze centra, geleidelijk aan belangrijker voor adel en burgerij,
literatuur is duur, met hand geschreven (tijdrovend), perkament meest
gebruikt, opkomst papier vanaf 14e eeuw, boekdruk vanaf 1450, literatuur
werd meestal voorgelezen (dominante vorm = gepaard rijm, aa bb cc)
→ meertalige context (Latijn & Frans): diglossie (maatschappelijke
tweetaligheid) is machtsevenwicht (verhouding wijzigt steeds), opkomst
NL als literatuurtaal inclusief standaardisering → emancipatie tov Latijn (taal
vd kerk), tov Frans (lingua franca adel)
→ grote diversiteit: geografisch, sociologisch, gender
- Genderperspectief: onevenwicht, participatie van vrouwen als auteur, opdrachtgever
of luisterend publiek maar ondergerepresenteerd
Overlevering
- Veel handschriften verloren gegaan
- Kopieën van kopieën vaak wel bewaard (met kopiistenfouten en -aanpassingen)
- Ieder handschrift en elk fragment van belang, nieuwe inzichten én vondsten zijn
belangrijk
Hebban olla vogala
- Drietrapsraket: eerst constatering (alle vogels zijn bezig), dan de ontkenning (het
gemis, behalve ik en jij) en tot slot de ongeduldige vraag (waar wachten we nog op)
- Metafoor: jij en ik zijn vogels → lyrisch gedicht omwille van het heldere
gedachtebeeld en het spanningsveld van klanken
- Beste houvast om het te dateren = het handschrift (oudengels prekenhandschrift uit
Rochester), ca. 1000-1025
- Combinatie van Latijn en volkstaal, maar twijfel over band met VL en NL literatuur
Opkomst hoofse lyriek
- Vanaf 12de eeuw in Zuid-Franse literatuur van troubadours
- Vooral bij hoge adel, daarna ook in het noorden en buiten Franse taalgebied
- Voorstelling vd liefde: perspectief van de man (lyrisch ik), verlangen centraal, vrouw
is perfect, liefde als bron van vreugde en verdriet, minnaar stelt zich in dienst van de
dame (hoofsheid), liefde wordt bedreigd door kwaadsprekers
- Hendrik van Veldeke: dichter uit omgeving Hasselt, eind 12de eeuw, band met
hoogste adel, ook epische werken (Servaaslegende, Eneasroman), enkel bewaard in
Hoogduitse handschriften (taal sterk aangepast, onderliggend Limburgs dialect
aantoonbaar op basis van de rijmschema’s), intertekstueel verbonden met FR en
Hoogduitse minnelyriek, dikwijls ironische insteek
→ Lied 4 x Chrétien de Troyes
→ Lied 16 x Rooms-koning Hendrik VI
Veldeke introduceert moderne Franse teksten, genres en thema’s, grondlegger van
de hoofse literatuur in het Hoogduitse taalgebied
Invloed Franse lyriek in NL
- Hadewijch (13de eeuw) schrijft religieuze liederen op basis van Franse trouvèrelyriek
, - Lyriek hertog Jan van Brabant (13de eeuw) → bekendste lied = harba lorifa
(pastourelle = herderslied)
Problematiek vd overlevering
- Orale lyriek gaat gemakkelijk verloren
- Ook kwetsbaar op losse bladeren en rollen
- Betere kansen als de korte tekst is opgenomen in groter geheel (bv
verzamelhandschrift)
- Vgl rondeel in verhalend gedicht (van den wilden man) in handschrift Van Hulthem
Les 2
Productie van literaire handschriften
- Huid bewerken, laten drogen, vlak maken, bladen snijden, herstellen
- Bij voorkeur littera textualis (boekletter), correcties op rasuur, optioneel rubriceren
(structuur met rode inkt)
- Inbinden (gaat langer mee)
- Productie van papieren handschriften vanaf ca. 1350 (14de eeuw), vooral cursief
schrift en minder geschikt voor illustraties
- Boekdrukkunst vanaf ca. 1450 (15de eeuw), bv Karel ende Elegast
Karel ende Elegast
- 13de eeuw
- Volledige tekst bekend dankzij drukpers (latere drukken gemoderniseerd op vlak van
taal)
- Druk A (ca. 1485), Druk E (2e helft 16de eeuw)
- Circuleerde eerst in handschriften (ca. 1350 - 1400)
Datering teksten
- Terminus post quem (na een bepaalde datum)
→ datering brontekst of intertekstuele verwijzingen, vermelding
historische feiten
- Terminus ante quem (voor een bepaalde datum)
→ verwijzing in andere literaire tekst (J v Boendale verwijst in 1330 naar
Karel ende Elegast)
→ datering oudste handschrift of fragment (ca. 1350 bij Karel ende
Elegast)
- Belang van relatieve datering: datering tov een andere tekst, object of gebeurtenis
(bijvoorbeeld werk van dezelfde auteur)
Belang van fragmenten
- Helpen zicht krijgen op alle varianten en mogelijk op de originele tekst
- Bieden zicht op verspreiding van de tekst (geografisch en chronologisch)
- Vanaf 16de eeuw nauwelijks nog interesse voor handschriften uit ME →
veel handschriften gerecycleerd tot oud papier of oud perkament
Ridderepiek in de 13de en 14de eeuw
- Verhalende literatuur over avonturen van adellijke personages
- Belangrijkste subgenres: Karelepiek, Arturepiek, romans die spelen in de Oudheid
- Weinig ridderromans volledig bewaard in MNL handschrift
- Van veel teksten slechts één fragment bewaard gebleven
- Invloed van Franse literatuur (vertaling, bewerking, navolging, structuur, motieven,
namen)
Karelepiek (Matière de France)
- Verhalen over Karel de Grote en diens voorgangers en navolgers
, - Omvangrijke epische verhalen (familievetes, geweld, veldslagen, dichterlijke
overdrijving, soms sprookjesmotieven en magie)
- Dikwijls Franse bronteksten (vooral chansons de geste = liederen over geschiedenis)
met laisse-vorm: strofen van ongelijke lengte met eindassonantie, bv Chanson de
Roland
→ over de held Roeland en zijn kompaan Olivier, hun achterhoede is in een
hinderlaag gelokt door saracenen (moslims), leger van KdG is al verder
weg
→ over slag bij Roncevaux (778), handschrift ca. 1125-1150
- Vaak gebaseerd op Franse voorbeelden met laisse-vorm, maar in MNL gepaard rijm
(aa bb cc)
- Karel ende Elegast als buitenbeentje
→ volledig overgeleverd (enkel als druk), korte vertelling, geen veldslag of
familievete, maar individuele queeste (meer zoals een Arturroman)
- Fragmenten van ca. 30 verschillende Karelromans: Karel ende Elegast, Roelantslied,
Renout van Montalbaen (‘t Ros Beyaert en de 4 heemskinderen)
- Roman der Lorreinen: op basis van twee samenhangende Franse chansons de
geste (Garin en Gerbert), clan van de Lorreinen tegen de clan van de Bordelosen
(familievete), 8ste en 9de eeuw, enkel fragmentarisch
- Datering vaak problematisch en relatief (= ten opzichte van andere teksten) door
gebrek aan ijkpunten
- Van den bere Wisselau: 1 fragment over bezoek KdG bij reuzenkoning Espriaen
Spiegel Historiael, Jacob van Maerlant
- Duidelijke terminus ante quem (verwijzing naar van den bere wisselau)
- Ca. 1285
- Wereldgeschiedenis op basis van Speculum historiale van Vincent van Beauvais
- 4 partieën, maar onvoltooid: 2de partie door Philip Utenbroeke, 4de partie voltooid
door Lodewijk van Velthem
- Opgedragen aan graaf Floris V van Holland
Les 3
Jacob van Maerlant
- Alexanders geesten (debuut): over Alexander de Grote (geesten = jeesten =
geschiedenissen), ca. 1259
→ De bron: 12de eeuws Latijn Alexandreis, opdrachtgever vermeld via
acrostichon (Guillermus), Latijnse schooltekst (hoge status, betrouwbaar),
vertaling/bewerking wijzigt de diglossie (nieuwe functie), nadruk op historische
waarheid en geografische wetenswaardigheden (in glossen)
→ Vgl. wapen van Alexander (goud met rode klimmende leeuw) =
Graafschap Holland omstreeks 1259: Graaf Willem II sneuvelde, zoon
Floris V opgevoed door tante Aleide van Avesnes (is zij de
opdrachtgeefster? → anagram GHEILEHIDA)
- Historie van den Grale (of Merlijn): Middelnederduits handschrift (ca. 1425) met
vervolg door Lodewijk van Velthem
- Schreef veel op het hof van Voorne: Torec (arturroman), Sompniarys (over dromen),
Lapidarys (over stenen), Historie van Troyen (Wissense handschrift)
- 3 handschriften ten oosten van huidige NL: Alexanders geesten, Graal-Merlijn,
Historie van Troyen