Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting rechts- en moraalfilosofie €7,36   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting rechts- en moraalfilosofie

 7 vues  0 achat

*GESLAAGD IN EERSTE ZIT!* Volledig uitgetypte samenvatting gedoceerd door professor Piret! Geslaagd in eerste zit met 14/20!

Aperçu 4 sur 61  pages

  • 2 juillet 2024
  • 61
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
Ruptrs
Rechtfilosofie
1. Inleiding (P. 2-17 in boek)

Wekelijkse aankondigingen, kijken voor lectuur
1.1. Opbouw/methode

 Historische invalshoek
 Systematische invalshoek
Vergelijking: rechtsfilosofie <-> schilderkunst (Westerman):
 De vraag Wat is…? Geen definitie, maar presenteren op ideeënhistorische wijze
(rondleiding in een museum ivm thema’s waarover gedebatteerd wordt door mensen
die nadenken over het recht en de rol die het recht in de samenleving
vervult/verschillende stijlen ter illustratie)
1.2. Hoe ontstaan?

 maatschappelijke discussies van op dat moment (politieke omwentelingen, politiek)
 reacties andere rechtsfilosofen / filosofen zijn voortdurend in debat met elkaar

1.3. Wat is rechtsfilosofie?

 Onmogelijkheid van een definitie (= wat is schilderkunst? Meenemen naar museum
om voorbeelden te laten zien / hier het lezen van begeleidende teksten)
 Wel een globaal idee: Rechtsfilosofen onderscheiden zich niet zozeer door het
onderwerp dat ze behandelen maar door de specifieke benadering van het
onderwerp. Vanuit een ander perspectief dan de jurist. Filosofie van het recht, wat
men meende wat het was
 Recht is nu een autonome discipline (was eerst niet zo). Maakte vroeger deel uit van
groter geheel
 Historisch geëvolueerd

1.4. Wisselwerking praktijk en theorie

 Praktijk: politieke omwentelingen die aanleiding geven tot debatten, praktijk kan ook
terugwerken op theorie; theorieën aanpassen aan praktijk
Bv. godsdienstoorlogen voeden het idee dat er niet één waarheid is. Als er niet één
waarheid is ontbreekt een morele grondslag voor het recht en zal het procedureel
aspect belangrijker worden.

 Theorie geeft voeding aan politieke omwentelingen
- Vb.: scheiding der machten: gaat terug tot bepaalde filosofen (18de e.:
Montesqieu, Geest der wetten)
- Vb.: volkssoevereiniteit: Rousseau, algemene zuil
- Franse revolutie (politieke omwenteling) werd voorbereid, niet zomaar
ingeslagen

1

,!
- Vb.: Franse revolutie – periode van staatsterreur (jakobijnse terreur): mensen
gaan zich beroepen op de theorie van Rousseau om terreur te legitimeren
(<-> Rousseau = democraat)
o Hoe kan dit?
o Aanleiding in theorie Rousseau?
Aanleiding theorieën machtsbescherming vb.: checks and balances

1.5. Wat is rechtsfilosofie voor een vak?

 Hoe naar recht kijken?
 Verschil met juridische vakken? (METAFYSISCH VAK)
- Metafysisch: disciplines die vanaf een extern punt kijken naar recht vb.:
rechtsfilosofie, rechtsgeschiedenis;
zijn geen interne juridische vragen ;
= vragen van een hogere orde (vragen die men in het recht niet kan
beoordelen , bv. welke invloed oefent het recht uit op mensen, hoe werkt het
recht in de praktijk)
- Vb.: Welke straf voorziet het strafwetboek voor iets (bv. is euthanasie
strafbaar)? (strafrechtelijke vraag / een juridische benadering vraagt naar de
juridische oplossing voor een bepaald probleem. Men blijft binnen het recht)
- Vb.: Waarom worden mensen die een strafrechtelijke norm overschrijden
bestraft (moet euthanasie bestraft worden, omdat het moreel verwerpelijk
is?; heeft het zin euthanasie te bestraffen, is de regelgeving effectief…)?
(strafrechtelijke filosofische vraag)

1.6. Moet recht een bepaald doel/nut voor ogen hebben (vb.: re-
integratie) of moet het vergelden?

 Filosofen die maatschappelijk nut (en gevolgen) centraal stellen = utilitaristen
(Bentham, Beccaria, Mill…)
- Zeggen wanneer een bepaalde straf niet werkt manieren in de plaats die
beter zijn.
- Zijn geen dogmatici (letterlijk)
 Antipode utilitaristen (verschillende gradaties en subcategorieën; kritiek). Nemen
stelling in dat niet alles moet beoordeeld worden ifv nut maar zeggen dat er absolute
morele principes zijn.

1.7. Geen pasklaar antwoord op rechtsfilosofische discussies

 Verschillende meningen en invalshoeken
- Vb.: “Oog om oog, tand om tand” (volgens deze stelling moet vergelding
plaatsvinden): theorie is tot op vandaag relevant
- Vb.: Hoe worden straffen gerechtvaardigd?
 Metafysische vragen kunnen niet beantwoord worden met feiten, het zijn
normatieve vragen (niet met wetenschappelijk onderzoek)


2

, -Bepaalde argumenten voor en tegen, deze vragen kan je niet beantwoorden
door louter descriptief te beschrijven.
- Het gaat er niet om een wetenschappelijke beschrijving of verklaring te geven
van de werkelijkheid maar aan te geven wat men belangrijk vindt en waarom.
- Filosofie heeft meer affiniteit met kunst (visie p de wereld) dan met
wetenschap (beschrijven van de wereld)
 Om te kunnen beantwoorden moet je kijken naar mensopvattingen en maatschappij
- Filosoferen = problematiseren, expliciet maken van verzwegen
veronderstellingen, grondslagen zoeken.
- Rechtsfilosofen gaan op zoek naar de grondslag van recht. Bv. op grond van
welk criterium kunnen wij juridische regels onderscheiden van niet-juridische
regels.

1.8. Kenmerkend voor rechtsfilosofische problemen

 Evolutief
 MAAR, sommige oude theorieën (voorchristelijke oudheid: Plato, Aristoteles…) raken
niet voorbijgestreefd/achterhaald, ze zijn nog relevant (sommige aspecten van hun
theorieën wel niet meer)
- Vb.: Thomas van Aquino, schilderijen van Picasso (zie vgl daarnet schilderijen
van Picasso zijn niet persé beter dan deze van Monet. Er is hier geen lineaire
vooruitgang of accumulatie van kennis zoals in de wetenschap)…
- Verschillende perspectieven op de werkelijkheid

1.9. Actualiteit (discussies)

 Vb.: Scheiding der machten: Jambon, Abdeslam
- Evenwicht, geen strikte scheiding (kan tot discussies leiden)
 Vb.: Primaat van het politieke (primaat van UM en WM)
- Leidt tot discussies en je begrijpt het beter met rechtsfilosofische kennis

“ De beste jurist is de jurist die van tijd tot tijd buiten het recht kan springen om zijn activiteit
en deze van de medejuristen aan een kritisch ook te onderwerpen”




3

, 2. Modernisering en functionele differentiatie van de
maatschappij in relatief autonome deelsystemen (RAD) (NIET
IN BOEK)

 Theorie is van Luhmann
 Maatschappelijke deelsystemen/subsystemen zoals politiek, recht, economie,
wetenschap, kunst, moraal (universele consensus)…
 Ten gevolge van het moderniseringsproces zijn die deelsystemen zich van elkaar gaan
differentiëren (gaat gepaard met professionalisering en specialisatie)
 Autonome deelsystemen: ze vervullen maatschappelijke verschillende functies
- Vb.: wat moreel wenselijk is, is niet altijd economisch rendabel en andersom
(vb.: wapenhandel)
- Vb.: wat juridisch niet verboden is, is soms moreel verwerpelijk (vb.: legale
seksindustrie)
- Vb.: wat voor de wetenschap waar is, is soms een godslasterlijke leugen (zie
darwinisme/ neo-darwinisme met de evolutieleer tov scheppingsverhalen)
- Vb.: bij godsdienst bevatten sommige boeken (bijbel…) de absolute waarheid,
bij de wetenschap blijken dat zinloze uitspraken te zijn
o Dit resulteert in verschillende soorten waarheidsbegrippen
 Voor het moderne (voormoderne samenleving) was er maar één overkoepelend
(betekenis-)systeem (vb.: mythe, godsdienst…)
- Heeft gevolgen voor de deelsystemen (recht, economie…)
o Waarheid wetenschap wordt zo mee bepaald door de godsdienst (vb.:
ketterijen bestrijden)
o Religieuze norm = waarheid -> discussies (bv. veroordelingen Galilei,
Giordano Bruno heliocentrisme)
o Sanctiesystemen van recht zijn geënt op de primauteit van de
godsdienst
- Vandaag bestaat dit niet meer, enkel fundamentalisten loochenen dit, maar
zij zijn in de minderheid. Criteria voor wat wetenschappelijk geldig is worden
in de wetenschap bedacht en niet in de godsdienst.Het recht wordt een
relatief autonoom systeem. Dit normenstelsel gaat relatief autonoom
functioneren (functioneert conform eigen normen binnen dat systeem).
 Luhmann: AUTOPOIESIS1 = voortdurende interactie met zaken uit eigen systemen
- Er is sprake van OPERATIONELE GESLOTENHEID. Elk systeem bepaalt zelf
welke regels er worden toegepast/gegenereerd (circulariteit)
- Het systeem is niet volledig gesloten (geen black box), interactie is wel
mogelijk, COGNITIEF OPEN (semi-permeabel; doorsijpelen; juridische
zelfreferentialiteit) (vernieuwing (door te vertalen naar het recht) is mogelijk
door impulsen vanuit andere autonome deelsystemen vb.: moraal en recht).
De regels uit de andere systemen worden met de eigen code van het recht
gehercodeerd




1
Zelfproductie / zelsorganisatie

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Ruptrs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,36
  • (0)
  Ajouter