KLINISCHE PSYCHIATRIE
Examen: meerkeuzevragen (met correctie): één van de vier antwoorden is juist
MODULE 1: SCHIZOFRENIE-SPECTRUM EN ANDERE PSYCHOTISCHE
STOORNISSEN
INLEIDING
“Schizofrenie-spectrum en andere psychotische stoornissen” is de officiële terminologie
voor groep van stoornissen=> we baseren ons hiervoor op de DSM
- Let op het woord “schizofrenie-spectrum”: er zijn een aantal gradaties waar we de
patiënten op kunnen plaatsen
HISTORISCH OVERZICHT
Een kort historisch overzicht is belangrijk omdat dit de basis vormt om de moderne
psychose-zorg beter in kaart te brengen=> we onderscheiden 3 groepen:
1) Aspecifieke of obsolete bewaring
2) Specifieke bewaring
3) “Psychosenzorg”
DE ASPECIFIEKE BEWARING
Hier heerst een enorm stigma op mensen met psychotische beelden: men ging mensen
bewaren in pest- en dolhuizen: mensen met dolligheid/gekheid werden opgesloten,
heel hun leven lang, samen met mensen met de pest
- Doel = maatschappij beschermen tegen pest en andere waanziekten
o 1539: “tot Eeuwige dagen in gevangenis geketent ende versekert te
worden” => je werd levenslang opgesloten
o 1593: wedde: 3 ponden en 20 schellingen “om miserabele
crancksinnische” personen onderdak te geven (+ per week 30 schellingen
per patiënt) => iedereen kon baas zijn van zo’n pest en dolhuis
Van zorg was er geen sprake, het was ze ergens
vasthouden/vastbinden
DE SPECIFIEKE BEWARING: “ASYLUM”
In de UK kwamen er aantal assielen specifiek voor mensen met een psychiatrisch
ziektebeeld, maar nog steeds met het doel de maatschappij te beschermen
- Eerste instelling: “Bedlam” (St Bethlem’s Hospital London)
o Aanvankelijk werd gekte gezien als straf voor “immoraliteit”: immoreel
gedrag stellen zorgt ervoor dat je ziek bent (je bent ervoor gestraft en
daarom ben je ziek)
o Later (1700): “patients”; deze term wordt voor het eerst gebruikt
o De organisatie van het asiel bestond uit 2 groepen(1734): de curables (die
nog konden genezen worden) en de incurable (die dat niet meer te
genezen waren)
1
, - In dat Asylum (ze noemden het zelf het ziekenhuis) konden mensen op bezoek
gaan: je kon gaan bekijken hoe mensen geweld en seksueel overschrijdend
gedrag vertoonden
o Als bezoeker kon je zelf een lange stok meenemen om die mensen zo wat
aan te porren=> 96 000 bezoekers per jaar
- Hier was dus nog steeds zeer weinig zorg aanwezig voor de mensen
PSYCHOSENZORG
Hier kwam voor het eerst de zorg voor patiënten boven het doel van het beschermen van
de maatschappij te staan! => Gent heeft hierin een belangrijke rol gespeeld (Guislain)
Oorspronkelijk: (Levenslang) Residentieel verblijf in de psychosenzorg:
- Levenslang: je bleef daar dus tot je dood ging
o Je werd er in opgesloten door een arts of door de burgemeester van de
gemeente of stad die overlast ervaarde in de omgeving
o Er werd daar wel voor je gezorgd
- Men kende de ziekte niet (vooral schizofrenie, de psychose) en daarom ging men
mensen vooral bezigheidstherapieën aanbieden: koude baden, ergortherapie,
bewegingstherapie…
- Nadelen:
o Het was geen effectieve behandeling (wel levenslange zorg)
Schizofrenie begint vaak op leeftijd 18: als je daar niks aan doet
verandert daar weinig aan tot je ouder werd en het wat afzwakt
o “Aangeleerde afhankelijkheid”: alles werd voor jou geregeld en gepland
(maar schizofrenie tast niet je hersenen/intelligentie aan)
o Verlies aan gezonde mentale capaciteiten en coping skills: mede door de
aangeleerde afhankelijkheid
Voorbeelden van therapieën in dat residentieel verblijf:
1. De draaistoel: men dacht iemand met een psychiatrische ziekte was verkeerd
opgedraaid
2. Artificial hibernation: men stelde vast dat mensen met psychotische stoornissen
vaak agressief gedrag stellen:
o in Canada had men een grote bruine dier die levensgevaarlijk) was,
opvallend was dat hij niet gevaarlijk was in de winter, want hij overwinterde
(door de temperatuur naar beneden ging): men dacht mochten we ook de
patiënten eens in een bad stoppen met ijswater en ijsblokken waarin
mensen rustig werden en men dacht dat ze zo minder last van agressie
zouden hebben
o Dit gebeurde tot 1950
SYMPTOMEN
Opmerking: er is een duidelijk verschil tussen “psychotische symptomen” en
“psychotische stoornissen”
- Psychotische symptomen komen meestal voor bij psychotische stoornissen maar
kunnen ook voorkomen bij stemmingsstoornissen, middelenmisbruik,
persoonlijkheidsstoornissen, dementie,...
2
, o Een symptoom is dus iets anders als een stoornis: schizofrenie is de
prototypiche psychotische stoornis (het is dus één van de psychotische
stoornissen): deze bespreken we hier verder
Al deze verschillende stoornissen kunnen dus psychotische symptomen hebben
- Merk ook de overlap tussen schizofrenie en andere psychotische stoornissen en …
o Bipolaire stoornissen
o Depressieve stoornissen
o Middelen-gerelateerde stoornissen
- Samenvattend:
o De pathologie: schizofrenie en psychotische stoornissen
o Het kernsymptoom: psychotische stoornissen
o De behandeling: anti psychotica
VIJF SYMPTOOMDOMEINEN
Binnen schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen spreken we van
afwijkingen in een of meer van de volgende 5 symptoomdomeinen:
- Belangrijk onderscheid
tussen positieve symptomen (er komt iets bij het gedrag) en negatieve
symptomen (er valt iets weg bij het gedrag)
o Belangrijk te realiseren bij psycho-educatie dat de term ‘positieve
symptomen niet zo begrepen wordt door de familie of de patiënt (ze zien
het niet positief), je kunt dit dus niet zomaar aan patiënten zeggen want dit
wordt verkeerd begrepen
“Positieve symptomen”: het is een plus
- = symptomen die iemand anders niet heeft: “ze zijn erbij gekomen”
o vb. Wanen, hallucinaties, gedesorganiseerd denken (valt allemaal onder
afwijkend gedrag)
- Biochemie (=we weten wat er in de hersenen zou foutlopen): teveel aan dopamine
in het (meso)limbisch systeem (het diepe systeem) van de hersenen
3
, Op de hersenen in kaart gebracht:
- We zien twee gebieden: het (Meso)limbisch systeem (deze ligt vanbinnen in en is
ons oude hersensysteem) en frontaal (mesocorticaal)
- De positieve symptomen: in het lymbisch systeem zullen we een teveel aan
dopamine opmerken
WANEN
Belangrijk: verschil tussen denkstoornis en hallucinaties!!
- Wanen = een denkstoornis, vaststaande overtuigingen die niet vatbaar zijn voor
feiten die ermee in tegenspraak zijn
o Bijv. stel dat de prof denkt ‘ik denk dat jullie geen studenten zijn, maar me
hier komen controleren om te focussen op wat ik verkeerd zeg om me te
onstlaan’,
o Het is een vastaande overtuiging: zelf als je je studentenkaart toont ga ik
het niet geloven => dit is het moeilijkste om om te gaan met mensen met
een psychotische stoornis, de patient is rotsvast overtuigd
- Het is niet passend binnen een cultuur of religie
o Bijv. als iemand geloofd in Voodoo: dat je een prik in je pop pijn in de buik
geeft bij een vriend, gaan we geen psychose noemen omdat dat in de
cultuur vervat zit
- Zelden heeft de patiënt inzicht in zijn wanen : ze zullen ook nooit hulp vragen,
eerder hulp weigeren
o ‘ik ben niet ziek’, al die anderen zijn ziek: dit maakt het moeilijk om hier
klinisch mee om te gaan
Meest frequent voorkomende wanen: het is vaak de angst dat zal leiden tot agressie!
1) Achtervolgingswanen (Paranoïde wanen)
- = Iemand heeft de overtuiging dat hem of haar kwaad zal worden berokkend, dat
hij of zij zal worden aangevallen, door een persoon, organisatie of andere groep
mensen
- Meest voorkomende waan
- Wordt als zeer bedreigend ervaren (‘er is een complot tegen mij’)
- Vb. Film Hugo en Linda: Hugo denkt dat zijn moeder lid is van een geheime dienst
en hem iets wil aandoen
2) Betrekkingswanen
- = Iemand heeft de overtuiging dat bepaalde gebaren, opmerkingen, signalen uit
de omgeving enzovoort aan de betrokkene zelf gericht zijn
- Vb. Film Hugo en Linda: Boodschap op TV is specifiek naar Hugo gericht
Minder frequent voorkomende wanen:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Studentjepedagogie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.