Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Politiewezen & Criminologie €10,99   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting Politiewezen & Criminologie

2 revues
 268 vues  8 fois vendu

In deze samenvatting krijgt u een volledig beeld van de cursus met voorbeelden. De cursus zelf is vrij chaotisch opgebouwd en dat heb ik met deze samenvatting trachten verhelpen. Ikzelf heb hiermee een 17/20 behaald.

Aperçu 5 sur 90  pages

  • 2 septembre 2019
  • 90
  • 2018/2019
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)

2  revues

review-writer-avatar

Par: s094927 • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: amberwaterschoot • 5 année de cela

Traduit par Google

That's fine! Very structured, sufficient to pass the exam.

avatar-seller
steffbols
POLITIEWEZEN
1 Bespreking van de voormalige reguliere Belgische politiediensten in
historisch perspectief

1.1 Voorbeschouwing

De 1e sporen van de politie vinden we terug in de oudheid. Het stamt namelijk af van het
Griekse “politeia” (=burgerrecht, staatsbestuur of staatsregeling).

18e eeuw: Politie staat voor regering of staatsbestuur.

Vandaag de dag slaat het begrip politie op:
̵ Politietaak of politiezorg
̵ Politie-instituut
̵ Politie als sociale groep


1.2 Tijdsperiode van de 3 voormalige Belgische politiediensten van 1794-
1992

GEMEENTEPOLITIE

Tijdsperiode van 1794 – 1830

Het Belgisch politiebestel heeft nog lang de sporen gedragen van de Franse bezetting. In 1794
werd België ingelijfd bij Frankrijk en golden er organisatorische regels over het politiebestel.

De Franse overheersing wordt ingedeeld in 2 tijdsvakken:
̵ De dictatuur van de burgerlijke directoire
̵ Militaire Napoleontische regime

In 1795 werden ons ‘land’ ingedeeld in departementen, kantons en gemeenten. Ieder
departement keek toe op de politie en bestond uit 3-6 gerechtelijke arrondissementen met een
commissaris.

Wetboek der Overtredingen en Straffen (1795): Dit is de oorsprong voor het onderscheid
tussen administratieve (bestuurlijke) en gerechtelijke politie.
 De bedienaars van de gerechtelijke politie waren onder meer politiecommissarissen,
veld- en boswachters.

In dit tijdsbestek zijn er 5 belangrijke decreten!
1) Decreet van 1789 inzake de inrichting van municipaliteiten
➔ Zij stond in voor de voorkoming van misdrijven, de goede orde alsook de
reinheid, gezondheid, veiligheid en rust in de straten, openbare plaatsen en
gebouwen.



Steff Bols – 3 RPCJP 1

, 2) Decreet van 23 februari 1790
➔ Dit decreet was bedoeld om de gemeenten te dwingen effectief op te treden
tegen ordeverstoringen. Iedere gemeente is verantwoordelijk voor de schade
die hierdoor werd aangericht.
3) Decreet van 16-24 augustus 1790 betreffende de rechterlijke inrichting
➔ Preciseerde wat een goede politie in de gemeenten inhield.
4) Decreet van 19 juli 1791
➔ De “police municipale” had de opdracht de orde te verzekeren in iedere plaats.
5) Decreet van 26 juli en 3 augustus 1791
➔ Handelde over de opvordering van de openbare macht tegen
samenscholingen.

Franse wet uit 1795:
o Landelijke gemeente: veldwachter
o Gemeente +5000 inwoners: politiecommissaris
o Steden +100.000 inwoners: commissaris-generaal van politie

Op 1 augustus 1814 kwam de macht over de Zuidelijke Nederlanden toe aan Koning Willem I
van Nederland. Nochtans wijzigde het Napoleontisch stelsel bij ons nauwelijks.

De gemeentelijke autonomie werd aanvankelijk hersteld en de gemeenten mochten hun eigen
politieambtenaren voorstellen. Vanaf 1825 wijzigde dit door het feit dat burgemeester en
schepenen meer politiemacht kregen.



Tijdsperiode van 1830 – 1885

Op 26 september 1830 riep de Voorlopige regering de Belgische onafhankelijkheid uit. In 1831
werd de Belgische grondwet van kracht waarin het principe van de gemeentelijke autonomie
bleef behouden.

Gemeentewet van 30 maart 1836: Compromis tussen diegenen die een sterke centrale staat
wilden en diegenen die voorstander waren van de gemeentelijke autonomie.

In 1830 waren de burgerwachten van gemeentelijke en kantonnale aard, die bestonden uit
niet-politiemensen.

1831 ➔ België telde ongeveer 2736 gemeenten.

In 1842 werd de gemeentewet gewijzigd. Hierdoor kreeg de burgemeester de controle over
de lokale politie in plaats van het college van burgemeester en schepenen.

In 1848 bestond België maar uit 20 gemeenten met +20.000 inwoners en 50 met +10.000
inwoners zodat de lokale politie hoofdzakelijk uit veldwachters bestond.

In 1850 waren er pas gemeentepolitiekorpsen. Deze bestonden veelal uit gepensioneerde
militairen en oud-matrozen.


Steff Bols – 3 RPCJP 2

,In de zomer van 1851 gingen er al stemmen op om een eenheidspolitie te vormen per
gerechtelijk kanton waarvan een gendarmeriebrigade de leiding zou nemen. Dit voorstel van
de Minister van Oorlog Jacques kwam er niet door.

Het was vanaf 1871 dat magistraten zich openlijk beklaagden over de uitoefening van de
gerechtelijke politiefunctie van zowel de rijkswacht als de lokale politie die toen vaak overbelast
was met administratieve taken.
 Er rezen toen eveneens problemen met de beperkte territoriale bevoegdheid van de
OGP’s, want de criminaliteit overschreed hun werkingsgrenzen.

De gemeentepolitie van Brussel zette in 1872 een rechercheafdeling op die al vlug het
centrum van de misdaadbestrijding in België werd.
 Burgemeester Anspanch schafte deze afdeling in 1880 af omdat ze werkte voor de
staat op kosten van zijn gemeente. Hierdoor had hij geen controle over deze afdeling
en bijgevolg vormde dit een inbreuk op de gemeentelijke autonomie.

Kortom de kritiek van de gerechtelijke autoriteiten hield aan. Ze stelden dat burgemeester en
schepenen gerechtelijke bevoegdheden hadden, maar er niet toe bekwaam waren.



Tijdsperiode van 1886 – 1914

Deze periode werd gedomineerd door de arbeiderseisen en de wetgeving op het sociaal
verweer.
 Professionele verenigingen die ijverden voor de belangen van de politieman:
o 1884: Fédération des Commissaires et Officiers de Police Judiciaire du
Royaume
→ Morele kruisvader voor een beter loon, rekrutering en opleiding
→ Vervangen in 1909 door de Fédération Nationale des Commissaires et
Commissaires Adjoints de Police du Royaume
o 1901: Fédération Nationale des Fonctionaires Subalternes de la Police
Urbaines et Rurale
→ Eisen met betrekking tot werkomstandigheden en promotie

Stilaan verdwenen de burgerwachten door hun gebrek aan efficiëntie en de gemeentepolitie
schreed langzaam vooruit.

Code rurale van 14 oktober 1886
Elke gemeente moest tenminste 1 veldwachter aanstellen. Een omzendbrief uit ’86 zei dat
veldwachters zich moesten bezighouden met veldeigendommen. De handhaving van de orde
en rust in de gemeenten én de uitvoering van wetten en verordeningen was bijkomstig. De
tendens om politieopdrachten af te schuiven naar de gendarmeriekorpsen (omdat deze beter
uitgerust en efficiënter waren), werd erkend door de commissie over de landelijke politie van
1904.

In belangrijke gemeenten werden de gemeentepolitiekorpsen uitgebreid. In 115 gemeenten
was er een politiecommissaris voorzien. In kleine gemeenten was er helemaal geen politie en


Steff Bols – 3 RPCJP 3

,werd ze waargenomen door de politie zelf. In grote gemeenten sprong de specialistische
tendens in het oog.

De meest opvallende ontwikkeling was de groeiende invloed van de burgemeester op de
politie: in geval van oproer kon de gemeentepolitie niet adequaat reageren; de burgemeester
kon dan enkel de rijkswacht kon vorderen. Rond deze periode werd ook aandacht besteed aan
de gebrekkige opleiding van de gemeentelijke politie.

Al deze argumenten deden de discussie weer oplaaien om de gemeentepolitie te
reorganiseren. In de commissie van de landelijke politie gingen wederom stemmen op om een
kantonnale of nationale politie op te richten.

Om de verzuchtingen voor de oprichting van een nationaal gerechtelijk politiekorps de kop in
te drukken, werd voorgesteld rechercheurs in te lijven bij de gemeentelijke politie MITS
financiering van de staat.

Tijdens een congres van de commissarissen en adjunct-commissarissen van België in 1908
werd in dit verband geijverd voor de benoeming van kantonnale politiecommissarissen en
staatssubsidies voor de arbeid die de staat aanbelangt. De nationale Federatie van
commissarissen en adjunct-commissarissen drong aan op een intercommunale politie.

Kortom vreesde men voor de gemeentelijke autonomie met zulke gecentraliseerde en
in handen van de staat geconcentreerde politiedienst. Desondanks dat tal van nationale
diensten werden opgericht omdat de gemeentelijke te kort schoten (bv. inspectiediensten).

1910 ➔ Samenwerking door de politie met privébewakingsdiensten



Tijdsperiode van 1918 – 1940

Deze periode werd gekenmerkt door een versterking van een nationaal en gemilitariseerd
politiebestel waarbij de gemeentepolitie het weeskindje bleef.
 Voorbeelden:
o Landelijke politie die in 1924 haar nieuwe wet ter herinrichting kreeg;
o Inkrimping van de gemeentelijke autonomie door oprichting van de Algemene
Rijkspolitie op 25 juni 1934

Bij de wijziging van de gemeentewet van 27 mei 1921 werd het gezag over de politie aan een
schepen toevertrouwd wanneer een vrouw als burgemeester aantrad. Weliswaar werd de
greep van de burgemeester iets losser bij de wetswijziging van 1932.

Jaarlijks diende de aanstelling van hoofdcommissaris door de gouverneur te gebeuren en
politiecommissarissen moesten voortaan in het bezit zijn van een brevet dat werd overhandigd
na het slagen in een bekwaamheidsproef.

Er kan echter gesteld worden dat de taak van de gemeentepolitie niet gemakkelijk was:
1) Zij zat geklemd tussen enerzijds de gemeenteraad en anderzijds de burgemeester.
2) De hogere overheid keek niet naar haar om waardoor ze geïsoleerd geraakte.

Steff Bols – 3 RPCJP 4

, 3) Er was een slechte scholing en van een samenwerking tussen gemeentepolitiekorpsen
was zelfs geen sprake.


= DE TOL DIE BETAALD MOEST WORDEN VOOR DE GEMEENTELIJKE AUTONOMIE


In 1922 begon het “Belgisch Politieverbond”, dat voornamelijk uit gewone politielui bestond,
zich te organiseren. Dit leidde tot het Nationaal Syndicaat van de Belgische Politie (NSBP).



Tijdsperiode van 1940 – 1945

Na de rijkswacht werd ook de gemeentepolitie aangepakt door de bezetter. Deze taak trok
Gerard Romsée, gouverneur van Limburg, naar zich toe. Hij promoveerde tot secretaris-
generaal op het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Volgens hem was de gemeentepolitie een
samenraapsel van willekeurig gerekruteerde en geschoolde personen.
 DOEL: Gemeentepolitie uniformiseren en centraliseren

Er werd veel aandacht besteed aan de rekrutering in deze periode. Politieagenten die al
benoemd waren, maar die jonger waren dan 41 jaar, moesten een vervolmakingscursus
volgen. Voor politieofficieren onder de 41 jaar was er een verplichte aanvullende cursus. Deze
school was verbonden aan de rijkswachtschool in Tervuren.

De bezetter vormde in 1941-42 grote agglomeraties waardoor nieuwe commissarissen konden
worden benoemd.



Tijdsperiode van 1945 – 1959

De sociaal-economische heropbloei stond centraal in dit tijdsbeeld met onder meer de
koningskwestie en een bedrijvige Veiligheid van de Staat.

De Besluitwet van 30 augustus 1944 maakte een einde aan de grote agglomeraties. Tevens
valt in deze periode geen enkele nationale wetgeving te bespeuren betreffende de
gemeentepolitie.

In januari 1952 en 1954 richtte de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken een commissie
op die een “onderzoek der vraagstukken” over de politie moest doen. Haar verslag werd in
april van dat laatste jaartal neergelegd. Het eerste aandachtspunt betrof de vorming en de
gebrekkige rekrutering. De commissie was voorstander van 1 opleidingscentrum per
provincie en vond ook dat er meer contact moest zijn tussen Binnenlandse Zaken en Justitie
(=de 2 voogdijinstanties).

Minister van Binnenlandse Zaken P. Vermeylen pleitte in 1957 voor een wet op de
gemeentepolitie cfr. de wet op de rijkswacht. Echter was hiervoor in het parlement weinig
belangstelling. Zelfs beroepsorganisaties zoals de Nationale Federatie van Commissarissen


Steff Bols – 3 RPCJP 5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur steffbols. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,99  8x  vendu
  • (2)
  Ajouter