Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Psychiatrie, een inleiding - Klinische Psychologie - Hele boek! €5,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Psychiatrie, een inleiding - Klinische Psychologie - Hele boek!

 12 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Deze samenvatting is gebaseerd op het volledige boek 'Psychiatrie een inleiding'. Hoofdstuk 1 t/m 14. Elk hoofdstuk is zorgvuldig samengevat, inclusief alle belangrijke begrippen, theorieën, behandelmethoden, etc.

Aperçu 4 sur 48  pages

  • Oui
  • 4 juillet 2024
  • 48
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting Psychiatrie een
inleiding
HBO Bachelor Toegepaste Psychologie
Vak: Klinische Psychologie

,H1 INTRODUCTIE
Psychopathologie: deelgebied van de psychiatrie en psychologie die zich bezig houdt met
het beschrijven van psychische stoornissen, oorzaken en behandelingen.
Psychiatrie: medisch specialisme dat zich richt op diagnostiek en behandeling van
psychische stoornissen.
Klinische psychologie: beschrijving van oorzaken en behandeling van psychische
stoornissen om geestelijk welzijn te bevorderen.
Psycholoog: iemand die een universitaire studie psychologie heeft voltooid.
Gz-psycholoog: psycholoog die na zijn studie een aanvullende opleiding heeft gevolgd en in
het BIG-register is ingeschreven. Ook bevoegd om te diagnosticeren en behandelen van
psychische stoornissen.
Psychotherapeut: na studie psychologie/geneeskunde een vervolgopleiding gedaan:
psychotherapeutische behandeling + BIG-register.
Psychiater: studie geneeskunde + vervolgopleiding diagnosticeren en behandelen van
psychische stoornissen + medicatie voorschrijven.
Psychische stoornis: het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat
wordt gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren van (persoonlijk) lijden.
Symptoom: specifieke kenmerken/eigenschappen die passen bij een bepaalde psychische
stoornis.
Criteria afwijkend gedrag:
1. Uitzonderlijk: gedrag wat als ‘afwijkend’ of ‘abnormaal’ wordt omschreven.
2. Sociaal afwijkend: gedrag wat afwijkt van de normen (maatstaven) van een
samenleving/cultuur.
3. Foute perceptie/interpretatie van realiteit: als onze zintuigen en cognitieve processen
geen accurate mentale representatie van onze omgeving geven.
4. Aanzienlijk emotioneel lijden: persoonlijk lijden als gevolg van problematische
emoties als angst en depressie.
5. Ongepast/contraproductief gedrag: gedrag dat geen bevrediging, maar onprettige
gevoelens oproept.
6. Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen.

,H2 VISIES OP AFWIJKEND GEDRAG EN
BEHANDELMETHODEN
Biologische perspectief: biologische processen en hersenstructuren spelen een rol in veel
patronen van afwijkend gedrag. Er is een verband tussen tal van psychische stoornissen en
een verstoorde werking van neurotransmitters of onderliggende afwijkingen in de hersenen.
Bij de meeste stoornissen is er sprake van een interactie tussen biologische factoren en
omgevingsfactoren. Er wordt onderzocht of een combinatie van psychotherapie en medicatie
effectiever is dan de behandelingen afzonderlijk.
Psychologische perspectief: verklaart het ontstaan van afwijkende emoties, gedachten en
gedrag, vanuit verschillende modellen:
 Psychodynamische modellen: het uitgangspunt van Freuds psychoanalytische
theorie is het idee dat psychologische problemen worden aangestuurd door onbewuste
motieven en conflicten die terug zijn te voeren op onze kindertijd.
- Bewuste: deel van de geest dat overeenkomt met wat op dit moment onder onze
aandacht is.
- Voorbewuste: deel van de geest waarvan de inhoud buiten het huidige bewustzijn
ligt, maar waar we ons van bewust kunnen worden als we onze aandacht er op
richten.
- Onbewuste: het deel van de geest dat buiten ons bereik van het normale
bewustzijn ligt en onze instinctieve drijfveren bevat.
- Id: onbewuste psychische structuur die onze primitieve instincten bevat en die
wordt aangestuurd door het lust principe. Is van de geboorte aanwezig.
- Lustprincipe: het principe dat het id aanstuurt en dat directe behoeftebevrediging
wenst.
- Ego: psychische structuur die overeenkomt met het concept van het zelf, werkt
volgens het realiteitsprincipe en is in staat om frustratie te tolereren. Dit onderdeel
van de psychische structuur ontwikkelt zich tijdens het eerste levensjaar.
- Realiteitsprincipe: het principe dat het ego aanstuurt, dat rekening houdt met
sociale acceptatie en praktische overwegingen.
- Superego: de psychische structuur die de normen van ouders en belangrijke
anderen internaliseert en die functioneert als moreel geweten. Zo rond de leeftijd
van vier ontwikkeld dit derde onderdeel van de psychische structuur.
- Afweermechanisme: volgens Freud strategieën om de realiteit te vervormen, door
het ego gebruikt om het zelf te beschermen tegen het bewustzijn van
angstaanjagende zaken.
- Fixatie: volgens Freud een cluster van persoonlijkheidstrekken die samenhangen
met een bepaald stadium van psychoseksuele ontwikkeling als gevolg van te veel
of te weinig bevrediging in dat stadium.
- Archetypen: primitieve beelden of concepten in ons collectieve onbewuste.
Egopsychologie: moderne psychodynamische benadering die zich meer richt op het bewuste
streven van het ego dan op de veronderstelde onbewuste functies van het id.

, Objectrelatietheorie: psychodynamische visie die de nadruk legt op de invloeden van
geïnternaliseerde representaties van de persoonlijkheden van ouders en andere mensen aan
wie het kind zich sterk heeft gehecht.
Hechtingstheorie: psychodynamische visie waarbij interactie tussen kind en omgeving
bepalend wordt geacht voor de wijze waarop een kind zich emotioneel en cognitief vormt.


 Leermodellen:
- Behaviorisme: psychologische school die psychologie definieert als de studie van
observeerbaar gedrag. Legt de nadruk op de rol van het leren bij het verklaren van
zowel normaal als afwijkend gedrag.
- Sociaal-cognitieve leertheorie: op leren gebaseerde theorie die de nadruk legt op
leren door observatie en die ervan uitgaat dat gedrag zowel door situationele als
door cognitieve variabelen wordt bepaald.

 Cognitieve modellen: bestuderen cognities (gedachten, opvattingen, verwachtingen
en attitudes), die gepaard gaan met afwijkend gedrag.

 Humanistische modellen: ze leggen de nadruk op de persoonlijke vrijheid van een
individu die bewuste keuzes maken die hun leven een doel en een betekenis geven.


Sociaal culturele perspectief: de rol die maatschappelijke fenomenen als armoede, racisme
en langdurige werkloosheid spelen in het ontstaan van afwijkend gedrag. Relaties tussen
afwijkend gedrag en etniciteit, gender, cultuur en sociaal economische klasse.
Biopsychosociaal perspectief: interacties tussen biologische, psychologische en sociaal-
culture factoren in de ontwikkeling van afwijkend gedrag.
Diathese stressmodel: model dat gebaseerd is op het idee dat afwijkend gedrag te maken
heeft met de interactie tussen kwetsbaarheid of aanleg, en stressvolle en ingrijpende
levensgebeurtenissen.
Diathese: kwetsbaarheid of aanleg voor een specifieke stoornis.


Behandelmethoden:
 Psychotherapie: gestructureerde vorm van psychologische behandeling op basis van
een psychologisch denkmodel. De behandeling bestaat uit een of meer gesprekken op
behandelsessies tussen een patiënt en therapeut.
 Humanistische therapie: richt zich op subjectieve, bewuste ervaringen van de cliënt.
Belangrijkste vorm is persoonsgerichte therapie: het opbouwen van een warme,
accepterende therapeutische relatie die de cliënt ruimte geeft om zichzelf te
exploreren en te accepteren.
 Gedragstherapie: therapeutische toepassing van op leren gebaseerde technieken. Het
accent ligt op het veranderen van gedrag en niet op het veranderen van
persoonlijkheid of op het diep graven in het verleden. Gedragstherapie duurt relatief

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dorithdenouden00. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72964 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,39  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter