Dit document bevat eigen antwoorden op alle open vragen van het vak Stelselmatige fysiologie. Ik heb voor het examen zelf een 18/20 gehaald. Veel succes met de examens :)
Inhoud
Deel I : zenuwstelsel ................................................................................................................2
Hoofdstuk 1 : organisatie ....................................................................................................2
Hoofdstuk 2 : synaptische transmissie ...............................................................................4
Hoofdstuk 3 : autonoom zenuwstelsel ...............................................................................7
Hoofdstuk 4 : zintuigen .......................................................................................................9
Hoofdstuk 5 : reflexen....................................................................................................... 12
Deel II : Cardiovasculair systeem ........................................................................................... 13
Hoofdstuk 6 : organisatie cardiovasculair systeem .......................................................... 13
Hoofdstuk 7 : elektrocardiogram ...................................................................................... 17
Hoofdstuk 8 : pomp functie van het hart ............................................................................. 19
Hoofdstuk 9 : regulatie BD en CO........................................................................................ 21
DEEL III : Longen .................................................................................................................... 24
Hoofdstuk 10 : mechanisme van ventilatie .......................................................................... 24
Hoofdstuk 11 : gasuitwisseling ........................................................................................... 26
Hoofdstuk 12 : ventilatie/perfusie ratio : .............................................................................. 29
Deel IV : urinair systeem ........................................................................................................ 31
Hoofdstuk 13 : organisatie urinair systeem .......................................................................... 31
Hoofdstuk 14 : GFR en RBF ................................................................................................. 32
Hoofdstuk 15 : Na transport in nieren .................................................................................. 35
Hoofdstuk 16 : urine concentratie ....................................................................................... 36
Hoofdstuk 17 : controle zout-water balans : ........................................................................ 38
Hoofdstuk 18 : zuur-base balans ........................................................................................ 39
Deel V : gastro-intestinaal ...................................................................................................... 40
Hoofdstuk 19 : gastro-intestinaal stelsel ............................................................................. 40
Hoofdstuk 20 : galblaas en lever ......................................................................................... 42
Hoofdstuk 21 : pancreas .................................................................................................... 43
Hoofdstuk 22 : endocrien functie ........................................................................................ 45
Hoofdstuk 23 : metabolisme .............................................................................................. 48
1
,Deel I : zenuwstelsel
Hoofdstuk 1 : organisatie
1. Geef de onderverdeling van het menselijke zenuwstelsel en bespreek de morfologie
van een neuron (inclusief de basis classificatie van neuronen) en vermeld kort wat
gliacellen zijn.
Onderverdeling :
- CZS : diencephalon, telencephalon, ruggenmerg, cerebellum en hersenstam
- PZS : ganglia , efferente en afferente zenuwen
- AZS : voor interne organen, en verwerkt geen informatie zoals de andere delen
- CZS en PZS zijn verdeeld door BHB en 3 membranen : dura, pia en arachnoidea.
- Somatisch VS visceraal (interne organen)
Morfologie neuronen :
- Dendriet : bevat microtubuli en ER. Het geeft informatie door aan het cellichaam en
ontvangt chemische of elektrische signalen.
- Perikaryon : doet aan metabolisme en maakt de nodige eiwitten aan. verwerkt informatie
gedeeltelijk en geeft deze door. Ruimte rond kern
- Axon : geeft en verwerkt signaal door over lange afstand en bevat AIS
(ongemyeliniseerde) die een actiepotentiaal kan vuren. Het is gemyeliniseerd en bevat
knopen van Ranvier voor regeneratie. Bevat microtubuli en MAP
- Presynaptisch segment : ontvangt signaal van axon en zal zorgen voor doorgeven van
chemische of elektrisch signaal.
Classificatie neuronen :
- Dendriet : piramidaal en radiaal (aspiny of spiny : voor modulatie van synaptisch contact)
- Axonale projectie : interneuronen (in zelfde hersenregio) en projectieneuron
- Aantal procesessen : uni- , bi- en multipolair
Gliacellen :
Steuncellen die geen AP, synaptische potentiaal en axon bevatten. Onder deze heb je
microgliacellen (macrofagen in CZS), oligodendrocyten (myeline in CZS), schwanncellen
(myeline in CZS) en astrocyten (BHB en opslag glycogeen in CZS)
2. Bespreek ruimtelijke en tijdelijke sommatie van input signalen in dendrieten en
modulatie van AP vuur frequentie ter hoogte van axon initieel segment.
Sommatie :
- Ruimtelijke : optellen van signaal (EPSP) van verschillende synapsen/neuronen die in
een dendriet toekomen. Elke synaptische input levert een kleine depolarisatie op. Als de
som van deze depolarisaties voldoende is om drempelwaarde te bereiken, kan een AP
worden geïnitieerd in het cellichaam van het neuron.
- Tijdelijke : wanneer een dendriet herhaaldelijk input (EPSP) ontvangt van dezelfde
synaps. De depolarisatie van elke individuele synaptische input kan opbouwen. Als de
cumulatieve depolarisatie voldoende is om de drempelwaarde te bereiken, kan dit ook
leiden tot het initiëren van een actiepotentiaal in het cellichaam.
2
,Modulatie van AP vuur frequentie :
De AP vuurfrequentie kan opgedreven worden maar tot een limiet door de absolute refractaire
periode. Dit is de tijd tussen AP waar een neuron geen nieuwe kan generen omdat de Na kanalen
moete recuperen en K kanalen moeten sluiten. Modulatie kan repetitief en adaptief. Repetitief
houd in dat refractaire periode zelfde blijft terwijl dat bij adaptief de refractaire periode toeneemt
door traag sluitende Kalium kanalen. Deze modulatie kan zorgen voor een andere patroon
signaal.
3
, Hoofdstuk 2 : synaptische transmissie
1. Verklaar dendritische spines (inclusief hun rol) en exciterende en inhiberende PSP
inclusief de ionotrope GABAa en glutamaat receptor.
Dendritische spines :
Dendritische spines zijn uitstulpingen op dendrieten die via onder andere calcium concentratie,
afhankelijk van de frequentie van de stimulatie, het aantal receptoren en hun post-synaptisch
membraan kunnen aanpassen. Deze plasticiteit van synapsen is essentieel voor leren en
geheugen.
Bij een hoge frequentie stimulatie zorgt dit voor activatie van NMDA receptoren en hoge
calciuminflux. Dit zijn ionotrope glutamaat receptoren. Dit resulteert in activatie van calcium-
calmoduline afhankelijke kinase die op zijn beurt zorgt voor fosforylering van receptoren-
eiwitten en meer actine-polymerisatie bij de spines. Dit allemaal door exocytose. De spine wordt
groter en bevat dan ook meer receptoren. Dit allemaal resulteert in long term potentiatie (LTP) of
het versterken van signaal in de spine (synaptische transmissie) en afhankelijk van de
receptoren zal dit inhibitie of activatie zijn.
Bij een lage frequentie stimulatie zorgt dit voor een matige calciuminflux en ook activatie van
NMDA receptoren. Dit activeert eiwit-fosfatasen die zorgen voor defosforylering van
receptoreiwitten en minder actine bij de spines door endocytose. Spine wordt kleiner en er zijn
minder receptoren aanwezig. Dit resulteert in long term depression (LTD). Hierdoor verzwakken
signalen in de spine die ook weer of te wel voor inhibitie of activatie zorgen afhankelijk van de
receptoren.
Deze variabiliteit van receptor-expressie en vorm van de spines betekent dat spines lokaal
geïsoleerde regio’s vormen op de dendrieten die de signaaloverdracht tussen de neuronen op
lange termijn kunnen beïnvloeden. Ook betekend dit dat er geen interferentie mogelijk is van
nabijgelegen synapsen. Dus de rol van spines houdt in om te helpen bij vorming van het
langetermijngeheugen in de hersenen via plasticiteit.
Post-synaptische potentiaal :
Bij signaaloverdracht tussen neuronen worden door vesikelfusie met het pre-synaptisch
membraan neurotransmitters vrijgesteld in de synaptische spleet. Deze neurotransmitters
kunnen binden met receptoren op het post-synaptisch membraan en afhankelijk van de
neurotransmitter en corresponderende receptor, zorgen voor een excitatorisch of inhibitorisch
post-synaptisch potentiaal (EPSP/IPSP)
Bij EPSP zijn de receptoren kationselectieve ionkanalen, wat betekent dat ze positieve ionen
zoals Natrium, Kalium en Calcium binnenlaten na binding van de receptor met
corresponderende neurotransmitter. Door het binnenlaten van positieve ionen wordt het post-
synaptisch membraan gedepolariseerd. Deze kationselectieve ionkanalen hebben een
evenwichtspotentiaal van 0 mV, wat betekent dat deze kation-influx zal doorgaan tot het
membraan een potentiaal van 0 mV bereikt. Dit betekent dat het post-synaptisch membraan
sterk genoeg zal depolariseren om een actiepotentiaal op te wekken, en dus voor
signaaltransmissie te zorgen.
Bij IPSP zijn de receptoren anionselectieve ionkanalen voor het chloride-anion. Dit betekent dat
deze ionkanalen, na binding van de receptor met corresponderende neurotransmitter, chloor
zullen binnenlaten in de cel. Hierdoor ervaart het post-synaptisch membraan hyperpolarisatie.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chaima2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.