Psychologie = de wetenschappelijke studie van het gedrag van de mentale activiteiten van een individu
Sociologie = onderzoekt het menselijk gedrag binnen een ruimere maatschappelijke context onderzoekt
- Letterlijk: de leer van de geest
- Menswetenschap (raakvlakken met de biologie)
- ‘gedrag’ in de ruime zin van het woord
- Functieleer
WETENSCHAPPELIJKE PSYCHOLOGIE EN INTUÏTIEVE MENSENKENNIS
Intuïtieve mensenkennis (gezond verstand) = vele inzichten die in de loop van ons leven ontstaan uit de talrijke
ervaringen die we opdoen met anderen en met onszelf
Wetenschappelijke psychologie baseert zich bij voorkeur op objectieve gegevens die systematisch
verzameld worden in gecontroleerde situaties. Daarin onderscheidt ze zich van de intuïtieve mensenkennis
Verschil tussen beiden:
1. Verschillen in het soort ervaringen waarop intuïtie en wetenschap zich baseren
Objectieve vaststellingen = objectieve gegevens van vaststellingen die uit feiten zelf voortvloeien
Systematische observaties = inzicht op basis v/e beperkt aantal waarnemingen
In gecontroleerde situaties = hierbij vind observatie plaats in een gecontroleerde situatie, zodat mogelijke
storende factoren uitgeschakeld worden
2. Verschillen in wijze waarop uit die gegevens algemene inzichten gehaald worden
Soort onderzoek Werkwijze Mogelijkheden en beperkingen
Beschrijvend Nauwkeurig beschrijven van het Kan interessante hypothesen
te onderzoeken fenomeen opleveren over mogelijke
oorzaken, maar blijft erg
subjectief
Verkennend Aan de hand van correlaties Kan enkel een verband aantonen,
nagaan in hoeverre verschillen in maar het blijft onduidelijk wat
de ene variabele samenhangen oorzaak is en wat gevolg
met verschillen in de andere
1
, variabele
Verklarend In een experiment zelf een Kan een oorzakelijk verband
verandering teweegbrengen in de aantonen tussen de
ene variabele en kijken naar wat onafhankelijke en de afhankelijke
dat teweegbrengt bij de andere variabele
Empirische cyclus (blz 27 in handboek)
GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
Zo oud als de mens zelf!
- Oudheid: filosofie hield zich bezig met psychologische kwesties zoals kennis/inzicht,…
- Middeleeuwen: weinig filosofie (en dus weinig psychologische thema’s) dit kwam door de invloed van
de kerk
- Verlichting: intrede humanisme = mens staat centraal + minder invloed kerk
VERDERE ONTWIKKELINGEN IN DE FILOSOFIE:
RATIONALISME (RENÉ DESCARTES)
Rationalisme = filosofische stroming waarbij denken/ratio centraal staat
o Methodische twijfel: enige zekerheid is dat je bestaat
o Onderscheid tussen Res cogitans (geest) – res extensa (lichaam)
= dieren hebben geen geest, enkel een lichaam terwijl wij dit wel hebben
o De rede (het denken) is de enige manier om tot kennis van de geest te komen
o Dualisme vloeide hier uit
EMPIRISME (JOHN LOCKE, FRANCIS BACON, JOHN STUART MILL)
Empirisme = filosofische stroming waarbij kennis voortkomt uit ervaring (denk aan de opgengesneden kikker)
o Kennis is macht
o Zintuigelijke waarneming (empirie)
o Denken vertroebelt de waarneming
o Tabula Rasa = idee dat mens is geboren als een ongeschreven blad, zonder
kennis/vaardigheden (dus GEEN aangeboren ideeën)
o Enige waar je zeker van kan zijn is wat je kan waarnemen
IMPULSEN VANUIT DE NATUURWETENSCHAPPEN:
Nieuwe ontdekkingen door wetenschap nieuwe vragen waar men vroeger nooit bij stil had gestaan
PSYCHOFYSICA
Psychofysica = wetenschap die het menselijk gedrag in wetten gieten
2
, o Bestaat niet meer!!!!
o Vb: wet van Weber (hoofdstuk 3)
PSYCHOLOGIE ALS ZELFSTANDIGE WETENSCHAP
Psyschologie als zelfstandige wetenschap In 1879!!!
o Wilhelm Wundt
o Eerste labo voor wetenschappelijke psychologie (in Leipzig)
o Vooral studie van waarneming
o Introductie van de experimentele psychologie
STRUCTURALISME (EDWARD TITCHENER, LEERLING V WUNDT)
o Scheikunde van de geest
o Introspectie (=in jezelf kijken) en experimenten
o Structuur van de geest analyseren
o Bestaat niet meer!! (door weinig inhoud + subjectiviteit)
FUNCTIONALISME (VERENIGDE STATEN)
Functionalisme = niet de structuur, maar de functie van het bewustzijn
o Werking (het functioneren) en het nut (de functie) ervan
o Mental activities = innerlijke leer- en denkprocessen die nodig zijn om problemen op te lossen
o Dierproeven (door evolutietheorie v Darwin werd bewezen dat dieren ook inteligent zijn)
GEMEENSCHAPPELIJK BIJ BEIDE STROMEN BESTUDEREN ALLEBEI HET BEWUSTZIJN + BESTAAN ALLEBEI NIET MEER
HEDENDAAGSE STROMINGEN
BEHAVIORISME (JOHN BROADUS WATSON, SKINNER,…)
Behaviorisme = kijkt naar het gedrag
o Empirisme: ‘je kan alleen zeker zijn van wat je kan zien’
Het enige waar je zeker van kan zijn is het gedrag (behavior)
GEEN BEWUSTZIJNSPSYCHOLOGIE!!
o Beschrijven van stimulus en reactie (S-R-verbindingen)
Vb: rat die weg vind in een doolhof door bij iedere bocht (S) telkens naar links of naar rechts af te
slaan (R°)
o Als behaviorist kan je niet zeggen dat iemand verdrietig is (kan je niet zien), je kan wel zeggen dat
iemand huilt
3
, O Conditioneringsprincipes (HOOFDSTUK 5)
o Uitwendig waarneembaar gedrag bestuderen
GESTALTPSYCHOLOGIE (WOLFGANG KÖHLER, KURT LEWIN)
Gestalpsychologie = het geheel bezit eigenschappen die de onderdelen niet bezitten
o Het geheel is meer dan de som van de delen
Vb: soep, sportploeg, hersenen, mayonaise,..
o Gestalt = een figuur, vorm, patroon (letterlijk)
o Een geheel dat niet te herleiden is tot een eenvoudige opstelling v/d delen waaruit het is
opgebouwd, maar eigen kenmerken vertoont die alleen terug te vinden zijn als geheel
o Vb Mayonaise: ontstaat niet door het eenvoudig samenvoegen van aparte moleculen
(ingrediënten), maar vanuit de specifieke interaties die deze met elkaar aangaan
Freud kwam met een psychoanalyse. Hij betekende veel voor de psychologie, maar je mag veel met een korrel
zout nemen bij hem vooral bij de ontwikkelingsfasen.
o GEEN BEWUSTZIJNPSYCHOLOGIE (enkel geïntresseerd in het onbewuste)
o Ontstaan vanuit de psychoanalyse (=therapie)
o 3 lagen in de menselijke geest: bewust, onderbewust & onbewust
o Verklaring voor gedrag in onbewuste motieven
o Dieptepsychologie verwijst ook naar andere theoriëen
Topografisch model:
Bewust = datgene waar je nu mee bezig bent
Onderbewust = je kennis, ervaringen die je redelijk makkelijk kan oproepen (moet er
eventjes over nadenken) vb: wat heb je gisteren gegeten?
ONBEWUST = een verdrongen pijnlijkke ervaring/trauma of taboe
is het belangrijkste volgens Freud
Uitlaatklep via:
o Dromen (onderzoekbaar via droomanalyse)
o Versprekingen
o Faalhandelingen: iets fout doen, maar je wilt het wel eigenlijk (denk aan de onderbroek in de
wasmand)
o Symptoomstoornissen (convertiestoornis): stoornis is een symbool voor een
onderliggend probleem (vb: homo)
o Vrije associatie:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zara15. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.