Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Algemene Literatuurwetenschap I [F0AA5a] () €5,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Algemene Literatuurwetenschap I [F0AA5a] ()

2 revues
 130 vues  8 fois vendu

Samenvatting Algemene Literatuurwetenschappen [F0AA5a] () Katholieke Universiteit Leuven Taal -en Letterkunde / Culturele Studies Punt examen: 14/20

Aperçu 4 sur 71  pages

  • 10 septembre 2019
  • 71
  • 2018/2019
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)

2  revues

review-writer-avatar

Par: eileengysels • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: maessoph • 4 année de cela

avatar-seller
vincentleenaerts
Samenvatting Algemene literatuurwetenschap
2018-2019
VL

,I Inleiding: literatuurwetenschap
1. Literatuur en/vs wetenschap?

Naar een definitie van literatuur:
• Literatuur: hoge cultuur, kunstvorm
• Cultureel fenomeen (verschillende genres, hoog en lage literatuur, populair vs
verheven)

Wat als literatuur wordt beschouwd en wat niet, is:
• Historisch bepaald: verschuivingen zijn mogelijk (vb: vroeger was de hoogste vorm
een tragedie terwijl vandaag het dominante genre de roman is)
• Cultureel bepaald: Verschillen tussen verschillende culturen (Vb. Bob Dylan: velen
vonden zijn literatuurprijs onterecht, anderen niet. Literatuur verschilt tussen culturen)
• Institutioneel bepaald: door mensen met macht in het literaire veld (literaire prijzen,
het onderwijs)
→ Zo behoren historische genres niet langer tot onze literaire canon en krijgen nieuwe genres
meer aandacht.
CANON = de verzameling van werken die we als cultuur belangrijk vinden om te bewaren en
over te leveren aan volgende generaties.

→ Er is een literaire evolutie en dynamiek tussen het centrum en periferie van de canon:
• Centrum: vast bepaalde werken die als literair beschouwd worden.
• Periferie: teksten, genres in de marge van het systeem.

Literatuur en fictie:
FICTIE:
• Vertellen of tonen van ingebeelde gebeurtenissen of gevoelens en staat in contrast met
feitelijkheid.
→ vb: fantastische literatuur of science fiction (feit en fictie door elkaar)
• Er is een contrast met de houding van de lezer. Wanneer de lezer weet dat iets fictie is,
gaat de lezer een bepaalde houding aannemen (binnenstappen in de verbeelde wereld
alsof ze echt zijn → willing suspension of disbelief)
• Verwant: IMMERSION (Ryan) = onderdompelen in ‘mogelijke werelden’ in games.
→ virtual reality (hier probeert men de mogelijke wereld te transformeren tot een echte
ervaring)
• POSSIBLE WORLDS = mogelijke werelden (maakt het mogelijk om de grens tussen
waarheid en fictie op een genuaneerde manier te denken.

Fictie als filosofisch en logisch probleem:

John Searle: Fictionele taalhandelingen (wanneer je taal gebruik, je ook iets tot stand brengt
in de werkelijkheid) doen alsof ze verwijzen naar de werkelijkheid.
o VB: de belofte doen tot trouwen, de mededeling tot slagen of niet slagen

Waarheid = context gebonden en gradueel
o Wanneer er in Harry Potter een draak komt, is dit normaal binnen dit universum.
o Fictie = een eigen universum met eigen wetten en logica

,POSSIBLE WORLD THEORY = een theorie dat te maken heeft met de mogelijkheid of
onmogelijk, contingentie of noodzakelijkheid (gaat ervan uit dat de realiteit anders had kunnen
uitzien)
• Criteria om te bepalen of een mogelijke of onmogelijke wereld ooit reëel zou kunnen
worden → wetten van logica, tijd en ruimte.

Fictie en literatuur: Een gedeeltelijke overlap. Niet alle vormen van fictie = literatuur
(games, marketing, strategieën, grappen). Niet alle literatuur = fictie (autobiografie, non-
fictie)
→ Mengvormen: autofictie, speculatieve fiction

STORYTELLING = Een strategie die merken gebruiken om de consumenten zich beter aan
hun te binden. Om de werkelijkheid en fictie door elkaar te doen lopen om een bepaald gedrag
aan te zetten. (Marketing en politiek strategie = branding, mythologie creëren rond een
bepaald merk, spindoctors, Fake News)
→ Grens tussen waarheid en fictie vervaagt → ontstaan van leugens (gevaarlijke gevolgen)

Literatuur als kunstvorm:
• Behoort tot de traditionele kunstvormen
• Literatuur onderscheidt zich door haar stof, wat er wordt gebruikt → taal (beeldhouwer =
marmer, literatuur = taal) = woordkunst
• Onderscheid 2 type kunstenaars:
o Poeta vates: Het genie, de bevlogen, geïnspireerde kunstenaar. Hij is verheven
boven de gewone mens.
o Poeta faber: Een vakman, hij beheerst het woord perfect. Hij beheerst de kunst van
het schrijven perfect.
→ Art vs craft: heeft te maken met genres, techniek, status.

1.2 Wetenschap
Wetenschap = kennisverwerving waarbij verifieerbare uitspraken worden gedaan over de
empirische werkelijkheid op basis van nauwkeurige observaties en experimenten (inductie)
• Ook hypothese vormen en voorspellingen doen die getest worden dmv nieuwe
observaties (deductie)
→ Nood aan wetenschappelijke taal (eenduidig, ondubbelzinnig, transparant)

1.3 Literatuur als wetenschap?
Opmerking: literatuur = veranderlijk, niet vrij van waardeoordeel, polyinterpretabel (zelfde
werk kan leiden tot verschillende interpretaties)

→ Metataal nodig: een taal waarin over een andere taal uitspraken worden gedaan (= taal
van de literatuurwetenschap) (Een taal die gaat over een taal)

Gebruiken van terminologie afkomstig uit traditionele normatieve poëtica’s.
→MAAR Recente theorieën worden aan een kritische reflectie onderwerpen over de gebruikte
concepten, termen en modellen.

Ideale situatie: consensus over modellen, termen voor literatuurstudie (niet het geval)
→ Methodenstrijd = altijd een strijd krijgen tussen methoden waarbij de ene beweerd dat ze
meer wetenschappelijk is dan de andere.

, 2 Korte historiek van de literatuurstudie
2.1 Poëtica’s
Aristoteles (Oudheid):
• Poëtica: verhandeling over de dichtkunst (het maken van literaire werken)
• Retorica: geschrift over de leer van welsprekendheid (kunst van voordragen)
→ Zeer invloedrijk over heel Europa tot de 18de eeuw.

Belangrijkste inzichten:
• Opdeling in 3 genres: lyriek (gezongen teksten), epiek (verhalende dichtwerken), drama
(uitbeelding handeling)
• centrale begrippen: mimesis (handelingen uitbeelden) en poesis (maken → de handelingen
ook voorstellen als een plot)

Standpunt in zijn werken:
• Descriptief (beschrijven van de verschillende vormen en bouwstenen van literaire genres
• Prescriptief (uitschrijven van regels die voor de dichter gevolgd moeten worden)

Goede literatuur is literatuur die ondanks de beperkingen van een poëtica zo creatief mogelijk is:
• Imitatio= waarbij voorbeelden zo goed mogelijk worden nagevolgd
• Aemulatio= de overtreffing van de navolging van de voorbeelden

Verlichting en Romantiek:
• Het idee van navolging werd gezien als een beknotting, ideaal van imitatio werd vervangen
door originaliteit.
• Het individu kwam meer op het voorplan te staan → Niet meer afhankelijk van het
goddelijke → dichter als scheppend genie.
→ Individuele poëtica’s (persoonlijke visies verwoorden op literaire genres)

2.1 Verwetenschappelijking literatuurstudie (20ste eeuw)
Van normatief (wat aangeeft hoe het hoort) naar descriptief(beschrijvend):
• De literatuurwetenschap ziet het niet meer als haar taak om te oordelen. Het is aan
anderen om literatuur te beoordelen. De literatuurwetenschap beschrijft wel de
complexiteit van literatuur, brengt het in kaart en verklaart het.

• Ontstaan literatuurwetenschap moet worden gezien in het licht van historische
ontwikkeling van de wetenschap. Wanneer kennis over de werkelijkheid toeneemt
→ Gaat het wetenschappelijk onderzoek zich meer specialiseren.
• Ontstaan van verschillende humane wetenschappen met eigen methoden.
• Verwetenschappelijking literatuur hangt samen met toename geletterdheid =
o Mogelijkheid om te kunnen lezen en schrijven,
o Ook gebruikt om culturele kennis aan te duiden → in deze betekenis heeft
geletterdheid een ideologisch component = kennis van cultuur is een vorm van
status en macht)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vincentleenaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  8x  vendu
  • (2)
Ajouter au panier
Ajouté